Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7741

van Inge Faes (N-VA) d.d. 15 januari 2013

aan de minister van Justitie

Polygraaf - Gebruik in strafzaken in 2012 - Resultaten

officiële statistiek
strafprocedure
bewijs
wetenschappelijk apparaat
gerechtelijk onderzoek

Chronologie

15/1/2013Verzending vraag
26/7/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7741 d.d. 15 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 1998 werd voor de eerste maal in België en West-Europa forensische polygrafie gebruikt in het kader van een strafrechtelijk dossier. Deze tests werden uitgevoerd door een Canadese, Franssprekende polygrafist van de Sûreté de Quebec. Wat de Nederlandstalige dossiers betreft, werd een beroep gedaan op een Zuid-Afrikaanse politieman-polygrafist. Sinds 1998 is het dus mogelijk om binnen een strafrechtelijk dossier van een getuige, verdachte, informant of slachtoffer een polygraaftest af te nemen.

Om het gebruik van de polygraaf in strafzaken te kunnen onderzoeken had ik graag volgende cijfers.

1) In hoeveel dossiers werd in 2012 een polygraaftest gebruikt?

Dit cijfer had ik graag onderverdeeld in:

a. Het gerechtelijk arrondissement waarin de test plaatsvond;

b. Het aantal personen per dossier dat met een polygraaf is verhoord;

c. De hoedanigheid van deze personen (getuige, verdachte, informant, slachtoffer) en hun taalrol;

d. Het misdrijf dat in het dossier onderzocht werd.

2) Betreffende de resultaten van de polygraaftest:

a. Hoeveel testen zijn geloofwaardig?

b. Hoeveel testen zijn ongeloofwaardig?

c. Hoeveel testen zijn onbeslist?

d. Hoeveel testen werden onderbroken, wat was de reden hiervoor?

e. In hoeveel gevallen leidde een polygraaftest rechtstreeks tot een bekentenis?

Antwoord ontvangen op 26 juli 2013 :

1)     De polygraaftest werd in 2012 in 461 dossiers gebruikt. 

a)     De polygraaftesten vonden plaats in het gerechtelijk arrondissement Brussel (Directie voor de technische en wetenschappelijke politie (DJT), dienst gedragswetenschappen (GWSC). 

Wat betreft b, c en d: er zou een manuele telling nodig zijn om deze vragen te beantwoorden. Deze kan niet worden uitgevoerd in het kader van deze vraag. 

2)     Op 461 testen in 2012, waren : 

a)     191 testen niet leugenachtig ;

b)     66 testen leugenachtig, waarbij nadien 32 bekentenissen volgden ;

c)     26 testen onbeslist wat betreft het resultaat ;

d)     84 testen onvolledig (o.a. omwille van het feit dat de test was gestopt op basis van medische aard, bijvoorbeeld wegens gebruik van verdovende middelen) ;

e)     94 tests geregistreerd als niet uitgevoerd, omdat de persoon die moest worden verhoord niet kwam opdagen.