Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8227

van Elke Sleurs (N-VA) d.d. 20 februari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Het forfait voor geneesmiddelen in ziekenhuizen en het verbruik van generieken

geneesmiddel
ziekenhuis
kosten voor gezondheidszorg

Chronologie

20/2/2013Verzending vraag
6/3/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3007

Vraag nr. 5-8227 d.d. 20 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sedert 1 juli 2006 bestaat er in de acute ziekenhuizen (met minstens een dienst C, D en/of E) een systeem van forfaitaire vergoeding van toegediende farmaceutische specialiteiten per verblijf, ongeacht het reële verbruik.

Het forfait van farmaceutische specialiteiten van elk ziekenhuis wordt berekend, uitgaande van een nationale gemiddelde kost per APR-DRG en per graad van ernst. Het forfait per APR-DRG en per ernstgraad zou de volledige kost van de farmaceutische specialiteiten in algemene ziekenhuizen moeten dekken voor die APR-DRG.

Intussen zijn er al heel wat gegevens beschikbaar omtrent dit ingestelde forfait en zijn er ook nieuwe geneesmiddelen op de markt gekomen die al dan niet tot de forfaitlijst behoren.

Graag had ik van de geachte minister een antwoord op de volgende vragen:

1) Denkt u eraan de formule voor forfaitberekening te laten herzien en door een meer onafhankelijke groep te laten bepalen?

2) Van het forfait blijft 25 % uitbetaald per voorgeschreven specialiteit, met als doel voldoende registratie te kunnen doen voor verdere analyse van het voorschrijfgedrag. Ook de facturatie dient het huidige systeem te volgen: in forfait en buiten forfait, alsook daghospitalisatie, wat geen vereenvoudiging inhoudt.

a) Wordt voor de toekomst voorzien in een vereenvoudiging van het systeem?

b) Door deze 25 % regel is het voor ziekenhuizen mogelijk originelen goedkoper aan te kopen dan generieken, mede door het feit dat de inkoopprijs veel lager ligt dan de facturatieprijs (dus de tariefprijs). Hierdoor wordt het verbruik van generieken niet gestimuleerd, wat nochtans in de lijn van uw beleid ligt. Wat is uw visie hieromtrent ?

Antwoord ontvangen op 6 maart 2013 :

De herziening van de berekeningswijze van het forfait voor de geneesmiddelen afgeleverd aan gehospitaliseerde patiënten in ziekenhuizen is niet aan de orde. 

In tegenstelling tot u denk ik, over het algemeen, dat de prijsverschillen tussen de generische en originele geneesmiddelen voldoende groot zijn zodat men er geen financieel voordeel bij heeft om duurdere geneesmiddelen aan te kopen in het kader van het forfait. Het feit dat er 25 % van de prijs van een duurder geneesmiddel wordt aangerekend aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) vormt inderdaad geen compensatie van het feit dat de 75 % in het forfait een hoger bedrag vertegenwoordigen. 

U zegt dat de aankoopprijs van originele geneesmiddelen vaak lager ligt dan de gefactureerde prijs. Dit klopt, maar het geldt ook voor de generische geneesmiddelen.  

Ik denk dus niet dat men op het vlak van het forfait moet ingrijpen. 

Maar het is daarentegen evident dat de nieuwe verplichting om een beroep te doen op openbare aanbestedingen een positieve impact zou moeten hebben op de transparantie van de prijzen van geneesmiddelen in de ziekenhuizen.