Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7480

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 5 december 2012

aan de minister van Justitie

Terrorisme - Onderzoeken - Stand van zaken

geografische spreiding
terrorisme
religieus conservatisme
officiële statistiek
gerechtelijk onderzoek

Chronologie

5/12/2012Verzending vraag
7/5/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7480 d.d. 5 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Na de rellen in Sint-Jans-Molenbeek en de publieke verheerlijking hiervan door Sharia4Belgium werd in juli een terrorisme- onderzoek geopend naar de organisatie. Het federaal parket verdenkt de extremistische organisatie ervan een dekmantel te zijn om radicale jongeren te rekruteren om te gaan vechten in landen als Jemen, Tsjetsjenië en Mali.

Eerder dit jaar vond in Mechelen ook al een groot terrorismeproces plaats waar veertien beschuldigden terecht stonden voor deelname aan terroristische activiteiten.

Uit het jaarverslag van het jaar 2011 van de Staatsveiligheid blijkt dat België een belangrijk transitland is voor terroristische netwerken. Factoren die een belangrijke rol spelen zijn de geografisch centrale ligging in Europa en de meerdere lagekostluchtvaartmaatschappijen die actief zijn. Om diezelfde redenen is België ook een spil in de handel in namaak van identiteitsdocumenten.

Eind 2005 kondigde het federaal parket aan dat het al 200 onderzoeken heeft geopend naar terrorisme.

Mijn vragen aan de geachte minister zijn:

1) Kan een overzicht gegevens worden van het aantal onderzoeken naar terroristische groeperingen en individuen sinds 1997 tot en met 2012?

2) Is het mogelijk om het aantal onderzoeken voor de jaren 2009, 2010, 2011 en 2012 hierbij op te splitsen per gerechtelijk arrondissement?

3) Graag hierbij voor de jaren 2009, 2010, 2011 en 2012 het aantal personen die in het kader van een onderzoek naar criminele organisaties werden geïdentificeerd?

4) Hoeveel personen vertoeven momenteel in voorhechtenis omwille van vermoedelijke terroristische activiteiten? Wanneer is een proces voor deze personen gepland? Binnen welke termijn zal een rechtszaak tegen hen beëindigd zijn?

5) Kan hierbij de nationaliteit van de verdachten in een onderzoek naar terrorisme in percentages worden meegedeeld?

6) Is er nog steeds voldoende aandacht voor "terrorisme"? Of is er een verschuiving bij de strafrechtelijke onderzoeken naar andere criminele feiten ?

Antwoord ontvangen op 7 mei 2013 :

Punten 1 tot en met 5.

De centrale statistische gegevensbank van het College van Procureurs-generaal biedt de mogelijkheid de zaken met betrekking tot terrorisme te selecteren aan de hand van de tenlasteleggingscode 35C (“terrorisme”) en de contextcode “terrorisme”. Deze contextcode werd geïntroduceerd in omzendbrief nr. COL9/2005, die in werking trad op 15 juli 2005 en kan geregistreerd worden in bestaande misdrijven die als terroristisch worden beschouwd (bijvoorbeeld witwassen). Er kunnen dus enkel betrouwbare en vergelijkbare cijfergegevens verstrekt worden vanaf het jaar 2006.

De statistisch analisten kunnen het aantal betreffende zaken tellen dat op de correctionele parketten werd geregistreerd vanaf begin 2006 tot en met het eerste semester van 2012. Zoals gevraagd in deelvraag 2, zullen deze aantallen vanaf 2009 worden uitgesplitst per arrondissement. Ook het aantal verdachten dat betrokken is in deze zaken kan gepresenteerd worden. Er kan weliswaar niet aangegeven worden hoeveel van deze verdachten momenteel in voorlopige hechtenis zitten. De centrale databank van het College van Procureurs-generaal laat enkel toe een onderscheid te maken naargelang de verdachten die ooit in voorlopige hechtenis zaten. Voor de verdachten die ooit in voorlopige hechtenis hebben gezeten, kan aangegeven worden in welke vooruitgangsstaat de zaak zich bevindt. Er zal tenslotte ook een overzicht gegeven worden van de nationaliteit van de verdachten betrokken in zaken met betrekking tot terrorisme.

