De nieuwe definitie van het leercontract en de wetgeving op werkongevallen
arbeidsongevallenverzekering
leerjongen
assistentschap
Fonds voor Arbeidsongevallen
24/1/2013 | Verzending vraag |
28/4/2014 | Einde zittingsperiode |
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2734
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7973
Het beheerscomité van het Fonds voor arbeidsongevallen (FAO) nam kennis van het gemeenschappelijk advies dat de Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven op 25 mei 2011 hebben uitgebracht op vraag van uw voorgangster, mevrouw Milquet.
In dat advies formuleren de Raden een federale sokkel met minimumvoorwaarden inzake arbeidsrecht en sociale zekerheid voor de verschillende formules van alternerend leren en werken. Er werd een nieuw voorstel van de definitie van “leerling” en “leerovereenkomst” geformuleerd, afhankelijk van de onderworpenheid aan de sociale zekerheid.
Het FAO heeft de mogelijke weerslag onderzocht van de verruiming van het begrip “leerovereenkomst” op de toepassing van de arbeidongevallenwetgeving op die categorieën van personen.
Het beheerscomité besliste deze analyse op te nemen in het globaal debat omtrent de alternatieve vormen van wedertewerkstelling. De juridische werkgroep werd belast met een onderzoek van de bijzondere vormen van tewerkstelling en opleiding. De bedoeling is te komen tot een oplossing voor elk van de situaties in een coherent geheel, dat ook voor toekomstige evoluties kan worden gebruikt.
Wat is het besluit van het FAO betreffende de gevolgen van de nieuwe definitie van “leerling” en “leerovereenkomst” op de toepassing van de arbeidsongevallenwetgeving? Heeft de juridische werkgroep alle bijzondere vormen van tewerkstelling en opleiding onderzocht? Zo ja, welke zijn het?