Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8713

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 12 april 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Metaaldiefstallen - Cijfers en details voor 2011 en 2012 - Aantal gevallen elektrocutie - Evaluatie van de identificatie en registratieverplichtingen - Andere maatregelen - Samenwerking op Benelux en Europees niveau

officiële statistiek
geografische spreiding
diefstal
metaal
koper
metaalafval
misdaadbestrijding

Chronologie

12/4/2013Verzending vraag
24/7/2013Rappel
7/11/2013Antwoord

Vraag nr. 5-8713 d.d. 12 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Door de hoge prijs van metaal de voorbije jaren hebben zowel particulieren, bedrijven als de overheid te kampen gekregen met metaaldiefstallen. Als antwoord heeft de overheid getracht deze plaag aan te pakken door onder andere de herinvoering van de verplichting zich te laten identificeren en registreren indien men metaal wil verkopen aan schroothandelaars. Een jaar geleden ongeveer sprak de minister dan ook de intentie uit deze wetgeving rond identificatie -en registratieverplichtingen te harmoniseren binnen de Benelux.

Graag stelde ik hierover de volgende vragen:

1) Kan de minister de totale cijfers en de cijfers per gerechtelijk arrondissement geven voor het aantal metaaldiefstallen gepleegd in 2011 en 2012? Indien mogelijk bijbehorende tonnage.

2) Metaaldiefstallen kunnen zich voordoen zowel bij particulieren, bedrijven als bij de overheid. Kan de minister mij een duidelijk onderscheid geven zodanig de verhouding wordt blootgelegd in aantal diefstallen en tonnage? Indien mogelijk voor bedrijven onderscheid tussen "telecomsector", "elektriciteitssector" en restcategorie "andere". Voor de overheid "spoorwegen" en "openbare kunstbeelden/gedenkplaten" en restcategorie "andere".

3) Wat is het aantal mensen dat tot op heden slachtoffer is geworden van elektrocutie bij het plegen van metaaldiefstal?

4) Hoe evalueert de minister de evolutie van het aantal en tonnage metaaldiefstallen sinds de herinvoering van de identificatie -en registratieplicht ten opzichte van de periode zonder deze verplichting? Welke andere maatregelen moeten en zullen genomen worden om deze wildgroei aan metaaldiefstallen een halt toe te roepen?

5) Wat is de stand van zaken om deze diefstallen met de naburige landen op niveau van de Benelux of op Europees vlak aan te pakken teneinde de zwerftocht van rondtrekkende dadergroepen verder te belemmeren? Welke maatregelen zijn hieromtrent genomen?

Antwoord ontvangen op 7 november 2013 :

1. De tabel 1 bevat het aantal door de politiediensten geregistreerde feiten inzake “Metaaldiefstallen”, zoals geregistreerd in de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) op basis van de processen-verbaal.

Deze gegevens worden weergegeven per gerechtelijk arrondissement voor het jaar 2011, alsook voor de eerste drie trimesters van 2012 en zijn opgemaakt op basis van de databankafsluiting van 25 januari 2013.

De ANG bevat geen cijfermateriaal met betrekking tot de tonnage van de gestolen goederen.

2. In tabel 2 worden het aantal geregistreerde feiten inzake “Metaaldiefstallen” weergegeven, zoals geregistreerd in de ANG volgens de bestemming plaats voor het jaar 2011 en de eerste negen maanden van 2012 (databankafsluiting: 25 januari 2013).

3. Op basis van de informatie aanwezig in de algemene nationale gegevensbank (ANG) van de politie is het niet mogelijk betrouwbare cijfergegevens dienaangaande te verstrekken.

De problematiek stelt zich namelijk dat de slachtofferinformatie aanwezig in de ANG te onvolledig is om hiervoor bruikbare gegevens te kunnen verlenen.

4. Samen met de Staatssecretaris voor de Bestrijding van de fiscale en sociale Fraude heb ik gewerkt aan de realisatie van de wet van 15 juli 2013 houdende dringende bepalingen inzake fraudebestrijding die de bestaande wetgeving ter preventie van metaaldiefstallen aanscherpt.

Deze maatregel betreft een versterking van de reeds toegepaste identificatiemaatregelen en vormt hierop, enkel voor koperkabels, een aanvulling.

