Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8268

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 20 februari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

De fietsendiefstallen

diefstal
tweewielig voertuig
gemeentepolitie

Chronologie

20/2/2013Verzending vraag
15/4/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2812

Vraag nr. 5-8268 d.d. 20 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het officiële aangiftecijfer voor fietsendiefstallen bedroeg in 2011 exact 35.823 fietsen. Het VTM-actualiteitenmagazine Telefacts berekende echter dat er in werkelijkheid vermoedelijk zo een 150.000 fietsen per jaar worden gestolen. Indien dit waar is, dan zou dit betekenen dat er dagelijks 414 fietsen worden gestolen, aan een ritme van elke 3,5 minuten één fiets.

Het belangrijke verschil tussen het aangiftecijfer en de raming wordt verklaard door het systematisch niet aangeven van zulke diefstal, vooral omdat die tot niets leidt. Voor de politie zijn fietsendiefstallen immers geen prioriteit. De ervaring van mensen die zo een diefstal aangaven, is niet meteen een stimulans.

Toch moeten deze cijfers tot reflectie aanzetten. Als men de gemiddelde waarde van een fiets zou ramen op 300 euro (oud, nieuw, modern, goede en slechte staat ), dan betekent dit een jaarlijks bedrag van 45.000.000 euro. Als daarbij nog de aankoopkosten van een nieuwe fiets worden gerekend, gemiddelde kostprijs 500 euro, komen we op een totaal van 75.000.000. Met deze ramingen zouden fietsendiefstallen in België jaarlijks een gezamenlijke schade van ruim 120.000.000 euro betekenen.

Hoe evalueert de minister de cijfers van het VTM-programma Telefacts, dat het jaarlijkse aantal gestolen fietsen berekende op 150.000 stuks? Kan de minister de schaderaming, die ruim 100.000.000 euro overstijgt, beamen?

Bevestigt de minister dat fietsendiefstallen geen prioriteit zijn voor de politie? Aanvaardt de minister de kritiek dat het expliciet niet prioritaire politiebeleid omtrent fietsendiefstallen, sterk bijdraagt tot het aantal diefstallen? Hoe verklaart de minister deze onverschilligheid, niet alleen in verhouding tot de problemen van elk slachtoffer (gemiddeld 414 diefstallen per dag!), maar ook ten opzichte van indrukwekkende gezamenlijk schade die hierdoor wordt veroorzaakt?

Waarom worden fietsdiefstallen niet daadkrachtiger en met meer slagkracht bestreden? Waarom lanceert de minister, via de politie, geen algemene actie om nieuwe fietsen automatisch, eenvoudig, eenvormig en eenduidig maar vooral op uiterst opvallende wijze te immatriculeren en op te nemen in een centrale, accurate databank, die ook voor al verkochte fietsen zou moeten dienen?

Antwoord ontvangen op 15 april 2013 :

Het officiële aangiftecijfer voor fietsdiefstallen in 2011 bedroeg niet 35 823 fietsen, maar 37 823 fietsen. Ik ga er inderdaad van uit dat dit niet het volledige cijfer is, maar dat het fenomeen fietsdiefstal ook een dark number kent. Dat blijkt onder meer uit de resultaten van de Veiligheidsmonitor, een bevraging van burgers naar het slachtofferschap van misdrijven. Ik kan niet beamen dat de schaderaming die ruim 100 miljoen euro overstijgt ook daadwerkelijk klopt. Wel is het zo dat elke diefstal een impact heeft op mensen en dat elke diefstal er één te veel is. Daarnaast zou ik de stelling durven nuanceren dat elk slachtoffer een nieuwe fiets koopt. Niet elk slachtoffer van fietsdiefstal investeert immers opnieuw in een fiets. Ook kunnen zij ervoor kiezen om een goedkope tweedehandsfiets te kopen in plaats van een splinternieuwe fiets.  

De aanpak van fietsdiefstal werd niet weerhouden als prioriteit in het Nationaal Veiligheidsplan. Dit betekent echter niet dat er geen belang gehecht wordt aan deze problematiek, integendeel. Zo op basis van lokale bepalingen, hebben 22 lokale politiezones fietsdiefstal als prioriteit opgenomen in hun zonaal veiligheidsplan. Bijkomend hebben 36 van de 102 gemeenten met een strategisch veiligheids- en preventiecontract fietsdiefstal als prioriteit aangeduid.

Er zijn meerdere factoren die een invloed kunnen hebben op de evolutie van een criminaliteitsfenomeen zoals fietsdiefstal. Daarbij kan het opsporings- en vervolgingsbeleid een rol spelen, maar ook andere zaken zoals het aanbod aan fietsen en de beveiliging van de fiets. 

Zowel op het federale als op het lokale niveau is er allerminst onverschilligheid ten aanzien van het fenomeen fietsdiefstal. Hier enkele voorbeelden van verschillende acties genomen door partners  

Sinds de jaren ’90 bieden heel wat preventiediensten de burger aan om gratis hun fiets te laten graveren met hun rijksregisternummer, een uniek nummer dat de fiets terug naar zijn eigenaar kan leiden indien de fiets gestolen en teruggevonden werd. Daarnaast bestaat er ook de website www.gevondenfietsen.be waarop burgers op zoek kunnen gaan naar hun fiets.