Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7999

van Louis Ide (N-VA) d.d. 30 januari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Robotchirurgie - Da Vinci-robot - Patiënten - Ereloonsupplementen

chirurgie
geografische spreiding
gezondheidsstatistiek
kosten voor ziekenhuisopname
ziekenhuis

Chronologie

30/1/2013Verzending vraag
18/3/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7999 d.d. 30 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Meer en meer worden er geavanceerde technieken gebruikt tijdens operaties. Zo ook wordt gebruik gemaakt van de Da Vinci-robotchirurgie. Ik heb dan ook de volgende vraag met betrekking tot de patiënten die met behulp van deze techniek worden behandeld.

Wat is het percentage patiënten dat in een eenpersoonskamer met ereloonsupplementen verblijft en wat is het percentage van patiënten dat in een twee- of meerpersoonskamer verblijft met ereloonsupplementen en zonder ereloonsupplementen?

a) Graag voor de jaren 2009, 2010, 2011, 2012

b) Graag een opsplitsing per gewest.

c) Graag een onderscheid tussen academische ziekenhuizen en niet-academische ziekenhuizen.

Antwoord ontvangen op 18 maart 2013 :

Het materiaal voor een robotgeassisteerde radicale prostatectomie wordt terugbetaald via een akkoordverklaring. Enkel de verplegingsinrichtingen die aan de voorwaarden voldoen en die zijn toegetreden tot de akkoordverklaring kunnen de verstrekking aanrekenen.  

Het gebruiksmateriaal kan aangerekend worden onder de pseudonomenclatuurcode 777114-777125 (Geheel van gebruiksmateriaal voor het uitvoeren van de verstrekking 261796-261800 via endoscopische robotgeassisteerde chirurgie – Creatiedatum 1 oktober 2009). 

De tegemoetkoming voor de verstrekking 777114-777125 moet beschouwd worden als een forfaitair bedrag. 

In tabel 1 hieronder vindt u het aantal gevallen en uitgaven voor de jaren 2009, 2010 en 2011 opgesplitst per gewest . De gegevens van 2012 zijn nog niet beschikbaar. In tabel 2 hieronder kan worden vastgesteld dat slechts twee universitaire ziekenhuizen die verstrekking in 2010 en 2011 hebben verricht, met een zeer klein aantal gevallen. 

Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) beschikt niet over informatie betreffende het type kamer waarin de patiënt verblijft, noch betreffende de supplementen die zouden zijn aangerekend.

TABLEAU 1 – TABEL 1 

N°nom./Nomnr.

Région/Gewest

Dépenses 2009

Uitgaven 2009

Dépenses 2010

Uitgaven 2010

Dépenses 2011

Uitgaven 2011

777125

Flandre – Vlaanderen

36 701,93

 

799 817,33

1 074 920,91

777125

Wallonie – Wallonië

3 432,56

84 907,14

162 020,66

777125

Rég. Bruxelles-Capitale – Brussels Hoofd. Gew.

792,13

31 960,06

68 223,36

777125

Non réparti – Onverdeeld

0,00

2 131,98

3 197,97

TOTAL – TOTAAL

40 926,62

918 816,51

1 308 362,90

N°nom./Nomnr.

Région/Gewest

Cas 2009

Gevallen 2009

Cas 2010

Gevallen 2010

Cas 2011

Gevallen 2011

777125

Flandre – Vlaanderen

37

756

1 009

777125

Wallonie – Wallonië

4

80

152

777125

Rég. Bruxelles-Capitale – Brussels Hoofd. Gew.

1

30

64

777125

Non réparti – Onverdeeld

0

2

3

TOTAL – TOTAAL

42

868

1 228

TABLEAU 2 – TABEL 2

Hôpitaux universitaires/

Universitaire ziekenhuizen

2009

2010

2011

Nombre d’hôpitaux/

Aantal ziekenhuizen

 

2

2

Cas/Gevallen

 

52

57

% du total/ % van het totaal

 

6,0 %

4,6 %