Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8420

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 8 maart 2013

aan de minister van Justitie

Dossiers van schijnhuwelijken overgemaakt door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie - Parket - Opvolging van de onregelmatige dossiers

schijnhuwelijk
officiële statistiek
gerechtelijke vervolging
strafsanctie
Dienst Vreemdelingenzaken

Chronologie

8/3/2013Verzending vraag
26/7/2013Antwoord

Vraag nr. 5-8420 d.d. 8 maart 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een antwoord op een schriftelijke vraag, antwoordde de staatssecretaris voor Asiel en Migratie dat het Bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken in 2012 9 064 administratieve onderzoeken voerde in het kader van de strijd tegen schijnhuwelijken. Dat zijn er iets minder dan in 2011 (10 728). Het aantal schommelt sinds 2009 rond de 10 000 per jaar. Deze dienst heeft met betrekking tot schijnhuwelijken een specifieke preventieve en repressieve taak en werkt hiervoor samen met lokale administraties, politiediensten, parketten en anderen. In 2012 werden onderzoeken opgestart rond 4 902 voorgenomen huwelijken en 4 162 reeds afgesloten huwelijken. Bij onregelmatigheden speelt de dienst de informatie door aan het parket.

Hierover de volgende vragen.

1) Hoeveel dossiers met onregelmatigeheden in verband met schijnhuwelijken ontvangt het parket jaarlijks, dit sinds 2006?

2) In hoeveel van deze dossiers (jaarlijks sinds 2006) werd er vervolging opgestart?

3) In hoeveel van deze dossiers (jaarlijks) werden er straffen uitgesproken?

4) Kunnen de uitgesproken straffen in categorieën worden ondergebracht?

5) Wat zijn de belangrijkste redenen om geen vervolging in te stellen?

6) Wat zijn de belangrijkste redenen waarom er geen veroordeling werd uitgesproken?

Antwoord ontvangen op 26 juli 2013 :

De cijfers in de tabellen in bijlage komen uit de gegevensbank van het College van Procureurs-generaal die gevoed wordt door de correctionele secties van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg (TPI/REA-systeem). De laatste gegevensextractie dateert van 10 januari 2013. 

De omzendbrief nr. COL 10/2009 van het College van Procureurs-generaal heeft nieuwe regels geintroduceerd over het coderen van zaken met betrekking tot schijnhuwelijken. Om die reden kunnen cijfers vanaf 2010 worden voorgesteld. 

27 van de 28 parketten geven hun correctionele zaken in het TPI/REA-systeem in. Het parket van Eupen registreert geen dossiers omwille van de afwezigheid van een Duitstalige versie van het systeem. Het parket van Eupen is dus niet opgenomen in de cijfers.

BIJLAGE 

Tabel 1: Aantal zaken betreffende schijnhuwelijken ingeleid bij de parketten tussen 1 januari 2010 en 31 december 2012, per gerechtelijke arrondissement en per instroomjaar (a en % in kolom). 

 

2010

2011

2012

TOTAAL

a

%

a

%

a

%

a

%

ANTWERPEN

ANTWERPEN[1]

 

 

 

 

 

 

 

 

MECHELEN

48

0,86

66

1,14

29

0,62

143

0,89

TURNHOUT

160

2,85

109

1,89

88

1,87

357

2,22

HASSELT

188

3,35

161

2,79

166

3,52

515

3,20

TONGEREN

36

0,64

89

1,54

116

2,46

241

1,50

BRUSSEL

BRUSSEL

2 036

36,29

2 112

36,60

1 590

33,75

5 738

35,66

LEUVEN

158

2,82

152

2,63

120

2,55

430

2,67

NIJVEL

97

1,73

91

1,58

79

1,68

267

1,66

GENT

GENT

238

4,24

224

3,88

191

4,05

653

4,06

DENDERMONDE

394

7,02

515

8,93

436

9,25

1 345

8,36

OUDENAARDE[2]

 

 

 

 

 

 

 

 

