Parentale ontvoeringen naar België - Stand van zaken - Veroordeling door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens - Haags Verdrag van 25 oktober 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen
officiële statistiek
Europees Hof voor de rechten van de mens
vrijheidsberoving
3/4/2013 | Verzending vraag |
24/7/2013 | Rappel |
13/12/2013 | Herkwalificatie |
17/12/2013 | Antwoord |
Geherkwalificeerd als :
In augustus werd België veroordeeld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) omdat het een kind had teruggestuurd naar zijn/haar vader, nadat de moeder het kind had ontvoerd naar België. Het Gentse hof van beroep had daartoe bevolen op basis van het Haags Verdrag van 25 oktober 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen. Het EHRM oordeelde dat dit niet in het belang was van het kind, aangezien dit reeds geïntegreerd was in België.
Hierover de volgende vragen.
1) Hoeveel gevallen zijn er bekend waarbij kinderen door een ouder naar België werden ontvoerd in de periode 2007-2012? Wat waren daarbij de voornaamste herkomstlanden?
2) In hoeveel gevallen werd België daarbij gecontacteerd door buitenlandse autoriteiten? In hoeveel gevallen kwam Justitie tussen? Met welke resultaten?
3) Hoe beoordeelt de geachte minister de veroordeling van België door het Europees Hof voor de rechten van de Mens? Hoe positioneert zij zich tegenover de stelling dat dit precedent het Haagse verdrag op de zet? Kunnen er hierdoor problemen ontstaan met betrekking tot de samenwerking en de uitwisseling van informatie met de andere verdragsstaten? Is het Haagse verdrag nog wel in overeenstemming met het veel recentere Kinderrechtenverdrag?
1) en 2).
Vooreerst dient te worden verduidelijkt dat de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie, en meer bepaald het Federaal Aanspreekpunt Internationale Kinderontvoeringen, optreedt als Centrale Autoriteit dan wel bevoegde instantie in het kader van de volgende internationaalrechtelijke instrumenten inzake parentale kinderontvoering:
Verdrag van ’s-Gravenhage van 25 oktober 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen, aangevuld door de Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1347/2000 (Brussel II-bis Verordening);
Protocolakkoord tot instelling van een raadgevende Marokkaans-Belgische commissie inzake burgerlijke zaken, gedaan te Rabat op 29 april 1981 en Protocolakkoord tot instelling van een raadgevende Belgisch-Tunesische commissie inzake burgerlijke zaken, gedaan te Tunis op 27 april 1989;
Europees Verdrag van Luxemburg van 20 mei 1980 betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake het gezag over kinderen en betreffende het herstel van het gezag over kinderen.
Wanneer een kind naar België wordt overgebracht, kan een buitenlandse Centrale Autoriteit of buitenlandse bevoegde instantie zich op grond van deze instrumenten tot het Federaal Aanspreekpunt Internationale Kinderontvoeringen van de FOD Justitie richten met een verzoek strekkende tot de terugkeer van het kind of het vastleggen van een grensoverschrijdend omgangsrecht met het kind.
Tabel 1 geeft het aantal inkomende dossiers voor de periode 2007-2012 weer. Men spreekt van een inkomend dossier wanneer het Federaal Aanspreekpunt Internationale Kinderontvoeringen een verzoek vanuit het buitenland ontvangt in het kader van de bovengenoemde instrumenten.
Tabel 2 geeft de verzoekende landen alsook het aantal dossiers per land weer voor de periode 2007-2012.
Voor wat betreft het resultaat van een dossier wordt onderscheid gemaakt tussen dossiers in behandeling en dossiers die afgesloten zijn. Bij afsluiting registreert het Federaal Aanspreekpunt Internationale Kinderontvoeringen steeds de reden voor afsluiting.
Hierbij een overzicht van de redenen tot afsluiting van inkomende dossiers, waarbij België als aangezochte staat optreedt, die in het kader van het Verdrag van ’s-Gravenhage werden geopend tussen 1 januari 2008 en 31 december 2012 en werden afgesloten vóór 31 december 2012.
