Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7498

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 7 december 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee

Zonnebanken - International Agency for Research on Cancer - Huidkankers - Stichting tegen Kanker - Sensibilisatie - Controles - Gevolgen

kanker
bewustmaking van de burgers
voorkoming van ziekten
haar- en schoonheidsverzorging

Chronologie

7/12/2012Verzending vraag
9/1/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7499

Vraag nr. 5-7498 d.d. 7 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens de Stichting tegen Kanker schat het publiek de risico's van zonnebanken onvoldoende in of kent ze het gewoon niet. Nochtans zijn de kankerverwekkende eigenschappen volgens de stichting onbetwistbaar. Het International Agency for Research on Cancer (IARC) klasseert zonnebanken in dezelfde categorie als tabak en asbest. Het onderzoek van het IARC vindt voldoende bewijs voor een oorzakelijk verband tussen huidkanker en het gebruik van zonnebanken, in het bijzonder bij mensen onder de 35 jaar. Die zouden bij gebruik van zonnebanken 75% meer kans op huidkanker hebben.

Het aantal huidkankers blijft intussen onrustbarend toenemen. In België tellen we vandaag 18 000 nieuwe gevallen per jaar en dat getal verhoogt elk jaar met 5%. Daarom start Stichting tegen Kanker een campagne op de autobussen in elf steden om Belgen te sensibiliseren rond de kankerverwekkende eigenschappen van de zonnebank. Bovendien vraagt de stichting een verplichte registratie van en strengere controles op zonnebankcentra.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe beoordeelt de minister de stelling van de Stichting tegen Kanker dat het publiek onvoldoende of niet wordt geïnformeerd over de risico's van een bezoek aan de zonnebank? Klopt het dat de gebruikers 75% meer kans hebben om huidkanker op te lopen? Is hij van mening dat de overheid voldoende doet om de bevolking te sensibiliseren?

2) Is de minister van mening dat de zonnebankcentra voldoende worden gecontroleerd? Hoeveel centra zijn momenteel in België actief? Hoeveel controles vonden jaarlijks plaats sinds de aanscherping van de voorwaarden in 2008? Hoeveel boetes en waarschuwingen werden daarbij uitgeschreven? Kan de minister die rubriceren volgens de overtreding (stralingsniveau, leeftijdsbeperking, huidtype en medicijngebruik, restricties,…)?

Antwoord ontvangen op 9 januari 2013 :

Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen : 

Volgens het koninklijk besluit van 20 juni 2002 houdende voorwaarden betreffende de uitbating van zonnecentra moet de onthaalverantwoordelijke van een zonnecentrum elke nieuwe klant informeren tijdens een persoonlijk onderhoud over de gevaren van blootstelling aan ultraviolette stralen alvorens hij mag gebruik maken van de zonnebank. Ook moet hij samen met de consument zijn/haar huidtype bepalen en de specifieke risico’s voor dit huidtype uitleggen. In elk zonnecentrum moet daarenboven de tekst over de gevaren van ultravioletstraling, die opgenomen is in bijlage I van het voormelde koninklijk besluit, duidelijk zichtbaar en leesbaar uitgehangen zijn, ten minste in de taal of de talen van het taalgebied waar het zonnecentrum is gelegen. 

De consument wordt bijgevolg zowel persoonlijk, als bij elke zonnebeurt door de duidelijk uitgehangen tekst in het zonnecentrum, geïnformeerd over de risico’s van ultravioletstraling. 

Inderdaad, diverse studies hebben aangetoond dat er een rechtstreeks verband is tussen het gebruik van zonnebanken en de risicotoename voor huidkanker.  

Naast de sensibilisering van de consument in het zonnecentrum door de mondelinge informatie van de onthaalverantwoordelijke en de affiches, wordt door mijn collega de Minister van Volksgezondheid de campagne “Veilig in de zon” ondersteund. Deze informatiecampagne sensibiliseert de burger voor de gevaren van ultravioletstralen van de zon, maar er is ook aandacht voor de gevaren van het gebruik van zonnebanken.  

In België zijn naar schatting 4 000 zonnecentra actief. Sinds de invoering in de 2de helft van 2008 van de nieuwe, strengere regels voor de uitbating van een zonnecentrum werden er elk jaar specifieke campagnes georganiseerd om de naleving ervan te controleren.

In het totaal werden sindsdien 748 centra gecontroleerd (49 in 2008, 271 in 2009, 173 in 2010, 119 in 2011 en 136 in 2012). Dit heeft geleid tot het opstellen van 634 processen verbaal, waarvan 105 processen verbaal van waarschuwing en 529 processen-verbaal met voorstel tot minnelijke schikking (voor zover ze niet rechtstreeks voor vervolging aan het parket werden overgemaakt). Dit betekent dat tegen 85 % van de gecontroleerde centra proces-verbaal werd opgesteld.

In de processen verbaal werden volgende inbreuken het vaakst weerhouden :

Wat de overtreding op het medicijngebruik betreft, de controle hierop is niet voorzien in de wetgeving. Wel moet de consument op de hieraan verbonden risico’s gewezen worden via het verbods- en waarschuwingsbord in het centrum en door de onthaalverantwoordelijke tijdens het intakegesprek.

Gelet op de beperkte inzetbare middelen, nl. gespecialiseerd personeel en apparatuur, en rekening houdend met het feit dat ook dit personeel slechts beperkt blootgesteld mag worden aan kunstmatige UV-straling, mag uit bovenstaande cijfers afgeleid worden dat de geleverde inspanning moeilijk kan worden verhoogd. Uit dezelfde cijfers blijkt ook dat de sector permanent moet gecontroleerd blijven.