BRUGGE

319

5,69

325

5,63

226

4,80

870

5,41

KORTRIJK

317

5,65

291

5,04

242

5,14

850

5,28

IEPER

22

0,39

49

0,85

33

0,70

104

0,65

VEURNE

13

0,23

30

0,52

23

0,49

66

0,41

LUIK

LUIK

683

12,17

559

9,69

488

10,36

1 730

10,75

HOEI

32

0,57

26

0,45

29

0,62

87

0,54

VERVIERS

48

0,86

78

1,35

63

1,34

189

1,17

NAMEN

103

1,84

143

2,48

103

2,19

349

2,17

DINANT

39

0,70

35

0,61

48

1,02

122

0,76

AARLEN

32

0,57

30

0,52

25

0,53

87

0,54

NEUFCHATEAU

26

0,46

24

0,42

25

0,53

75

0,47

MARCHE-EN-FAMENNE

22

0,39

15

0,26

12

0,25

49

0,30

BERGEN

CHARLEROI

358

6,38

333

5,77

282

5,99

973

6,05

BERGEN

137

2,44

194

3,36

186

3,95

517

3,21

DOORNIK

104

1,85

119

2,06

111

2,36

334

2,08

BELGIË

5 610

100,00

5 770

100,00

4 711

100,00

16 091

100,00

Bron: gegevensbank van het College van procureurs-generaal - statistisch analisten 

Toelichting : 

Tussen 1 januari 2010 en 31 december 2012 zijn er 16 091 zaken betreffende schijnhuwelijken bij de correctionele afdelingen van de Belgische parketten van eerste aanleg ingestroomd. Bij die 16 091 zaken zijn 31 337 beklaagden betrokken, met andere woorden gemiddeld 1,95 beklaagde per zaak. In de overgrote meerderheid van de gevallen zijn twee beklaagden gecodeerd, maar het gebeurt uitzonderlijkwijs dat slechts één beklaagde is gecodeerd.   

Tabel 2: Aantal zaken betreffende schijnhuwelijken ingeleid bij de correctionele parketten tussen 1 januari 2010 en 31 december 2012, per instroomjaar en volgens de laatste stand van zaken op 10 januari 2013 (a en % in kolom). 

 

2010

2011

2012

TOTAAL

a

%

a

%

a

%

a

%

opsporingsonderzoek

698

12,44

1 31

22,77

2 061

43,75

4 073

25,31

sepot

4 159

74,14

3 729

64,63

2 087

44,30

9 975

61,99

terbeschikkingstelling

708

12,62

689

11,94

551

11,70

1 948

12,11

minnelijke schikking

1

0,02

2

0,04

3

0,02

onderzoek

6

0,11

3

0,05

1

0,02

10

0,06

raadkamer

6

0,11

2

0,03

1

0,02

9

0,06

dagvaarding & vervolg

31

0,55

33

0,57

8

0,17

72

0,45

onbekend/vergissing

1

0,02

1

0,01

TOTAAL

5 610

100,00

5 770

100,00

4 711

100,00

16 091

100,00

Bron: gegevensbank van het College van procureurs-generaal - statistisch analisten 

Toelichting : 

Op 10 januari 2013 bevond 25,31 % van de zaken betreffende schijnhuwelijken ingeleid bij de parketten tussen 1 januari 2010 en 31 december 2012 zich in de fase van het opsporingsonderzoek (4 073 op 16 091), 61,99 % van het totaal van die zaken werd geseponeerd (9 975 zaken); 12,11 % werd voor beschikking naar een andere instantie overgezonden (1 948 zaken) en 0,57 % (91 zaken) bevond zich tot slot in het stadium van het onderzoek, van de rechtspleging door de Raadkamer, van de dagvaarding of nog verder in de rechtspleging (bepaling van de rechtsdag voor de correctionele rechtbank, vonnis door de correctionele rechtbank). Er moet worden opgemerkt dat de voortgangsstaten "minnelijke schikking" of "bemiddeling in strafzaken" niet of zeer weinig voorkomen. 

