Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8711

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 12 april 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

ICT-criminaliteit - Werking Federal Computer Crime Unit - Aantal zaken en slachtoffers - Nationale informatiecampagne en internationale samenwerking

computercriminaliteit
officiële statistiek
gerechtelijke vervolging

Chronologie

12/4/2013Verzending vraag
20/6/2013Antwoord

Verwantschap met een andere vraag : schriftelijke vraag 5-8712

Vraag nr. 5-8711 d.d. 12 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de media verschijnen vaak berichten over oplichters die burgers via smoesjes trachten te bedriegen met als doel de controle over een persoonlijke computer of online rekening te bemachtigen. Zo is er momenteel een groepering actief die zich voordoet als werknemer van het "Microsoft Windows Support Team" met de melding dat er problemen zijn vastgesteld met iemands computer. Daardoor gaat de persoon naar een bepaalde URL waarop hij enkele handelingen moet uitvoeren. Zonder enig vermoeden van het slachtoffer krijgen de bedriegers hierdoor toegang tot de computer van het slachtoffer in kwestie.

De Federal Computer Crime Unit is dan ook opgericht om vormen van ICT-criminaliteit op te sporen waarna - door invoering van de wet van 28 november 2011 betreffende de informaticacriminaliteit - bepaalde handelingen op het internet strafrechtelijk vervolgd kunnen worden.

Rond deze thematiek had ik de minister volgende vragen willen stellen:

1) Hoeveel zaken van criminele internetdaden werden ambtshalve onderzocht door de FCCU? Hoeveel criminele internetdaden werden onderzocht na een klacht(enbundel) van de betrokken slachtoffers?

2) Hoeveel slachtoffers van internetcriminaliteit hebben in 2011 en 2012 een klacht ingediend bij de federale politie? Graag ook vermelding van de criminele internetdaden indien mogelijk.

3) Via welke kanalen en/of campagnes worden burgers gewaarschuwd voor een actieve groepering?

4) Het immateriële, internationale en snelle karakter van het internet maakt de opsporing van daders op nationaal niveau natuurlijk moeilijk. Hoe en met welke actoren verloopt een opsporing van internetbendes over de landsgrenzen heen?

Antwoord ontvangen op 20 juni 2013 :

Vragen 1 en 2. 

Deze vorm van fraude, waarbij mensen worden gebeld door personen die zich valselijk voordoen als lid van het “Microsoft support” personeel, wordt geklasseerd als oplichting. Er zijn geen cijfers over het aantal gevallen en slachtoffers van deze vorm van oplichting beschikbaar.

De FCCU (Federal Computer Crime Unit) heeft kennis van enkele tientallen gevallen die zich in de loop van het jaar 2012 hebben voorgedaan. De onderzoeken worden gevoerd op lokaal of arrondissementeel niveau onder, leiding van de procureur des Konings. 

Vragen 3 en 4. 

De FCCU, maar ook de maatschappij Microsoft, hebben reeds verschillende malen deze vormen van oplichting opgespoord en aangestipt.

Zowel op de website van de Federale politie als op eCops wordt voor deze oplichtingsvorm een waarschuwing naar het publiek verricht.

De websites waarvan deze cybercriminelen gebruik maken om de controle over de PC van hun slachtoffers nemen, zijn deze van respectabele bedrijven die diensten voor computerbeheer op afstand aanbieden.

Deze bedrijven zijn niet betrokken bij deze cybercriminaliteit.

De meeste van deze bedrijven hebben op verzoek van de politiediensten overigens een bericht op hun website geplaatst waarbij potentiële slachtoffers worden gewaarschuwd niet in te gaan op de aanwijzingen van het zogezegde “Microsoft support team”.