Samenvatting.

In de periode van 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2012 stroomden er 609 zaken met betrekking tot terrorisme binnen op de correctionele parketten. Voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 30 juni 2012 waren er dit 303, waarvan meer dan 60 % op het federaal parket. Deze 303 zaken hadden betrekking op 463 verdachten. Iets minder dan de helft van deze verdachten bezit de Belgische nationaliteit (46,87 %). Daarnaast blijken de Marokkaanse (7,99 %) en de Russische (6,48 %) nationaliteiten vaak voor te komen. Voor 54 van de 463 verdachten (11,66 %) werd er een voorlopige hechtenis toegepast. Van deze 54 verdachten waren er op 10 juli 2012 reeds 29 wiens zaak verwezen werd naar de correctionele rechtbank. Voor de overige 25 was het gerechtelijk onderzoek nog steeds lopend op 10 juli 2012.

Punt 6.

Er wordt prioritair geïnvesteerd in onderzoeken naar terrorisme. Het Nationaal Veiligheidsplan is zeer expliciet op dat vlak: Terrorisme is één van de tien prioritaire fenomenen.

Er is dus geen sprake van een verschuiving van onderzoekscapaciteit naar andere criminele feiten. Het Federaal Parket beschikt immers over een gereserveerde onderzoekscapaciteit bij de federale gerechtelijke politie die in het raam van het terrorisme kan worden aangewend.

Ik verwijs hiervoor naar de bespreking van de aanpak van het terrorisme door het federaal parket in zijn diverse jaarrapporten, die alle terug te vinden zijn op de publieke website www.openbaarministerie.be en in het bijzonder op de pagina’s 235 tot 255 van het jaarrapport 2011 (dat zowel cijfermatig als strategisch de periode 2007-2011 beslaat).

Algemene opmerkingen.

a.De cijfers uit de tabellen zijn afkomstig uit de databank die gevoed wordt met de registraties van de correctionele afdelingen van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg en het federaal parket. De meest recente gegevensextractie dateert van 10 juli 2012.

b.Van de 28 parketten die ons land telt (met inbegrip van het federaal parket) zijn er 27 die correctionele zaken invoeren in het geïnformatiseerd systeem REA/TPI. Er werd geen rekening gehouden met het parket van Eupen aangezien men daar geen dossiergegevens in REA/TPI registreert.

c.Het merendeel van de zaken in het kader van terrorisme zal behandeld worden door het federaal parket. Dit werd bepaald in nr. COL9/2005. In de omzendbrief wordt gemeld dat “niettegenstaande het geen exclusieve bevoegdheid van het federaal parket betreft, het toch aangewezen is dat de federale procureur in zaken van terrorisme de strafvordering zou uitoefenen”. In dit geval zal het gaan om een lokale zaak die ter beschikking aan het federaal parket wordt gesteld. Zaken die behandeld worden door het federaal parket maar toch om technische redenen op het niveau van het lokale parket worden geregistreerd, worden, in de mate dat ze herkenbaar zijn, enkel als zaak van het federaal parket geteld.

d.Aan de zaken die op het parket toekomen, wordt door het Openbaar Ministerie een voornaamste tenlastelegging en eventueel één of meerdere bijkomende tenlasteleggingscodes (preventiecodes) toegekend. Er moet in elk geval aan de zaak een voornaamste tenlastelegging toegekend worden op het ogenblik dat deze in het geïnformatiseerd systeem van de parketten wordt ingevoerd. De registratie van bijkomende tenlasteleggingen gebeurt niet overal. In deze analyse wordt rekening gehouden met alle zaken die geregistreerd werden met volgende tenlastelegging, ongeacht of deze code als voornaamste of bijkomende tenlastelegging werd geregistreerd:

35C – Terrorisme”

Daarnaast werd ook rekening gehouden met de zaken waarin de contextcode “terrorisme” werd geregistreerd. Deze contextcode biedt aan parketten de mogelijkheid om zaken te identificeren die verband houden met terrorisme doch onder een andere tenlasteleggingscode vallen (bijvoorbeeld witwassen). In de praktijk blijkt dat deze contextcode weinig wordt gebruikt waardoor we kunnen veronderstellen dat het hier om een onderschatting van het aantal zaken met betrekking tot terrorisme zal gaan.

