Belastingcontrole op politici - Specifieke belastingdienst - Werking
fiscale controle
belasting van natuurlijke personen
politicus
officiële statistiek
afgevaardigde
11/2/2013 | Verzending vraag |
21/3/2013 | Antwoord |
Politici zouden worden toegewezen aan een specifieke belastingdienst voor de behandeling van hun fiscaal dossier.
Hierover de volgende vragen:
1) Kan de minister bevestigen dat politici worden toegewezen aan een specifieke belastingdienst? En zo ja,
a) Over welke politici gaat het? Hoe wordt dit afgebakend? Aan welke publieke mandaten is dit gekoppeld?
b) Hoeveel personen (voltijdsequivalenten) werken voor deze dienst? Hoeveel hiervan behoren tot de Nederlandstalige, respectievelijk de Franstalige taalrol? Wie is leidende ambtenaar van deze dienst?
c) Wie controleert de werking van deze dienst? Hoe wordt nagegaan hoe deze controles en werkwijzen op een objectieve wijze gebeuren?
d) Hoeveel dossiers (politici) volgt de dienst op? In hoeveel van die dossiers werd in respectievelijk 2009, 2010, 2011 en 2012 beslist om tot een fiscale controle over te gaan ? Graag per jaar een aantal.
e) Op welke basis wordt daarbij beslist om over te gaan tot een fiscale controle? Gebeurt dit per steekproef of op basis van bepaalde (verdachte) aanwijzingen? Wordt daarbij gekeken naar een evenredige verdeling over de verschillende in het parlement vertegenwoordigde partijen?
f) Kan de minister mij een lijst bezorgen van het aantal controles in respectievelijk 2009, 2010, 2011 en 2012, opgedeeld per partij waartoe de gecontroleerde behoort?
2) Bestaan er andere categorieën personen (bijv. beroepen met gezagsfunctie zoals magistraten, agenten, enz.) die onder een specifieke belastingdienst vallen? Zo ja, welke zijn deze?
3) Worden belastingcontroleurs toegewezen aan een specifieke belastingdienst? Vraagt hun unieke kennis van het systeem een bijzondere opvolging?
1. a) Er bestaat sinds 1997 binnen de schoot van de huidige Algemene Administratie van de Fiscaliteit inderdaad een specifieke operationele dienst die belast is met het onderzoek van de aangifte in de personenbelasting van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat, de gemeenschaps-en gewestparlementen en het Europees Parlement (artikel 27, 5° WIB92).
Die dienst, het Controlecentrum Brussel 4, is eveneens belast met het onderzoek van de inkomsten van de echtgenoot/wettelijk samenwonende wanneer de aanslag wordt gevestigd op naam van beiden, en met het onderzoek van de inkomsten van de kinderen indien deze inkomsten dienen te worden gevoegd bij de inkomsten van de ouders.
b) De huidige dienst bestaat uit :
het diensthoofd (nederlandstalig)
6 personeelsleden (3 nederlandstaligen, 2 franstaligen en 1 duitstalige)
2 stagiaires in opleiding)
c) De dienst staat onder rechtstreeks toezicht van de Gewestelijke directie Brussel II Vennootschappen, die op haar beurt ressorteert onder de Administrateur Kleine en Middelgrote Ondernemingen (KMO) van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën. Deze laatste waakt over de goede en correcte werking van de betrokken dienst.
d) Het aantal per aanslagjaar door de dienst te behandelen dossiers schommelt tussen 580 en 730. Voor de gevraagde gegevens, dient men zich te richten naar de Jaarverslagen van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit.
e) Alle dossiers van parlementairen worden in principe om de 2 jaar voor 2 aanslagjaren samen gecontroleerd. Het diensthoofd kan evenwel een selectie maken uit de dossiers wat betreft de aard van de verificatie. Die hangt onder andere af van de uitgeoefende activiteiten van de parlementair en/of zijn echtgenoot of wettelijk samenwonende, of van het belang van vastgestelde problemen.
f) Voor alle dossiers wordt elk aanslagjaar op dezelfde manier onderzocht, onafhankelijk van het Parlement, de taalgroep of de politieke partij waarvan de mandataris afhangt. Er worden dus geen gegevens bijgehouden van de partij waartoe een parlementair behoort.
2. Enkel voor de doelgroep van de politici bestaat er een specifieke controledienst. Alle andere beroepen worden aan een controledienst toegewezen op basis van hun woonplaats en het type belasting waar ze aan onderworpen zijn. 3. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de toewijzing van personeel aan het Controlecentrum Brussel 4 en dat van andere controlediensten. Het is daarbij de bedoeling om alle belastingplichtigen op eenzelfde manier te behandelen.