Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7475

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 4 december 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Palliatieve centra - Opnamecapaciteit - Structureel tekort aan bedden - Opnamecriteria

medisch centrum
palliatieve zorg

Chronologie

4/12/2012Verzending vraag
16/4/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7475 d.d. 4 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit een onderzoek van een student van de KU Leuven in samenwerking met de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen, blijkt dat er een toenemend tekort is aan bedden in de palliatieve centra. Ongeneeslijk zieke patiënten moeten soms weken lang wachten alvorens opgenomen te worden, vooral in stedelijke contexten. Het onderzoek wijst op een structureel tekort in de opnamecapaciteit. Een mogelijke oplossing ligt in het verstrengen van de opnamecriteria.

Hierover de volgende vragen:

1) Kan de geachte minister bevestigen dat palliatieve centra kampen met een structureel tekort qua opnamecapaciteit? Zo ja, zijn er verschillen tussen de gewesten?

2) Vindt ze de oplossing om de opnamecriteria te verstrengen een goede keuze?

Antwoord ontvangen op 16 april 2013 :

  1. Volgens de meest recente nationale gegevens (2009) bedraagt de gemiddelde bezettingsgraad in de Sp-diensten voor palliatieve zorg 87,6 %. Dit cijfer is hoog, maar wijst er toch op dat er globaal nog een zekere, weliswaar beperkte marge bestaat. Deze cijfers, of zelfs de cijfers per regio, laten echter niet toe om uitspraken over de behoeften op lokaal niveau te doen. Over het bestaan van wachtlijsten per ziekenhuis of de regionale behoeften (al dan niet in stedelijke gebieden) zijn voor ons land geen cijfers bekend. In principe zijn de gemeenschappen en gewesten, die voor de erkenning van die bedden bevoegd zijn, beter geplaatst om op deze vraag te antwoorden, aangezien zij bij de aflevering van de erkenningen rekening houden met de behoeften binnen de regio. Ik wil echter benadrukken dat zelfs bij een (tijdelijk) verminderde toegankelijkheid tot een Sp-dienst voor palliatieve zorg er ook alternatieven binnen de regio beschikbaar zijn. In de ziekenhuizen bestaan mobiele teams voor palliatieve zorg die het behandelend team kunnen ondersteunen. Ook buiten het ziekenhuis zijn er structuren en voorzieningen uitgebouwd die moeten toelaten om iedere palliatieve patiënt de nodige zorgen op een kwaliteitsvolle manier te bieden.

  2. Een verstrenging van de opnamecriteria kan mogelijks plaatsen vrijmaken in de bedden voor palliatieve zorg, maar dit mag geen doel op zich zijn. Een aanpassing van de opnamecriteria moet in een globale reflectie met betrekking tot het palliatieve zorgaanbod voor patiënten in en buiten het ziekenhuis passen, en rekening houden met de behoeften van de patiënt.

    De op federaal vlak vastgelegde bedden voor palliatieve zorg zijn allemaal erkend en gefinancierd. Voor een eventuele uitbreiding van het aantal bedden voor palliatieve zorg is er uiteraard het nodige budget vereist, maar bovendien moet naar mijn mening eerst opnieuw een fundamentele discussie gevoerd worden met betrekking tot de plaats van deze bedden in het globale palliatieve zorgaanbod. In het Belgisch organisatiemodel van palliatieve zorg zijn er specifieke bedden voor palliatieve zorg in een beperkt aantal ziekenhuizen, maar daarnaast zijn er in alle algemene ziekenhuizen ook de mobiele ondersteunende teams voor palliatieve zorg. In de meeste andere West-Europese landen komen deze twee zorgvormen in het ziekenhuis trouwens samen voor.

    In het kader van een dergelijke discussie dienen ook de specifieke opnamecriteria voor de gespecialiseerde bedden voor palliatieve zorg in vraag gesteld te worden. Niet noodzakelijk een verstrenging, maar in ieder geval een betere definiëring van de opnamecriteria kan zinvol zijn om de beschikbare middelen in te zetten voor die patiënten die hier het meeste nood aan hebben. Maar ook voor de andere palliatieve patiënten in het ziekenhuis, die niet voor deze bedden in aanmerking komen, moet de nodige palliatieve verzorging gegarandeerd blijven. Alvorens de opnamecriteria aan te passen is het dus aangewezen om de specifieke behoeften van de palliatieve patiënten in het ziekenhuis beter in kaart te brengen.