Indien bij een zaak zowel de bovenstaande tenlastelegging als de contextcode “terrorisme” geregistreerd werd, dan krijgt de tenlasteleggingscode voorrang (de zaak wordt dus enkel geteld bij de desbetreffende tenlasteleggingscode in dat geval).

Volledigheidshalve vermelden we dat er naast deze twee manieren om zaken met betrekking tot “terrorisme” te registreren ook lokale initiatieven bestaan om deze zaken te identificeren. Zo gebruikt het federaal parket bijvoorbeeld, naast bovenstaande opties, ook de categorie-code “terrorisme” om dergelijke zaken te registreren. Wegens gebrek aan uniformiteit wordt er in dit document enkel rekening gehouden met de registratierichtlijnen voorzien in de gemeenschappelijke omzendbrief nr. COL9/2005 van 19 juli 2005 betreffende terrorisme.[1]

e.De gegevens die hier behandeld worden, betreffen enkel correctionele inbreuken die gepleegd werden door meerderjarigen of door nog niet geïdentificeerde personen.

f.De teleenheid in tabellen 1 en 2 is een zaak, hetgeen overeenkomt met een op het parket geregistreerd notitienummer dat toegekend wordt op het moment van ontvangst van het proces-verbaal. Elke zaak wordt slechts één keer geteld en dit dus onafhankelijk van het aantal in die zaak betrokken verdachten, slachtoffers,… De teleenheid in de overige tabellen is gelijk aan een verdachte betrokken in een zaak. Indien een verdachte in meerdere zaken betrokken is, zal hij meermaals geteld worden in onderstaande tabellen. Het gaat hier dus niet om de teleenheid “unieke verdachte”.

Cijfergegevens.

Tabel 1 geeft een overzicht van het aantal zaken inzake terrorisme binnengekomen tussen 1 januari 2006 en 30 juni 2012 en dit per jaar van binnenkomst van de zaak en naargelang er sprake was van de tenlasteleggingscode “35C – Terrorisme” of de contextcode “terrorisme”. We wijzen er nogmaals op dat er niet tegemoet werd gekomen aan de vraagstelling (overzicht instroom vanaf 1997), daar de ingebruikname van de contextcode “terrorisme” dateert van 15 juli 2005.

Tabel 1: Aantal zaken met betrekking tot terrorisme binnengekomen op de parketten tussen 1 januari 2006 en 30 juni 2012, per jaar van binnenkomst van de zaak en naargelang tenlastelegging/contextcode (n & rij %).


35C-Terrorisme

Overige tenlasteleggingen met contextcode “terrorisme”

Totaal

n

%

n

%

n

%

2006

62

81,58

14

18,42

76

100,00

2007

94

60,65

61

39,35

155

100,00

2008

53

70,67

22

29,33

75

100,00

2009

76

82,61

16

17,39

92

100,00

2010

74

92,50

6

7,50

80

100,00

2011

75

89,29

9

10,71

84

100,00

Eerste semester 2012

43

91,49

4

8,51

47

100,00

TOTAAL

477

78,33

132

21,67

609

100,00

Bron: Gegevensbank van het College van Procureurs-generaal – statistisch analisten

Uit tabel 1 blijkt dat er in de periode van 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2012 609 zaken in het kader van terrorisme werden geregistreerd in het REA/TPI-systeem. De overgrote meerderheid van deze zaken werd geregistreerd met tenlasteleggingscode “35C-Terrorisme” (78,33 %). Iets meer dan 21 % werd geregistreerd met een andere tenlasteleggingscode in combinatie met de contextcode “terrorisme”. De meest voorkomende tenlasteleggingscodes binnen deze rubriek zijn: “45F-verdachte handelingen (20 zaken), “27B-witwassen (14 zaken)”, “45C-bedreigingen (13 zaken)”, ”45G-pv van inlichtingen (12 zaken)” en “36A-wapens (11 zaken)”. Het aantal zaken met betrekking tot terrorisme blijft voor de gehele referentieperiode stabiel met uitzondering van de piek in 2007 (bijna een verdubbeling van het aantal zaken).