Na overleg met de sector van Belgische schroothandelaars en rekening houdend met de verplaatsing van de activiteiten buiten het officiële circuit of buiten het Belgische circuit is besloten om het werkingsgebied van de maatregel sterk te beperken door ze te concentreren op het hart van de problematiek, met name de koperkabels.

Volgens informatie gegeven door de sector zelf, betreft de maatregel op die manier slechts 2 % van hun activiteiten.

De diefstallen van koperkabels, als gevolg van de stijging van de marktprijs van koper, kennen een belangrijke stijging met nadelige gevolgen, niet enkel voor de economie, maar ook voor de veiligheid en in het bijzonder voor het spoorwegtransport.

Ervan uitgaande dat gerecycleerde, gebruikte of als dusdanig voorgestelde koperkabels in de overgrote meerderheid van de gevallen door schroothandelaren wordt opgekocht, wordt verwacht dat het veralgemenen van de identificatieplicht door het betalen in contanten van de aankoop van aangeboden koperkabels te verbieden, een sterke negatieve invloed zal hebben op de diefstal van koperkabels.

Actueel is bij aankoop van oude of gebruikte metalen door een professionele schroothandelaar de identificatie van de aanbieder slechts verplicht indien de betaling in contanten gebeurt. In voornoemde wetgeving blijft dit ongewijzigd, met uitzondering voor de aankoop door professionele handelaars in oude of gebruikte metalen van koper. Bij aankoop van koper zal de betaling van de aankoop in contanten verboden zijn en zal de aankoper altijd verplicht zijn om de aanbieder te identificeren.

Het is onze wil om een globale aanpak te realiseren die niet enkel een versterking van de wettelijke beschikking inhoudt, maar ook van de acties op het terrein, een versterking van de samenwerking met de sectoren die er een impact van ondervinden hetgeen een aangepaste informatie veronderstelt.

In deze materie is het belangrijk om een eerste duidelijk signaal te geven door een gerichte maatregel te integreren in een globale aanpak van deze problematiek die belangrijk is voor onze economie en voor de veiligheid van de gebruikers van het openbaar vervoer in het bijzonder.

Geconfronteerd zijnde met dit zorgwekkende fenomeen, hebben de minister van Overheidsbedrijven, Jean-Pascal Labille, de vice-eerste minister en minister van Economie, Johan Vande Lanotte, de Staatssecretaris voor Mobiliteit, Melchior Wathelet, Infrabel, de NMBS Holding en ikzelf verschillende maatregelen bepaald die genomen kunnen worden om deze diefstallen efficiënter te bestrijden.

Wat mijn bevoegdheden betreft, werden meerdere maatregelen genomen:

1. Een versterking van de politieacties in de strijd tegen metaaldiefstal.

Aan metaaldiefstal wordt voortdurend aandacht besteed, en zowel de federale politie (spoorwegpolitie bijvoorbeeld) als de politiezones leveren een aanzienlijk werk in de strijd tegen dit fenomeen, en dat vooral in de meest getroffen arrondissementen. Zo vond voor kort, op 22 en 23 april van dit jaar, een zeer gerichte operatie plaats. Die gebeurde in toepassing van het nieuwe analyse-instrument van de spoorwegpolitie, die het mogelijk maakt om zich te richten op uitgesproken 'risicozones'. In samenwerking met de luchtsteun die een helikopter inzette, konden negen metaaldieven gevat worden. Dit soort acties zal geregeld worden uitgevoerd.

In 2012 hebben de politiediensten per maand gemiddeld acht à tien verdachten aangehouden. In de eerste vijf maanden van 2013 zijn er, als gevolg van het groter aantal acties en meer bepaald ook door de versterking bij de spoorwegpolitie, een groter aantal aanhoudingen uitgevoerd. Het aantal is namelijk verdubbeld, vergeleken met 2012: het maandelijkse gemiddelde bedraagt nu zestien tot twintig aanhoudingen.

2. De aanwerving van honderd politieagenten om de spoorwegpolitie te versterken

Zoals reeds vermeld, is het werk van de spoorwegpolitie in dit dossier essentieel. Ik herinner eraan dat in 2012 honderd politie-inspecteurs zijn aangeworven om het bestaande personeelsbestand te versterken. De eerste dertig politie-inspecteurs rondden in juni laatstleden hun opleiding af, voor de overige zeventig is dat in oktober. In afwachting daarvan, werd de dienst al versterkt sinds april 2012.