Er moet worden onderstreept dat uitsluitend de laatste beslissing inzake de doorverwijzing van de zaken in aanmerking is genomen voor de opmaak van bovenstaande tabel. Zo zal een zaak waarvoor in het verleden een minnelijke schikking en vervolgens een dagvaarding werd voorgesteld, niet worden opgenomen in de rubriek "minnelijke schikking". 

521 gevoegde zaken in deze tabel hebben op 10 januari 2013 de stand van zaken gekregen van de moederzaak ervan. 204 ervan bevonden zich op die datum in de fase van het opsporingsonderzoek, 284 werden geseponeerd, 6 werden voor beschikking overgezonden en in 26 was vervolging ingesteld (onderzoek, raadkamer, dagvaarding en vervolg). 

Er moet worden opgemerkt dat de stand van zaken van de recente zaken zeer waarschijnlijk zal evolueren in de toekomst. Dat deze tabel cohorten van zaken weergeeft naar de stand van zaken op 10 januari 2013, verklaart het hoge percentage zaken die in 2012 nog in het stadium van het opsporingsonderzoek verkeren. Het is dus normaal dat naargelang van het bestudeerde cohort verschillende verhoudingen inzake de voortgangsstaten worden vastgesteld. Het is bijvoorbeeld logisch om verhoudingsgewijs een groter aantal zaken in opsporingsonderzoek aan te treffen bij de dossiers ingeleid in 2012 dan bij die ingeleid in 2010.  

De verschillende voortgangsstaten kunnen zijn : 

opsporingsonderzoek

Deze categorie omvat alle zaken die op 10 januari 2013 nog in het stadium van het voorafgaand opsporingsonderzoek verkeerden.

sepot

Het sepot is de voorlopige beslissing om af te zien van vervolging en maakt een einde aan het opsporingsonderzoek. De beslissing tot sepot is altijd voorlopig. Zolang de strafvordering niet is vervallen, kan de zaak opnieuw worden geopend.

terbeschikkingstelling

Deze rubriek bevat de zaken die op 10 januari 2013 ter beschikking waren overgezonden. Zolang de overgezonden zaken niet worden teruggestuurd naar het parket-verzender, blijven zij in deze stand van voortgang bij het parket van oorsprong, waar zij dan ook als afgesloten worden beschouwd. Deze zaken worden bij het doelparket onder een ander nummer opnieuw geopend.

minnelijke schikking

Deze categorie bevat de zaken waarvoor een minnelijke schikking is voorgesteld en waarin op een eindbeslissing wordt gewacht (daaronder begrepen de gedeeltelijk betaalde minnelijke schikkingen), de zaken die zijn afgesloten door de betaling van de minnelijke schikking en waarvoor de strafvordering is vervallen en ten slotte de zaken waarvoor de minnelijke schikking is geweigerd, maar die sindsdien nog niet naar een nieuwe voortgangsstaat zijn geëvolueerd.

bemiddeling in strafzaken

Deze categorie bevat de zaken waarvoor strafbemiddeling is voorgesteld en waarin op een eindbeslissing wordt gewacht, de zaken die zijn afgesloten door het naleven van de voorwaarden van de bemiddeling en waarin de strafvordering is vervallen en ten slotte, de zaken waarvoor de bemiddeling mislukt is, maar die sindsdien nog niet naar een nieuwe voortgangsstaat zijn geëvolueerd.

onderzoek

De rubriek onderzoek bevat de zaken ter zake waarvan een gerechtelijk onderzoek is ingesteld en waarvoor voor de raadkamer nog geen rechtsdag is bepaald met het oog op de regeling van de rechtspleging.

raadkamer

De rubriek Raadkamer omvat de zaken vanaf de fase van de regeling van de rechtspleging tot op het tijdstip waarop eventueel een rechtsdag voor de correctionele rechtbank wordt bepaald.  De zaken waarin is afgezien van vervolging behouden deze voortgangsstaat.

dagvaarding en vervolg

De rubriek rechtstreekse dagvaarding en vervolg bevat de zaken waarin er sprake is van een dagvaarding of een beslissing na de dagvaarding. Het betreft zaken waarvoor er een dagvaarding is, een rechtsdag voor de correctionele rechtbank bepaald is, een vonnis, verzet, hoger beroep, enz. is.

onbekend/vergissing

Deze rubriek omvat de zaken waarvoor geen enkele voortgangsstaat kon worden teruggevonden in het REA/TPI-computersysteem.