Tabel 2 toont opnieuw het aantal zaken naargelang het jaar van binnenkomst van de zaak, zij het deze keer beperkt tot de periode van 1 januari 2009 tot en met 30 juni 2012 en per gerechtelijk arrondissement.

Tabel 2: Aantal zaken met betrekking tot terrorisme binnengekomen op de parketten tussen 1 januari 2009 en 30 juni 2012, per gerechtelijk arrondissement[2] en naargelang jaar van binnenkomst van de zaak (n & kolom %).


2009

2010

2011

Eerste semester

2012

TOTAAL

n

%

n

%

n

%

n

%

n

%

ANTWERPEN

ANTWERPEN

7

7,61

3

3,75

11

13,10

2

4,26

23

7,59

MECHELEN

.

.

1

1,25

.

.

.

.

1

0,33

TURNHOUT

1

1,09

1

1,25

.

.

.

.

2

0,66

HASSELT

1

1,09

.

.

1

1,19

.

.

2

0,66

TONGEREN

.

.

.

.

1

1,19

.

.

1

0,33

BERGEN

BERGEN

.

.

.

.

.

.

1

2,13

1

0,33

DOORNIK

.

.

1

1,25

1

1,19

.

.

2

0,66

BRUSSEL

BRUSSEL

27

29,35

13

16,25

10

11,90

7

14,89

57

18,81

NIJVEL

1

1,09

.

.

1

1,19

1

2,13

3

0,99

GENT

GENT

1

1,09

3

3,75

.

.

.

.

4

1,32

DENDERMONDE

.

.

.

.

.

.

1

2,13

1

0,33

BRUGGE

2

2,17

1

1,25

.

.

.

.

3

0,99

KORTRIJK

.

.

.

.

.

.

3

6,38

3

0,99

IEPER

1

1,09

.

.

.

.

.

.

1

0,33

LUIK

LUIK

.

.

4

5,00

1

1,19

1

2,13

6

1,98

VERVIERS

.

.

.

.

1

1,19

.

.

1

0,33

NAMEN

.

.

1

1,25

.

.

.

.

1

0,33

NEUFCHATEAU

1

1,09

.

.

.

.

.

.

1

0,33

MARCHE-EN-FAMENNE

1

1,09

.

.

.

.

.

.

1

0,33

FEDERAAL PARKET

FEDERAAL PARKET

49

53,26

52

65,00

57

67,86

31

65,96

189

62,38

BELGIE

92

100,00

80

100,00

84

100,00

47

100,00

303

100,00

Bron: Gegevensbank van het College van Procureurs-generaal – statistisch analisten

Tabel 2 geeft aan dat er voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 30 juni 2012 in totaal 303 zaken met betrekking tot terrorisme werden geregistreerd in het REA/TPI-systeem. De meeste zaken werden geregistreerd binnen het federaal parket (62,83 %), gevolgd door de gerechtelijke arrondissementen Brussel (18,81 %) en Antwerpen (7,59 %).

De 303 zaken die binnenstroomden op de correctionele parketten in de periode van 1 janauri 2009 tot en met 30 juni 2012 hebben betrekking op 463 verdachten.

Tabel 3 presenteert deze verdachten per arrondissement en naargelang het jaar van binnenkomst van de zaak.

Tabel 3: Aantal verdachten betrokken in zaken met betrekking tot terrorisme binnengekomen op de parketten tussen 1 januari 2009 en 30 juni 2012, per gerechtelijk arrondissement[3] en naargelang jaar van binnenkomst van de zaak (n & kolom %).




2009

2010

2011

Eerste semester 2012

TOTAAL

n

%

n

%

n

%

n

%

n

%

ANTWERPEN

ANTWERPEN

9

7,63

1

1,09

33

18,44

4

5,41

47

10,15

MECHELEN

.

.

14

15,22

.

.

.

.

14

3,02

TURNHOUT

.

.

1

1,09

.

.

.

.

1

0,22

HASSELT

1

0,85

.

.