Met betrekking tot de elementen betreffende de schroothandelaars, kan mijn voor die materie bevoegde collega u meer duidelijkheid geven over de maatregelen die onder zijn bevoegdheid genomen werden.

Met betrekking tot de aspecten van de overheidsbedrijven, verwijs ik u door naar mijn collega bevoegd voor overheidsbedrijven.

5. Onze buurlanden hebben dezelfde problemen als België. Frankrijk en recentelijk ook Nederland hebben hun wetgeving veranderd, maar van een harmonisatie kunnen we niet spreken aangezien de maatregelen nog sterk verschillen van elkaar. Gelijkaardige en veel dwingendere maatregelen werden op basis van dezelfde vaststellingen genomen in Frankrijk en Groot-Brittannië. In Groot-Brittannië is elke cashbetaling verboden voor alle activiteiten in de gehele sector. Duitsland heeft geen specifieke aanpak of analyse in deze materie, maar is wel geconfronteerd met het probleem zonder het echter te kunnen kwantificeren op nationaal niveau.

In oktober 2012 heeft de federale gerechtelijke politie een ontmoeting georganiseerd waarbij met zeer vruchtbare contacten met de Franse en Nederlandse collega’s hebben plaatsgevonden.

Op Europees niveau blijven de metaaldiefstallen hoog op de agenda staan in het kader van de informele werkgroep inzake de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit. Daarnaast blijven er contacten bestaan met de overige Benelux-landen om een uniformere aanpak uit te werken.

Met betrekking tot de opportuniteit van een wetgevende norm die de modaliteiten van de verkoop van oude metalen binnen de Europese Unie zou harmoniseren, verwijs ik u door naar de Staatssecretaris voor Mobiliteit, die daarvoor bevoegd is.

Ik deel u evenwel mee dat de problematiek ook een belangrijk thema is in het internationale project “EMPACT Mobile Organised Crime Groups (MOCG)”. “Mobile Organised Crime Groups” is één van de acht Europese prioriteiten van de Europese beheerscyclus (2011-2013) voor de bestrijding van de zware en georganiseerde misdaad.

België is “driver” van het EMPACT MOCG project met Frankrijk als “co-driver”. Zestien EU-landen komen periodiek samen in het kader van een gezamenlijk actieplan tegen deze criminaliteit. Metaaldiefstal maakt onder andere deel uit van de discussies en acties gepland op EU-niveau in de komende maanden.

Metaaldiefstal


2011

2012

Antwerpen

396

300

Arlon

145

96

Brugge

133

102

Brussel-19

327

259

Charleroi

411

421

Dendermonde

230

145

Dinant

114

93

Eupen

60

16

Gent

447

246

Halle-Vilvoorde

223

155

Hasselt

164

154

Huy

95

65

Ieper

39

22

Kortrijk

131

66

Leuven

134

123

Liège

457

321

Marche-en-Famenne

75

116

Mechelen

124

124

Mons

301

289

Namur

170

147

Neufchâteau

61

56

Nivelles

132

86

Oudenaarde

31

50

Tongeren

211

166

Tournai

117

91

Turnhout

224

194

Verviers

141

55

Veurne

40

46

Totaal:

5,133

4,004


Metaaldiefstal


2011

2012

Terrein / kunstwerk

2,441

2,013

Bedrijf

851

631

Openbare dienstverlening

383

268

Omgeving woning -aanhorigheid

311

207

Woning - hoofdverblijf

295

220

Specificatie

224

142

Religieus gebouw / plaats

141

109

Niet nader bepaald

64

101

Woning

100

56

Woning - tweede verblijf

46

35

Onderwijsinstelling

43

35

Winkel

28

29

Recreatie en cultuur

29

24

Bestemming woning - specificatie

31

16

Vervoermiddel

22

22

Sport

28

14

Welzijns- / gezondheidsinstelling

23

18

Bestuurlijk gebouw

15

16

Grote handelszaken

19

10

Horeca

14

8

Militaire installatie

6

8

Dienst

4

8

Specificatie vervoermiddel

5

4

Luchthaven

3

5

Financiële instelling

3

2

Waterlopen en zeeën

3

2

Ontuchthuis

1

1

Totaal:

5,133

4,004