Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7500

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 7 december 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Begeleiding van uitzonderlijke transporten - Transportfirma's en begeleidingsbedrijven - Wet op de private veiligheid - Buitenlandse begeleidingsbedrijven - Controles - Melding van begeleidingen

beveiliging en bewaking
toestemming tot vervoer
vervoersvoorschriften
concurrentiebeperking
vervoersonderneming
buitenlandse onderneming
verkeerscontrole
politiecontrole
wegvervoer

Chronologie

7/12/2012Verzending vraag
3/1/2013Dossier gesloten

Vraag nr. 5-7500 d.d. 7 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sedert juni 2010 vallen transportfirma's die uitzonderlijke transporten verrichten als 8e activiteit onder de Wet op de private veiligheid. Bijgevolg maken de begeleidingsbedrijven geen deel meer uit van het transportgebeuren, maar worden ze gelijkgesteld met bewakingsfirma's. Hierdoor worden ze geconfronteerd met allerhande administratieve lasten. Ze vallen hierdoor tevens onder het paritair comité 317. Dit comité hanteert veel hogere lonen dan het paritair comité 100 of 140 transport en 226 internationale handel, waaronder de bedrijfstak logischerwijze zou moeten ressorteren.

Toen de maatregel in mei 2010 werd ingevoerd, konden ook buitenlandse begeleidingsbedrijven een aanvraag indienen bij Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken (FOD IBZ). Die buitenlandse begeleidingsbedrijven moeten evenwel niet voldoen aan de voorwaarden van het PC317. Ze kunnen in België aan dumpingtarieven komen werken. Gevolg is dat veel buitenlandse transportbedrijven dan ook gebruik maken van onder meer Nederlandse begeleidingsbedrijven die hen via Nederland en verder in België tot de plaats van bestemming kunnen begeleiden. Dit is niet alleen bijzonder nefast voor de eigen begeleidingsbedrijven, maar het treft tevens onze havens. Veel opdrachtgevers van uitzonderlijke ladingen kiezen immers steeds meer voor andere havens. Aldus verliezen de havens niet alleen de projectladingen, maar ook de vervolgladingen, die dikwijls het vijfvoudige bedragen van de oorspronkelijke ladingen. Bovendien moeten Belgische bedrijven bij de FOD IBZ elke begeleiding aanmelden. Buitenlandse bedrijven kunnen niet via de website melden en doen dit aldus per e-mail. Op zich is dat geen probleem, ware het niet dat de verkeerspolitie enkel de info van de site heeft en dus hoofdzakelijk de binnenlandse begeleiders controleert.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de minister:

1) Wanneer gaan zowel de buitenlandse als de binnenlandse begeleiders daadwerkelijk hun begeleiding uniform kunnen melden bij de FOD IBZ via de website zodat de verkeerspolitie over alle informatie van binnen- en buitenlandse transporten kan beschikken?

2) Is de minister bereid met de sector samen te zitten om te zien in hoeverre meer kan worden ingezet op zelfregulering en de controles veeleer op de buitenlandse firma's worden gericht, aangezien die door de aparte meldingsprocedure minder worden gecontroleerd?