1

0,56

.

.

2

0,43

TONGEREN

.

.

.

.

1

0,56

.

.

1

0,22

BERGEN

BERGEN

.

.

.

.

.

.

1

1,35

1

0,22

DOORNIK

.

.

.

.

1

0,56

.

.

1

0,22

BRUSSEL

BRUSSEL

20

16,95

9

9,78

5

2,79

25

33,78

59

12,74

NIJVEL

2

1,69

.

.

.

.

1

1,35

3

0,65

GENT

GENT

1

0,85

2

2,17

.

.

.

.

3

0,65

DENDERMONDE

.

.

.

.

.

.

1

1,35

1

0,22

BRUGGE

1

0,85

1

1,09

.

.

.

.

2

0,43

KORTRIJK

.

.

.

.

.

.

5

6,76

5

1,08

IEPER

3

2,54

.

.

.

.

.

.

3

0,65

LUIK

LUIK

.

.

4

4,35

3

1,68

2

2,70

9

1,94

VERVIERS

.

.

.

.

1

0,56

.

.

1

0,22

NAMEN

.

.

1

1,09

.

.

.

.

1

0,22

NEUFCHATEAU

1

0,85

.

.

.

.

.

.

1

0,22

MARCHE-EN-FAMENNE

2

1,69

.

.

.

.

.

.

2

0,43

FEDERAAL PARKET

FEDERAAL PARKET

78

66,10

59

64,13

134

74,86

35

47,30

306

66,09

BELGIE

118

100,00

92

100,00

179

100,00

74

100,00

463

100,00

Bron: Gegevensbank van het College van Procureurs-generaal – statistisch analisten

In tegenstelling tot de evolutie op zaakniveau die voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 30 juni 2012 redelijk stabiel blijft (zie tabel 2), blijkt dit niet het geval als men gaat kijken naar het aantal verdachten waar deze zaken betrekking op hebben. Zo hebben de zaken in 2009 betrekking op 118 verdachten, in 2010 op slechts 92 verdachten en in 2011 op 179 verdachten. Voor de eerste 6 maanden van 2012 zit men al aan 74 verdachten.

Tabel 4 presenteert opnieuw het aantal verdachten naargelang het jaar van binnenkomst, zij het deze keer opgesplitst naargelang nationaliteit. We maken hier wel de kanttekening dat bepaalde bevolkingsgroepen zoals de Koerden of de Tsjetsjenen onder het land van afkomst (respectievelijk Turkije en Rusland) worden geregistreerd.

Tabel 4: Aantal verdachten betrokken in zaken met betrekking tot terrorisme binnengekomen op de parketten tussen 1 januari 2009 en 30 juni 2012, volgens nationaliteit en naargelang jaar van binnenkomst van de zaak (n & kolom%).


2009

2010

2011

Eerste semester 2012

TOTAAL

n

%

n

%

n

%

n

%

n

%

BELGIE

41

34,75

31

33,70

105

58,66

40

54,05

217

46,87

MAROKKO

12

10,17

12

13,04

8

4,47

5

6,76

37

7,99

RUSLAND

8

6,78

12

13,04

9

5,03

1

1,35

30

6,48

TURKIJE

9

7,63

.

.

1

0,56

7

9,46

17

3,67

NEDERLAND

.

.

6

6,52

11

6,15

.

.

17

3,67

FRANKRIJK

4

3,39

2

2,17

4

2,23

3

4,05

13

2,81

AFGHANISTAN

1

0,85

4

4,35

8

4,47

.

.

13

2,81

PAKISTAN

9

7,63

2

2,17

.

.

2

2,70

13

2,81

CHILI

7

5,93

.

.

.

.

.

.

7

1,51

SPANJE

.

.

4

4,35

2

1,12

1

1,35

7

1,51

ALGERIJE

.

.

3

3,26

3

1,68

.

.

6

1,30

TUNESIE

1

0,85

3

3,26

.

.

2

2,70

6

1,30

SERVIE

.

.

.

.

.

.

4

5,41

4

0,86

IRAN

.

.

.

.

1

0,56

2

2,70

3

0,65

ITALIE

.

.

.

.