* Ongeveer 23 % van de afgesloten dossiers hebben geleid tot een vrijwillige terugkeer of een regeling in der minne betreffende het omgangsrecht (voor of na het instellen van gerechtelijke procedures).
* Ongeveer 6 % van de afgesloten dossiers hebben geleid tot een akkoord tussen de ouders waarbij het kind niet terugkeert naar het land van gewoonlijk verblijf.
* Ongeveer 22 % van de afgesloten dossiers hebben geleid tot een rechterlijke beslissing die (in eerste of tweede aanleg) de terugkeer van het kind naar het land van zijn gewoonlijk verblijfplaats beveelt of een grensoverschrijdend omgangsrecht instelt;
* Ongeveer 5 % van de afgesloten dossiers hebben geleid tot een verwerping van het verzoek tot terugkeer of tot vaststelling van een omgangsrecht door de Belgische rechtscolleges;
* Ongeveer 8 % van de afgesloten dossiers hebben geleid tot een verwerping van het verzoek door de Belgische Centrale Autoriteit (zijnde het Federaal Aanspreekpunt Internationale Kinderontvoeringen);
* Ongeveer 35 % van de afgesloten dossiers werden geklasseerd zonder verder gevolg wegens:
uitdrukkelijke intrekking van het verzoek door de verzoekende ouder;
geen reactie meer van de verzoekende ouder;
wijziging van het onderwerp van het verzoek door de verzoekende ouder (verzoek tot terugkeer/ verzoek tot vaststelling van een omgangsrecht);
een rechterlijke beslissing in het land van gewoonlijk verblijf die de overbrenging van het kind toestaat (nadat het kind werd overgebracht);
het verblijf van het kind in ander land;
het overlijden van de verzoekende ouder;
* De overige 1 % betreft dossiers die om uiteenlopende redenen afgesloten werden, waaronder de leeftijd van het kind, de onmogelijkheid om het kind te lokaliseren, de onmogelijkheid voor de ouder die een grensoverschrijdend omgangsrecht verzoekt om zich op het Belgisch grondgebied te begeven etc.
3)
Ik heb kennis genomen van het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens waarbij het Hof heeft geoordeeld dat er schending zou zijn geweest van artikel 8 van het EVRM als het arrest van het hof van beroep van Gent ten uitvoer zou zijn gelegd geweest.
Thans worden de gevolgen onderzocht die het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zou kunnen hebben voor de werking van het Federaal Aanspreekpunt Internationale Kinderontvoeringen die, het weze herhaald, optreedt als Belgische Centrale Autoriteit, alsook voor de toepassing van het Verdrag van ’s-Gravenhage van 25 oktober 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen, en de verhouding tussen dat Verdrag en het Kinderrechtenverdrag.
Volledigheidshalve wens ik wel mee te geven dat, in verhouding tot het Kinderrechtenverdrag het Verdrag van ‘s-Gravenhage, ondanks de chronologie, dient te worden gezien als een concrete invulling van de verplichtingen die aan de staten worden opgelegd in artikel 11, 9.3, 10.2 en 35 van het Kinderrechtenverdrag.
