Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-755

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 28 december 2010

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Inbraakalarmen - Aangiftemethode

beveiliging en bewaking
elektronische overheid
diefstal
gemeentepolitie

Chronologie

28/12/2010Verzending vraag
20/6/2011Antwoord

Vraag nr. 5-755 d.d. 28 december 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

Opdat de politie op een meer efficiënte en gerichte manier zou kunnen optreden, bepaalde het koninklijk besluit van 25 april 2007 dat alle inbraakalarmsystemen moesten worden geregistreerd in een centrale databank, die door alle politiezones zou kunnen worden geraadpleegd.

Als een alarm werd beheerd door een alarmcentrale, stond die laatste in voor de registratie. De andere gebruikers moesten zelf de gegevens aan het contactpunt bezorgen.

Alle aangiften moesten uiterlijk op 1 maart 2010 en uitsluitend elektronisch ingediend zijn, via de internetsite www.police-on-web.be.

Het is vreemd dat in geen enkele andere manier van aangifte voorzien is omdat deze methode niet beantwoordt aan de vereisten van een administratie die toegankelijk is voor het publiek en de gelijke behandeling van de burgers respecteert. Immers, 30% van de bevolking zou nog geen rechtstreekse toegang tot het internet hebben en anderen zouden te arm zijn om gebruik te kunnen maken van de nieuwe technologieën om op die manier hun administratieve verplichtingen te kunnen vervullen.

Mevrouw de minister,

Waarom is niet voorzien in een andere aangiftemethode? Heeft de federale ombudsman hier klachten over gekregen? Zo ja, hoe werden die geschillen beslecht?

Antwoord ontvangen op 20 juni 2011 :

Het eachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vraag.

Van het begin van dit project is er rekening gehouden met het feit dat niet alle gebruikers over een internetaansluiting beschikken. Daarom werden volgende mogelijkheden voorzien:

a. De aangifte van het alarmsysteem is niet gekoppeld aan een internetadres, maar enkel aan de identificatie van de gebruiker. Dit stelt de gebruiker toe de registratie te verrichten op gelijk welke computer met internetaansluiting (familie, vrienden, publieke internettoegang, werk, enzovoort). Ook een aantal lokale politiezones stelden een internettoegang ter beschikking om de aangifte te doen.

b. Beveiligingsondernemingen bieden de gebruiker aan om zijn systeem via hun internetaansluiting te registreren via http://www.policeonweb.be./http://www.policeonweb.be./www.policeonweb.be.http://www.policeonweb.be./

Daarom is er, bij de opstart van het project door mijn administratie een infocampagne doorgevoerd bij de nagenoeg 750 beveiligingsondernemingen in ons land en hun beroepsverenigingen. De regelgeving voorziet immers dat elk alarmsysteem, jaarlijks moet onderworpen worden aan een onderhoud. Enkel erkende beveiligingsondernemingen mogen nieuwe alarmsystemen installeren en een onderhoud aanbieden en uitvoeren bij de gebruikers. Dit heeft als gevolg dat elke gebruiker in principe minstens één keer per jaar het bezoek krijgt van een beveiligingsonderneming.

De Federale Ombudsman heeft inderdaad een aantal klachten hierover gekregen. Mijn administratie heeft op 29 september 2010 dan ook een vergadering gehad met de Federale Ombudsman om dit probleem op te lossen.

Indien blijkt dat de hierboven vermelde maatregelen niet toereikend zijn voor een individu, wordt hieraan tot slot tegemoet gekomen door mijn administratie doordat zij in de plaats van deze personen, de registratie verricht. Hiervoor zijn de telefoonnummers van de betrokken medewerkers bekendgemaakt aan alle lokale politiezones en zijn ze ook bekendgemaakt via de folders over deze aangelegenheid.

Tot op heden maakten 97 personen gebruik van deze procedure.