3

1,68

.

.

3

0,65

KROATIE

3

2,54

.

.

.

.

.

.

3

0,65

VERENIGDE STATEN

1

0,85

.

.

2

1,12

.

.

3

0,65

DUITSLAND

.

.

2

2,17

.

.

.

.

2

0,43

IERLAND

.

.

.

.

2

1,12

.

.

2

0,43

IRAK

1

0,85

.

.

1

0,56

.

.

2

0,43

SOMALIE

.

.

2

2,17

.

.

.

.

2

0,43

SYRIE

1

0,85

.

.

1

0,56

.

.

2

0,43

VERENIGD KONINKRIJK

.

.

1

1,09

1

0,56

.

.

2

0,43

DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO

1

0,85

.

.

.

.

.

.

1

0,22

EGYPTE

.

.

1

1,09

.

.

.

.

1

0,22

GAMBIA

1

0,85

.

.

.

.

.

.

1

0,22

GRIEKENLAND

.

.

.

.

1

0,56

.

.

1

0,22

INDIA

.

.

.

.

1

0,56

.

.

1

0,22

JEMEN

1

0,85

.

.

.

.

.

.

1

0,22

KAMEROEN

1

0,85

.

.

.

.

.

.

1

0,22

OOSTENRIJK

.

.

.

.

1

0,56

.

.

1

0,22

RWANDA

.

.

.

.

.

.

1

1,35

1

0,22

TSJECHIE

.

.

.

.

.

.

1

1,35

1

0,22

ZWITSERLAND

.

.

.

.

1

0,56

.

.

1

0,22

ONBEKEND

16

13,56

7

7,61

13

7,26

5

6,76

41

8,86

Totaal

118

100,00

92

100,00

179

100,00

74

100,00

463

100,00

Bron: Gegevensbank van het College van Procureurs-generaal – statistisch analisten

Uit tabel 4 blijkt dat iets minder dan de helft van de verdachten betrokken in zaken in het kader van terrorisme de Belgische nationaliteit hebben (46,87 %). Hierbij moet echter opgemerkt worden dat het veld waar de nationaliteit van de verdachte in het REA/TPI-systeem dient geregistreerd te worden, standaard op de Belgische nationaliteit staat wat mogelijks tot een overschatting van deze groep kan leiden. Andere vaak voorkomende nationaliteiten zijn vervolgens de Marokkaanse (7,99 %), de Russische (6,48 %), de Turkse (3,67 %), de Nederlandse (3,67 %) en de Franse (2,81 %). Tevens wijzen we er op dat voor 41 verdachten (8,86%) geen nationaliteit werd geregistreerd (al dan niet wegens onbekend).

Tabel 5 presenteert het aantal verdachten per jaar van binnenkomst en naargelang ze ooit in voorlopige hechtenis zaten. Hierbij is het van belang te wijzen op het feit dat de kolom “voorlopige hechtenis” betrekking heeft op verdachten die ooit in voorlopige hechtenis zaten en er dus niet kan uitgemaakt worden of zij op het moment van de extractie (10 juli 2012) nog altijd in voorlopige hechtenis zaten.

Tabel 5: Aantal verdachten betrokken in zaken met betrekking tot terrorisme binnengekomen op de parketten tussen 1 januari 2009 en 30 juni 2012, per jaar van binnenkomst en naargelang al dan niet ooit in voorlopige hechtenis (n & rij %).


geen voorlopige hechtenis

wel voorlopige hechtenis

Totaal

n

%

n

%

n

%

2009

110

93,22

8

6,78

118

100,00

2010

64

69,57

28

30,43

92

100,00

2011

173

96,65

6

3,35

179

100,00

Eerste semester 2012

62

83,78

12

16,22

74

100,00

Totaal

409

88,34

54

11,66

463

100,00

Bron: Gegevensbank van het College van Procureurs-generaal – statistisch analisten

Uit de gegevens van tabel 5 kunnen we afleiden dat 54 van de 463 verdachten (11,66%) in voorlopige hechtenis zaten/zitten.