Bijlage 1:
Année d'ouverture |
Dossiers cloturés |
2006 |
41 |
30 |
|
17 |
|
2 |
|
2007 |
31 |
45 |
|
10 |
|
3 |
|
2008 |
45 |
46 |
|
21 |
|
2009 |
44 |
46 |
|
2010 |
47 |
3 |
|
431 |
Motifs de cloture |
Années |
Nombre |
|
1, un retour volontaire ou un accord amiable concernant le droit de visite (avant ou après l’introduction de procédures judiciaires). |
2006 |
26 |
|
2007 |
36 |
||
2008 |
28 |
||
2009 |
37 |
||
2010 |
24 |
||
Total |
151 |
||
2.une décision judiciaire ordonnant le retour ou réglementant l'exercice d'un droit de visite - une exécution forcée d’une décision judiciaire ordonnant le retour - une décision de retour prononcée, sur base de l’article 11 du Règlement - une décision judiciaire sur le fond du litige prononcée par les juridictions étrangères et ordonnant le retour de l’enfant - accord entre les parents pour le non-retour. |
2006 |
20 |
|
2007 |
24 |
||
2008 |
29 |
||
2009 |
21 |
||
2010 |
12 |
||
Total |
106 |
||
3. - un rejet de la demande par l’Autorité centrale belge - un changement de l’objet de la demande du parent requérant - un désistement du parent requérant - une absence de suivi par l’autorité centrale requérante. |
2006 |
25 |
|
2007 |
16 |
||
2008 |
38 |
||
2009 |
24 |
||
2010 |
5 |
||
Total |
108 |
||
4. un rejet de la requête par l’Autorité centrale étrangère - un rejet de la demande de retour ou d’établissement d’un droit de visite par les juridictions étrangères - une décision judiciaire sur le fond du litige concernant les modalités d’hébergement de l’enfant prononcée par les juridictions étrangères ou belges et confiant la garde de l’enfant au parent enleveur ou refusant l’établissement d’un droit de visite. |
2006 |
10 |
|
2007 |
6 |
||
2008 |
12 |
||
2009 |
3 |
||
2010 |
5 |
||
Total |
36 |
||
5.dossiers clôturés pour des motifs divers (dont la majorité légale des enfants concernés, la localisation des enfants dans un autre pays que ceux déjà saisis de l’affaire ou la non localisation,…) |
2006 |
12 |
|
2007 |
7 |
||
2008 |
5 |
||
2009 |
5 |
||
2010 |
4 |
||
Total |
33 |
||
Nombre de dossiers ouverts entre 2006 et 2010 et cloturé avant le 31.12.2010 |
431 |
||
151/431x100=35,03% |
~35% |
||
106/431 x100 = 24,59 % |
~25% |
||
108/431x 100= 25,05 % |
~25% |
||
36/431 x100= 8,35 % |
~ 8% |
||
33/431x100= 7,65 % |
~7% |
|
TABEL 1 |
Inkomende dossiers, geopend in de periode 2007-2012 |
|||
Jaar |
Dossiers Den Haag1 |
Dossiers KID2 |
Dossiers LUX3 |
Jaarlijks totaal |
2007 |
28 |
1 |
0 |
29 |
2008 |
49 |
2 |
0 |
51 |
2009 |
55 |
1 |
0 |
56 |
2010 |
40 |
2 |
1 |
43 |
2011 |
38 |
1 |
0 |
39 |
2012 |
29 |
0 |
0 |
29 |
1 Dossiers aangelegd in toepassing van het Verdrag van 's-Gravenhage van 25 oktober 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen |
|
2 Dossiers aangelegd in toepassing van de bilaterale akkoorden tussen enerzijds België en Tunesië en anderzijds België en Marokko. |
|
3 Dossiers aangelegd in toepassing van het Europees Verdrag van Luxemburg van 20 mei 1980 betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake het gezag over kinderen en betreffende het herstel van het gezag over kinderen. |