Tabel 3: Aantal geseponeerde zaken betreffende schijnhuwelijken, ingeleid bij de correctionele parketten tussen 1 januari 2010 en 31 december 2012, per instroomjaar en volgens de reden voor sepot op 10 januari 2013 (a en % in kolom). 

 

2010

2011

2012

TOTAAL

a

%

a

%

a

%

a

%

Sepositie van technische aard                                    

     2 945

  70,81

     2 551

  68,41

     1 369

  65,60

     6 865

  68,82

           geen misdrijf                                   

       685

  16,47

       540

  14,48

       243

  11,64

     1 468

  14,72

           onvoldoende bewijs                                  

     2 185

  52,54

     1 948

  52,24

     1 107

  53,04

     5 240

  52,53

           verval van de strafvordering                        

        12

   0,29

         2

   0,05

         2

   0,10

        16

   0,16

                verjaring                                      

         2

   0,05

         1

   0,03

         3

   0,03

                overlijden van de dader                                 

        10

   0,24

         1

   0,03

         1

   0,05

        12

   0,12

                intrekking van de klacht                            

         1

   0,05

         1

   0,01

           onontvankelijkheid van de strafvordering                    

        63

   1,51

        61

   1,64

        17

   0,81

       141

   1,41

                onbevoegdheid                                      

        62

   1,49

        61

   1,64

        16

   0,77

       139

   1,39

                kracht van gewijsde                        

         1

   0,02

         1

   0,05

         2

   0,02

Sepots om opportuniteitsredenen                   

     1 065

  25,61

       994

  26,66

       607

  29,08

     2 666

  26,73

           redenen eigen aan de aard van de feiten                   

       536

  12,89

       484

  12,98

       266

  12,75

     1 286

  12,89

                beperkte maatschappelijke weerslag                      

       129

   3,10

       131

   3,51

        37

   1,77

       297

   2,98

                toestand geregulariseerd                             

       334

   8,03

       288

   7,72

       187

   8,96

       809

   8,11

                misdrijf van relationele aard                

         2

   0,05

         1

   0,03

         1

   0,05

         4

   0,04

                nadeel gering                           

         1

   0,02

         1

   0,05

         2

   0,02

                redelijke termijn overschreden                  

        70

   1,68

        64

   1,72

        40

   1,92

       174

   1,74

           redenen eigen aan de persoonlijkheid van de dader           

       185

   4,45

        34

   0,91

        10

   0,48

       229

   2,30

                afwezigheid van voorgaanden                             

       113

   2,72

         6

   0,16

         1

   0,05

       120

   1,20

                toevallige feiten – specifieke omstandigheden      

         3

   0,07

         3

   0,03

                wanverhouding gevolgen - maatschappelijke verstoring     

        69

   1,66

        28

   0,75

         8

   0,38

       105

   1,05

                houding van het slachtoffer                        

         1

   0,05

         1

   0,01

           strafrechtelijk beleid                                   

       344

   8,27

       476

  12,76

       331

  15,86

     1 151

  11,54

                te weinig recherchecapaciteit                   

        16

   0,38

         8

   0,21

         3

   0,14

        27

   0,27

                andere prioriteiten                                  

       328

   7,89

       468

  12,55

       328

  15,72

     1 124

  11,27

Andere redenen voor sepot                            

       149

   3,58

       184

   4,93

       111

   5,32

       444

   4,45

           seining van de dader                                

       113

   2,72

       130

   3,49

        61

   2,92

       304

   3,05

           pretoriaanse probatie                                  

        35

   0,84

        54

   1,45

        50

   2,40

       139

   1,39

           administratieve geldboete                                  

         1

   0,02

         1

   0,01

TOTAAL                                                             

     4 159

 100,00

     3 729

 100,00

     2 087

 100,00

     9 975

 100,00

Bron: gegevensbank van het College van procureurs-generaal - statistisch analisten 

Toelichting : 

Van alle op 10 januari 2013 geseponeerde zaken was dat bij 68,82 % (hetzij 6 865 op 9 975) wegens technische redenen; de meest voorkomende technische redenen zijn 'onvoldoende bewijs' (52,53 %) en 'geen misdrijf' (14,72 %).  