In tabel 6 wordt vervolgens de laatste vooruitgangsstaat voor deze verdachten gepresenteerd en dit opnieuw naargelang er al dan niet ooit voorlopige hechtenis werd toegepast. In bijlage worden de vooruitgangsstaten uit deze tabel toegelicht. Indien de zaak waarin de verdachte betrokken is door het parket werd gevoegd bij een andere zaak, is in tabel 6 de vooruitgangsstaat voor de verdachte in deze zogenaamde moederzaak in rekening genomen. Men dient er bovendien rekening mee te houden dat de gegevens in deze tabel een momentopname zijn en dat de vooruitgangsstaat voor deze verdachten intussen reeds kan geëvolueerd zijn.

Daarnaast dient men er zich tevens bewust van te zijn dat verdachten verbonden aan een ter beschikking gestelde zaak éénmaal zullen geteld worden in het parket van oorsprong en éénmaal in het parket waar de zaak ter behandeling werd aan overgemaakt. Het gros van de zaken die ter beschikking werden gesteld, werden overgemaakt aan het federaal parket.

Tabel 6: Laatste vooruitgangsstaat op 10 juli 2012 voor verdachten betrokken in zaken met betrekking tot terrorisme binnengekomen op de parketten tussen 1 januari 2009 en 30 juni 2012, al dan niet via voeging aan een moederzaak, naargelang al dan niet ooit in voorlopige hechtenis (n & kolom%).


geen voorlopige hechtenis

wel voorlopige hechtenis

Totaal

n

%

n

%

n

%

vooronderzoek

90

22,00

.

.

90

19,44

zonder gevolg

143

34,96

.

.

143

30,89

ter beschikking

38

9,29

.

.

38

8,21

onderzoek

117

28,61

25

46,30

142

30,67

raadkamer

8

1,96

.

.

8

1,73

dagvaarding & verder

6

1,47

29

53,70

35

7,56

onbekend/error

7

1,71

.

.

7

1,51

TOTAAL

409

100,00

54

100,00

463

100,00

Bron: Gegevensbank van het College van Procureurs-generaal – statistisch analisten.

Bij de interpretatie van bovenstaande tabel dient men rekening te houden met het feit dat de zaken uit 2011 en 2012 jonger zijn dan de zaken uit 2009 en 2010 en bijgevolg ook frequenter in vooronderzoek zullen staan naargelang aldus een recenter kalenderjaar onder de loep zal worden genomen.

Uit tabel 6 blijkt dat de meeste verdachten op 10 juli 2012 betrokken waren in een gerechtelijk onderzoek (30,67 %). Indien we naar de verdachten kijken waarvoor ooit een voorlopige hechtenis werd toegepast, blijkt dat voor 25 van de 54 verdachten het gerechtelijk onderzoek op 10 juli 2012 nog lopend was. Daarentegen bevinden 29 van de 54 verdachten zich in de vooruitgangsstaat “dagvaarding & verder”. Uit het feit dat geen enkele verdachte die ooit in voorlopige hechtenis zat zich in de vooruitgangsstaat “raadkamer” bevindt, kan men afleiden dat op 10 juli 2012 geen enkele van deze verdachten een buitenvervolgstelling als beslissing kreeg op het niveau van de raadkamer en/of de kamer van inbeschuldigingstelling, zij het dat dit uiteraard wel nog altijd mogelijk is voor de 25 verdachten waarvoor het gerechtelijk onderzoek nog niet afgehandeld is.

Ongeveer 30 % van het totaal aantal verdachten verbonden aan terrorismezaken werd zonder gevolg gesteld. Het gaat hier in de meerderheid van de gevallen om een technisch sepot omwille van geen misdrijf of onvoldoende bewijzen (71,13% van het totaal aantal zaken dat zonder gevolg werd gesteld).

Tenslotte wordt in tabel 7 het aantal verdachten betreffende de in de referentieperiode binnengekomen terrorismezaken weergegeven waarvoor op 10 juli 2012 reeds een vonnis uitgesproken was en dit opnieuw naargelang er al dan niet ooit sprake was van voorlopige hechtenis. Er wordt telkens rekening gehouden met het laatste vonnis ten gronde dat geldt voor de bewuste verdachte. Daarnaast wijzen we er ook op dat in deze tabel geen rekening gehouden wordt met eventuele arresten na beroep tegen deze vonnissen.

