Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7851

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 21 januari 2013

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

Asielaanvragen wegens genitale verminking - Evolutie - Gevolgen - Buurlanden - Misbruik - Onderzoek

seksuele verminking
politiek asiel
officiële statistiek
asielzoeker

Chronologie

21/1/2013Verzending vraag
11/3/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7851 d.d. 21 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het verleden hebben heel wat Afrikaanse gezinnen asiel aangevraagd om hun dochters te behoeden voor genitale verminking. Genitale verminking is nog steeds een gebruik in vele Afrikaanse landen. Veel ouders maken zich zorgen om hun dochters en ontvluchten daarom hun land.

De commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen verklaarde in het verleden dat het risico op genitale verminking een gegronde reden is om het kind en de ouders het statuut van vluchteling toe te kennen.

Sinds 2007 zou het aantal asielaanvragen om die reden gestegen zijn, omdat het CGVS dan een actief beleid rond genitale verminking voerde.

Graag kreeg ik dan ook een antwoord op volgende vragen :

1) Kunt u van 2007 tot 2012 de cijfergegevens meedelen van de asielaanvragen op grond van genitale verminking ?

2) Is dat aantal de afgelopen jaren geëvolueerd, verminderd of toegenomen?

3) Kunt u ook het aantal positieve beslissingen en afwijzingen meedelen voor de jaren 2007 tot 2012 ?

4) Hebt u kennis van de algemene toestand bij onze buurlanden ?

5) Uit welke landen of streken zijn de meisjes afkomstig?

6) Vreest u al dan niet een misbruik van dit soort aanvragen ?

7) Hoe verloopt het onderzoek vooraleer asiel wordt verleend wegens genitale verminking?

Antwoord ontvangen op 11 maart 2013 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Met betrekking tot de behandeling van asielaanvragen op basis van het motief genitale verminking, gebeurt de beoordeling door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) en in beroep door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV). Beide instanties voeren hun opdracht, meer bepaald het beoordelen of een persoon in aanmerking komt voor een toekenning van de status van vluchteling of van de subsidiaire beschermingsstatus, in onafhankelijkheid uit.

1) - 2) - 3) Het is moeilijk om het aantal asielaanvragen dat geheel of gedeeltelijk gebaseerd is op het motief “genitale verminking” op exhaustieve wijze te kennen, aangezien dit motief niet altijd van bij het begin maar vaak in de loop van de procedure wordt ingeroepen. Het is daarentegen wel mogelijk om het aantal asielbeslissingen van het CGVS waarvan het motief “genitale verminking” aan de basis ligt, te weten te komen, en dit op basis van de sleutelwoorden in de database van het CGVS. Het CGVS stelt vast dat het aantal van dergelijke asielbeslissingen de laatste jaren is toegenomen. Het aantal positieve en weigeringsbeslissingen fluctueert.

In 2007 nam het CGVS 83 beslissingen betreffende asielaanvragen met “vrouwelijke genitale verminking” als vervolgingsmotief. In 47 gevallen werd het statuut van vluchteling verleend en in 36 gevallen was er sprake van een afwijzing van het vluchtelingenstatuut of van subsidiaire beschermingsstatus. In 2008 nam het CGVS 185 dergelijke beslissingen, waarvan 141 erkenningen en 44 afwijzingen. In 2009 nam het CGVS 160 dergelijke beslissingen, waarvan 100 erkenningen, 2 toekenningen subsidiaire bescherming en 58 afwijzingen. In 2010 nam het CGVS 223 dergelijke beslissingen, waarvan 113 erkenningen, 1 toekenning van subsidiaire bescherming en 109 afwijzingen. In 2011 nam het CGVS 378 beslissingen, waarvan 260 erkenningen, 2 toekenningen van subsidiaire bescherming en 116 afwijzingen. In 2012 nam het CGVS 490 dergelijke beslissingen, waarvan 206 erkenningen en 284 afwijzingen.

4) Voor Nederland, Duitsland en Zwitserland kon geen enkele schatting van de situatie in deze landen worden gemaakt. Frankrijk vermeldt een schatting van 500 à 1.000 asielaanvragen per jaar op basis van dit motief. Dit cijfer is relatief stabiel sinds 2008.

5) Een analyse gemaakt op basis van de asielbeslissingen van het CGVS genomen in 2011 wijst er op dat de meeste vrouwen die genitale verminking als asielmotief inroepen afkomstig zijn uit Guinee, Kenia, Nigeria, Somalië, Senegal en Ivoorkust.

6) – 7) De beslissingen tot erkenning van de vluchtelingenstatus op basis van dit motief worden genomen om precies een toekomstige besnijdenis te voorkomen. De eventuele pogingen tot misbruik van de asielprocedure door dit motief te gebruiken worden zeker bestreden door het feit dat ervaren artsen die door het CGVS gekend zijn betrokken worden.

De individuele situatie van de asielzoekster wordt enerzijds onderzocht op basis van objectieve informatie over het land van herkomst (het percentage genitale verminkingen en het feit of de overheid deze besnijdenis al dan niet kan of wil verhinderen), die werd ingewonnen door deskundige researchers van het CGVS bij betrouwbare bronnen en anderzijds op basis van de analyse van het individuele profiel van de persoon die asiel aanvraagt voor haar dochter of voor zichzelf.