Van alle geseponeerde zaken betreffende schijnhuwelijken was dat bij 26,73 % wegens opportuniteitsredenen (hetzij 2 666 op 9 975). De meest voorkomende opportuniteitsredenen zijn :

De categorie van de andere sepots omvat de administratieve geldboeten, de seining van de dader en de pretoriaanse probaties en vertegenwoordigt 4,45 % van het geheel van de zaken betreffende schijnhuwelijken. De seining van de dader is de vaakst voorkomende reden, met 3,05 % van het geheel van de geseponeerde zaken. 

Tabel 4: Aantal zaken betreffende schijnhuwelijken waarvoor de correctionele rechtbank een vonnis heeft gewezen, per instroomjaar en volgens het laatste soort gewezen vonnis (a en % in kolom) (Situatie op 10 januari 2013) 

 

2010

2011

2012

TOTAAL

a

%

a

%

a

%

a

%

Veroordeling

Veroordeling

10

47,62

1

5,56

2

100,00

13

31,71

Veroordeling met uitstel

1

4,76

1

5,56

.

.

2

4,88

Totaal rubriek

11

52,38

2

11,11

2

100,00

15

36,59

Opschorting

Gewone opschorting

1

4,76

1

5,56

.

.

2

4,88

Totaal rubriek

1

4,76

1

5,56

.

.

2

4,88

Vrijspraak

Vrijspraak

9

42,86

1

5,56

.

.

10

24,39

Totaal rubriek

9

42,86

1

5,56

.

.

10

24,39

Andere

Varia

.

.

14

77,78

.

.

14

34,15

Totaal rubriek

.

.

14

77,78

.

.

14

34,15

TOTAAL

21

100,00

18

100,00

2

100,00

41

100,00

Bron: gegevensbank van het College van procureurs-generaal - statistisch analisten 

Toelichting:

In casu worden de laatste soorten vonnissen meegerekend die in een zaak zijn gewezen. Indien eerst een vonnis bij verstek werd uitgesproken en daarna een vrijspraak op verzet werd gewezen, wordt enkel de vrijspraak opgenomen in deze tabel.

In tabel 3 hebben 72 zaken "dagvaarding en vervolg" als laatste stand van zaken. Op 10 januari 2013 was er een uitspraak in 41 ervan. Vijf van die zaken zijn gevoegde zaken en worden weergegeven volgens het laatste soort vonnis dat hun respectievelijke moederzaak heeft gekregen.

In deze tabel, net zoals in tabel nr. 3, beïnvloedt de leeftijd van het cohort het aantal uitgesproken vonnissen. Het aantal uitgesproken vonnissen voor de in 2010 binnengekomen zaken kan niet worden vergeleken met het aantal uitgesproken vonnissen voor de in 2012 binnengekomen zaken aangezien een deel daarvan zich nog steeds in de fase van het opsporingsonderzoek bevindt. 

[1] Het parket te Antwerpen codeert niet alle zaken betreffende schijnhuwelijken in de REA/TPI-toepassing. Dat parket heeft ons de volgende cijfers bezorgd: voor de jaren 2010 en 2011 respectievelijk 746 en 813 nieuwe zaken.

[2] Het parket te Oudenaarde codeert sinds 2012 alle zaken betreffende schijnhuwelijken in de REA/TPI-toepassing. Dat parket heeft ons de volgende cijfers bezorgd: voor de jaren 2010, 2011 en 2012 respectievelijk 39, 43 en 71 nieuwe zaken.