Tabel 7: Aantal verdachten betrokken in zaken met betrekking tot terrorisme binnengekomen op de parketten tussen 1 januari 2009 en 30 juni 2012 waarin op 10 juli 2012 reeds een vonnis door de correctionele rechtbank werd uitgesproken, al dan niet via voeging aan een gevonniste moederzaak, per type vonnis en naargelang al dan niet ooit in voorlopige hechtenis (n & kolom %).


geen voorlopige hechtenis

wel voorlopige hechtenis

Totaal

n

%

n

%

n

%

Veroordeling

Veroordeling

2

40,00

1

100,00

3

50,00

Veroordeling met uitstel

2

40,00

.

.

2

33,33

Totaal rubriek

4

80,00

1

100,00

5

83,33

Andere

Tussenvonnis

1

20,00

.

.

1

16,67

Totaal rubriek

1

20,00

.

.

1

16,67

TOTAAL

5

100,00

1

100,00

6

100,00

Bron: Gegevensbank van het College van Procureurs-generaal – statistisch analisten.

Uit tabel 6 bleek dat op 10 juli 2012 35 verdachten zich in de vooruitgangsstaat “dagvaarding & verder” bevonden. Uit tabel 7 blijkt dat er voor 6 van die 35 verdachten een vonnis werd uitgesproken. Het betrof 5 veroordelingen en 1 tussenvonnis.

Bijlage: toelichting bij de vooruitgangsstaten vermeld in tabel 6

Vooronderzoek:

Deze categorie omvat alle verdachten betrokken in zaken die nog in vooronderzoek waren op 10 juli 2012.

Zonder gevolg:

Met een zondergevolgstelling wordt voorlopig afgezien van verdere vervolging en wordt het vooronderzoek beëindigd. De beslissing om zonder gevolg te stellen is altijd voorlopig. Zolang de strafvordering niet vervalt, kan de zaak heropend worden.

Ter beschikking:

Deze rubriek omvat alle verdachten betrokken in zaken die op 10 juli 2012 ter beschikking gesteld werden aan een ander parket of andere (gerechtelijke) instantie. Voor zover ze niet terugkeren naar het parket van oorsprong, blijven ter beschikking gestelde zaken hier in deze vooruitgangsstaat. Voor dit parket kunnen zij dus als afgesloten beschouwd worden. Zij worden onder een ander notitienummer heropend bij het parket van bestemming.

Onderzoek:

De rubriek onderzoek bevat de verdachten betrokken in zaken die in gerechtelijk onderzoek werden gesteld en die nog niet werden vastgesteld voor de raadkamer voor regeling van de rechtspleging.

Raadkamer:

Deze rubriek bevat verdachten betrokken in zaken vanaf de fase van regeling van de rechtspleging tot op het moment dat er een eventuele vaststelling voor de correctionele rechtbank is. Zaken waarin wordt afgezien van verdere vervolging, blijven deze vooruitgangsstaat behouden.

Dagvaarding & verder:

Deze rubriek omvat de verdachten betrokken in zaken waarin een dagvaarding of een daaropvolgende beslissing werd genomen. Het gaat om zaken waarin een dagvaarding, een vaststelling voor de correctionele rechtbank, een vonnis, een verzet, een beroep, enz. voorkomt.

Onbekend/error

Deze rubriek omvat de verdachten waarvoor de laatste vooruitgangsstaat niet gekend is. Het gaat om verdachten betrokken in een gevoegde dochterzaak. De verdachte kan echter niet teruggevonden worden in de moederzaak waardoor de voeging niet kan opgelost worden.


[1] De cijfergegevens met betrekking tot het federaal parket worden gepubliceerd in de jaarrapporten die terug te vinden zijn op de website van het openbaar ministerie: www.openbaarministerie.be.

[2] De gerechtelijke arrondissementen die geen observaties kennen in het kader van terrorisme werden niet opgenomen in de tabel.

[3] De gerechtelijke arrondissementen die geen observaties kennen in het kader van terrorisme werden niet opgenomen in de tabel.