Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7513

van Yoeri Vastersavendts (Open Vld) d.d. 7 december 2012

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister

Illegaal verwijderen van asbest - Stand van zaken - Controles

asbest
arbeidsinspectie

Chronologie

7/12/2012Verzending vraag
31/1/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7512

Vraag nr. 5-7513 d.d. 7 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Alleen bedrijven die de daarvoor vereiste vergunning hebben mogen asbest verwijderen. Als een onderneming voor een dergelijke vergunning in aanmerking wil komen, dan zal ze aan strenge - kostbare - veiligheidseisen moeten voldoen ter bescherming van de werknemers.

De ondernemingen die zonder vergunning asbest verwijderen, zullen in Nederland hard worden aangepakt. De Nederlandse Arbeidsinspectie gaat daarvoor nauw samenwerken met de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD). De Arbeidsinspectie gaat in 2012 op in de nieuwe inspectie SZW, waarin ook de SIOD en IWI (Inspectie Werk en Inkomen) worden ondergebracht.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Hoeveel vaststellingen werden in 2009, 2010 en 2011 op jaarbasis gedaan wegens het illegaal verwijderen van asbest? Om hoeveel dossiers ging het jaarlijks? Om welke hoeveelheden asbest? Hoeveel boetes werden uitgeschreven? Als de minister of de staatssecretaris hierop geen antwoord kan geven, waarom niet?

2) Zijn zij bereid naar Nederlands voorbeeld meer inspecties op te zetten tegen de illegale verwijdering van asbest, gelet op de grote risico's voor de volksgezondheid?

3) Is er een tendens in het aantal vaststellingen van illegale verwijdering van asbest? Kan de minister of staatssecretaris uitvoerig toelichten en aangeven welke handhavingsmaatregelen hij of zij verder gaat nemen?

Antwoord ontvangen op 31 januari 2013 :

De gestelde vraag behoort niet tot mijn bevoegdheid maar tot de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Werk, Monica De Coninck aan wie de vraag ook werd gesteld.