Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7776

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 16 januari 2013

aan de minister van Werk

de bestrijding van de lage tewerkstellingsgraad bij de buiten de Europese Unie geboren Belgen

buitenlandse staatsburger
werkende beroepsbevolking
armoede
migrerende werknemer

Chronologie

16/1/2013Verzending vraag
21/5/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2855

Vraag nr. 5-7776 d.d. 16 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Actualiteit

- De Nationale Bank publiceerde opvallende cijfers over de werkgelegenheidsgraad

- Inwoners geboren buiten de EU scoren qua tewerkstelling amper 45,8%

- Dus minder dan 50% van onze landgenoten geboren buiten de EU is actief op de arbeidsmarkt

- Dit is het laagste cijfer in heel Europa

- Daarbij is de kloof in tewerkstelling met de "autochtone" bevolking bijzonder groot: bijna 20%: de grootste kloof in de EU

- Vooral "allochtone" vrouwen scoren bijzonder laag: amper 37% is actief werkend

- De oorzaken zijn complex, maar de Nationale Bank wijst er enkele belangrijke aan:

- Discriminatie - dit werd al ettelijke keren schrijnend bewezen

- Een systematische ondervertegenwoordiging van migranten in overheidsdiensten en onderwijs. Daar liggen nog ronduit belachelijke drempels van nationaliteit, niet gehomologeerde diploma's enz.

- De relatief lage scholingsgraad van migranten

- Vaak actief in economisch zeer kwetsbare sectoren

- Koppel deze vaststellingen aan wat vorige week nog werd gesteld over armoede en in het bijzonder armoede bij immigranten

- De OESO noemt de toestand in België "bijzonder verontrustend"

Vraag

Welke concrete maatregelen neemt en plant de minister om de uiterst lage werkgelegenheidsgraad bij Belgen geboren buiten de EU, o.a. veroorzaakt door racisme en een ondervertegenwoordiging bij alle vormen van overheidspersoneel, op te krikken en daarmee ook concreet iets te doen aan het dichten van de steeds grotere achterstelling, sociale uitsluiting en armoede waarin steeds meer Belgen van etnisch-cultureel diverse achtergrond verzeilen en daardoor tegelijkertijd de neerwaartse spiraal gekoppeld aan de toenemende armoede bij kinderen een halt toe te roepen? In welke mate kan de minister hieromtrent haar collega van armoedebestrijding activeren?

Antwoord ontvangen op 21 mei 2013 :

De problematische situatie van niet-EU-burgers in ons land is bekend, en het is inderdaad erg zorgwekkend dat we de slechtste score in de EU laten optekenen. De cijfers die de Nationale Bank publiceerde zeggen overigens niet alles, en om een meer gedetailleerd beeld te krijgen van de integratie op de arbeidsmarkt van mensen met een migratie-achtergrond, ook de tweede en derde generatie, werkt mijn administratie samen met het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding aan een rapport op basis van de gegevens die de Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid ter beschikking stelt.

Uiteraard volstaat het niet om de toestand in kaart te brengen, er moeten ook maatregelen worden genomen. Zoals het geachte lid suggereert wil ik hier samen met mijn collega’s in de federale regering aan werken. In dat verband wil ik wel opmerken dat het hier zeker niet alleen over federaal beleid gaat, ook de gewesten en gemeenschappen moeten hun verantwoordelijkheid opnemen. En dat geldt evenzeer voor de sociale partners. Bovendien wil ik erop wijzen dat niet-EU-burgers, zoals alle groepen die zwakker staan, vooral baat zullen hebben bij een beter functionerende arbeidsmarkt in ons land. Ook veel maatregelen om bepaalde doelgroepen die zwakker staan op de arbeidsmarkt beter te integreren zullen in belangrijke mate de niet-EU-burgers ten goede zullen komen. Zo denk ik aan de maatregelen voor jongeren waartoe de regering vorig jaar heeft beslist.