De kritiek op de nieuwe directeur van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle
Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle
ondernemingsdirecteur
19/4/2013 | Verzending vraag |
10/12/2013 | Antwoord |
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3277
Sinds begin dit jaar werkt een nieuwe directeur bij de kernwaakhond FANC. Al eerder werden er twijfels geuit over deze keuze. Daarbij kunnen twee dimensies worden herkend, deze van de technische competentie en deze van politiek-strategische aard.
Deze vraag behandelt deze tweede dimensie. De nieuwe directeur werkte jarenlang voor de in deze materie uitermate betrokken en vaak ook gecontesteerde partij, namelijk Electrabel. Daarbij leidde hij enkele jaren de kerncentrales van Doel. Deze grote nabijheid en jarenlange hechte betrokkenheid bij Electrabel mag ongetwijfeld relevant worden genoemd in de politieke en strategische afwegingen bij het selecteren maar ook het evalueren van de directeur.
Dit verhaal lijkt op een kroniek van een aangekondigd probleem, want zowel een directielid van de FANC, in feite de nummer twee in de pikorde, als een gerenommeerd extern deskundige hebben zich publiekelijk vragen gesteld over de objectiviteit van de nieuwe directeur. De eerste stapte naar de Raad van State met een vraag om vernietiging van deze benoeming. De tweede formuleerde een klacht bij de Raad van Bestuur van de FANC.
Hoe evalueert en interpreteert de minister de aanzwellende twijfels over de objectiviteit van de nieuwe directeur van de FANC, aan de slag sinds begin dit jaar, maar met overweldigende betrokkenheid als leidinggevende bij Electrabel, vaak gecontesteerd in deze materie? Begrijpt de minister de gerede twijfel die hierdoor onvermijdelijk wordt gewekt, omdat de directeur van de FANC een harde maar faire controle moet uitoefenen op het bedrijf waarin hij jarenlang als verantwoordelijke werkte en waar zijn ex-collegae nog steeds de dienst uitmaken? Had deze groeiende twijfel, zeker op een domein waar zoveel tegenstrijdige belangen spelen, niet beter kunnen worden ingeschat?
Hoe apprecieert de minister de klachten over de objectiviteit van de nieuwe directeur, zowel formeel bij de Raad van State als informeel bij de Raad van Bestuur van de FANC, die door een collega-directielid en een belangrijk extern expert werden geformuleerd?
Zal de minister ingrijpen en in het belang van de FANC hier orde op zaken stellen, waarbij ongetwijfeld de politieke en strategische dimensies van een directeur boven elke twijfel moeten verheven zijn?
1. De regering heeft bij de benoeming van de heer Bens een weloverwogen beslissing genomen, gebaseerd op de titels en verdiensten van de kandidaten voor de functie. Ik betreur dat deze beslissing in twijfel wordt getrokken.
2. Sta mij toe de vergelijking te maken met de voorgaande directeur-generaal: ook dhr De Roovere had een groot gedeelte van zijn professionele carrière doorgebracht bij Electrabel. Hij had bovendien de functie van CEO bij Belgonucleaire (eveneens een exploitant) verlaten om Directeur- generaal bij het FANC te worden.
Het is dus aan de heer Bens, zoals dat het geval was bij de heer De Roovere, om in woorden en daden de bladzijde om te slaan.
Als voogdijminister zal ik hier nauwlettend op toezien!