Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8475

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 13 maart 2013

aan de minister van Justitie

Drugs - België als transitland - Stand van zaken - Maatregelen

handel in verdovende middelen
haveninstallatie
beveiliging en bewaking

Chronologie

13/3/2013Verzending vraag
17/6/2013Rappel
12/12/2013Antwoord

Vraag nr. 5-8475 d.d. 13 maart 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Naar aanleiding van verscheidene doorheen het jaar verschenen artikels als "Op drugsjacht in de Antwerpse haven: ze doen niet eens meer moeite om de drugs te verstoppen" (P-magazine, 26/02/2013) en "Antwerpen pakt handel in drugs via haven hard aan" (De Morgen, 5/02/2013) zou ik graag enkele vragen stellen aan de bevoegde ministers. Kort samengevat stellen de artikels het volgende:

Naast het gegeven dat België een optimale locatie heeft als centraal verdeelpunt, hebben dekmandelfirma's en handelaars meer en meer hun oog op België laten vallen vanwege het gebrek aan douanepersoneel op luchthavens, zeehavens en op de openbare weg; het open karakter van de Antwerpse haven waar in- en uitgereden wordt (in contradictie met de sterk beveiligde haven van Rotterdam); alsook de inefficiënte strafuitvoering waarbij "kleine" criminelen zich straffeloos achten door beperkte samenwerkingsakkoorden met landen van oorsprong en door het feit dat celstraffen van 3 jaar amper uitgevoerd worden.

1) Verleent u die stelling enige geloofwaardigheid, specifiek wat uw bevoegdheid betreft?

2) Hoeveel mensen zijn achtereenvolgens vrijgesproken, voorwaardelijk gestraft, in strafonderbreking en effectief gestraft in 2012 na drugsvangst ten opzichte van het totaal aantal gevatte drugsmisdadigers?

3) Hoeveel van de delinquenten hebben in 2012 een strafmaat gekregen hoger dan 3 jaar?

4) Is er de voorbijgaande jaren een analyse gebeurd naar de voornaamste oorsprong van de drugstrafieken? Zo ja, zijn met deze landen samenwerkingsakkoorden gesloten opdat een snelle uitlevering van drugskoeriers mogelijk is ?

5) Welke juridische implementaties, veranderingen of verbeteringen ziet de geachte minister om de rol van België als drugssluis naar andere Europese landen te verkleinen?

Antwoord ontvangen op 12 december 2013 :

1 tot 3: De gevraagde cijfers zijn op dit moment nog niet beschikbaar. Op de website van de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid kan u veroordelingscijfers raadplegen van 1995 tot en met 2011 (zie http://www.dsb-spc.be/stat).

De voorhanden zijnde statistieken laten echter niet toe om de concreet gevraagde cijfers aan te reiken. De gehanteerde parameters (nomenclatuur, jurisdictie, differentiatie, …) volstaan hiervoor niet.

4 en 5: Hoewel vraag 4 voornamelijk betrekking heeft op de competentie van mijn collega van Binnenlandse Zaken, kan ik u het volgende meegeven (zie QPV 5-476).

Grote Europese havens zoals in Spanje, Portugal en Nederland, en ook de haven van Antwerpen zijn trekpleisters op economisch vlak maar blijken helaas ook aantrekkelijk voor de criminele organisaties. Door de sterke economische uitbreiding en snelle en intense goederentrafiek, verhoogt de Antwerpse haven nog haar aantrekkingskracht.

Het is ook logisch dat criminele organisaties gebruik maken van de (lucht)havens om hun producten in Europa te importeren. Dat ons land, net zoals vele andere landen, geconfronteerd wordt met drugstrafiek, is evenmin verwonderlijk.

De inbeslagnames weerspiegelen niet alleen de gepleegde criminele feiten, maar ook de inspanningen van de diverse opsporingsdiensten. De regering is zich ten volle bewust van de problematiek die ze in het nationaal veiligheidsplan als prioriteit heeft vooropgesteld. De operationalisering daarvan gebeurt in concrete actieplannen.

Ik kan u wel al meegeven dat in Antwerpen al meerdere initiatieven zijn genomen met alle betrokken actoren via een integrale en geïntegreerde aanpak. De actieplannen zullen verder reiken dan enkel de Antwerpse problematiek. Ook andere kwetsbare infrastructuren inzake de drugsproblematiek worden beoogd, zoals de nationale en regionale luchthavens. Daders ontraden en opsporingskansen verhogen, zijn de hoofddoelstellingen.

Het spreekt voor zich dat een versterkte samenwerking tussen alle diensten en sectoren hiertoe een belangrijke kritieke succesfactor vormt. Daarom heeft de federale politie het initiatief genomen om niet enkel met parket en douane samen te zitten maar ook met andere partners zoals de havenautoriteiten en de private sector. Onder meer de informatie-uitwisseling en havenbeveiliging worden opgedreven. Uiteraard kan ik niet verder in detail treden over de geplande maatregelen.

Op 18 september 2012 werd een raamakkoord ondertekend tussen de Federale politie en de Algemene Administratie van Douane en Accijnzen. Dit raamakkoord vormt het startschot om de samenwerking op te drijven tussen de Federale politie en de Douanediensten. Deze diensten zullen met elkaar operationele informatie uitwisselen, binnen de grenzen die worden toegestaan door het wettelijke kader. Er zullen gecoördineerde acties plaatsvinden en gemeenschappelijke opleidingen worden georganiseerd, en vervolgens zal er gestreefd worden naar een optimale inzet van de beschikbare technische middelen (scanners). Er bestaan al verschillende afspraken tussen de verscheidene actoren binnen de Antwerpse haveninfrastructuur. Vooral de informatie-uitwisseling (incidenten, beeldvorming…) is hierbij van wezenlijk belang. Op basis van de dagelijkse informatiestroom tussen de federale politie en douane kunnen de doelen nauwkeurig worden bepaald. Al deze aspecten komen ook aan bod bij de operationalisering van het nationaal veiligheidsplan. De internationale samenwerking met onze buurlanden en de landen van herkomst van de cocaïne staat ook centraal in de actieplannen. Aangezien het grootste deel van de ingevoerde cocaïne naar Nederland gaat, worden bijzondere inspanningen geleverd op het vlak van samenwerking met onze Nederlandse partners.

Wat de uitleveringen betreft, moet rekening gehouden worden met de Europese afspraken (verdragen, richtlijnen, Europees aanhoudingsbevel, Schengen, etc…). Verder heeft België in het kader van de thematiek “uitlevering en rechtshulp in strafzaken” verdragen afgesloten met Marokko, de Verenigde Staten van Amerika, Tunesië, China, Thailand, Australië, Kosovo, Congo en Brazilië.

Meer informatie hierover kan u verkrijgen bij mijn collega van Buitenlandse Zaken.