Bijlage 2:
TABEL 2 |
Herkomst van de verzoeken gericht aan de FOD Justitie in de periode 2007-2012 |
||
Jaar |
Aantal verzoeken |
|
Verzoekende staat |
2007 |
7 |
France |
Frankrijk |
5 |
Royaume-Uni |
Verenigd Koninkrijk |
|
3 |
Etats-Unis |
Verenigde Staten |
|
Pays-Bas |
Nederland |
||
2 |
Allemagne |
Duitsland |
|
1 |
Australie |
Australië |
|
Bulgarie |
Bulgarije |
||
Ecosse |
Schotland |
||
Espagne |
Spanje |
||
Irlande |
Ierland |
||
Italie |
Italië |
||
Maroc |
Marokko |
||
Pologne |
Polen |
||
Roumanie |
Roemenië |
||
2008 |
10 |
Pays-Bas |
Nederland |
8 |
France |
Frankrijk |
|
3 |
Espagne |
Spanje |
|
Italie |
Italië |
||
Pologne |
Polen |
||
Royaume-Uni |
Verenigd Koninkrijk |
||
2 |
Etats-Unis |
Verenigde Staten |
|
Danemark |
Denemarken |
||
Portugal |
Portugal |
||
Tunisie |
Tunesië |
||
1 |
Afrique du Sud |
Zuid-Afrika |
|
Allemagne |
Duitsland |
||
Bulgarie |
Bulgarije |
||
Canada |
Canada |
||
Chili |
Chili |
||
Croatie |
Kroatië |
||
Estonie |
Estland |
||
Finlande |
Finland |
||
Grèce |
Griekenland |
||
Suède |
Zweden |
||
Suisse |
Zwitserland |
||
Thaïlande |
Thailand |
||
Ukraine |
Oekraïne |
||
2009 |
14 |
France |
Frankrijk |
11 |
Pays-Bas |
Nederland |
|
7 |
Allemagne |
Duitsland |
|
4 |
Espagne |
Spanje |
|
3 |
Grand-duché de Luxembourg |
Groothertogdom Luxemburg |
|
Royaume-Uni |
Verenigd Koninkrijk |
||
2 |
Hongrie |
Hongarije |
|
Turquie |
Turkije |
||
1 |
Afrique du Sud |
Zuid-Afrika |
|
Canada |
Canada |
||
Israël |
Israël |
||
Italie |
Italië |
||
Maroc |
Marokko |
||
Nouvelle-Zélande |
Nieuw-Zeeland |
||
Portugal |
Portugal |
||
Roumanie |
Roemenië |
||
Ukraine |
Oekraïne |
||
Etats-Unis |
Verenigde Staten |
||
2010 |
6 |
France |
Frankrijk |
Pays-Bas |
Nederland |
||
4 |
Royaume-Uni |
Verenigd Koninkrijk |
|
3 |
Allemagne |
Duitsland |
|
2 |
Afrique du Sud |
Zuid-Afrika |
|
Hongrie |
Hongarije |
||
Italie |
Italië |
||
Maroc |
Marokko |
||
Pologne |
Polen |
||
Slovaquie |
Slovakije |
||
Suisse |
Zwitserland |
||
1 |
Autriche |
Oostenrijk |
|
Brésil |
Brazilië |
||
Danemark |
Denemarken |
||
Espagne |
Spanje |
||
Finlande |
Finland |
||
Grèce |
Griekenland |
||
Pérou |
Peru |
||
Portugal |
Portugal |
||
Ukraine |
Oekraïne |
||
Etats-Unis |
Verenigde Staten |
||
2011 |
9 |
Pays-Bas |
Nederland |
6 |
France |
Frankrijk |
|
4 |
Espagne |
Spanje |
|
3 |
Allemagne |
Duitsland |
|
Etats-Unis |
Verenigde Staten |
||
2 |
Danemark |
Denemarken |
|
Italie |
Italië |
||
Maroc |
Marokko |
||
Royaume-Uni |
Verenigd Koninkrijk |
||
1 |
Afrique du Sud |
Zuid-Afrika |
|
Brésil |
Brazilië |
||
Bulgarie |
Bulgarije |
||
Pologne |
Polen |
||
Slovaquie |
Slovakije |
||
Ukraine |
Oekraïne |
||
2012 |
5 |
Allemagne |
Duitsland |
4 |
Pays-Bas |
Nederland |
|
Pologne |
Polen |
||
2 |
Chili |
Chili |
|
Portugal |
Portugal |
||
Royaume-Uni |
Verenigd Koninkrijk |
||
1 |
Australie |
Australië |
|
France |
Frankrijk |
||
Grèce |
Griekenland |
||
Irlande |
Ierland |
||
Italie |
Italië |
||
Maroc |
Marokko |
||
Malte |
Malta |
||
Suède |
Zweden |
||
Suisse |
Zwitserland |
||
Etats-Unis |
Verenigde Staten |