Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7473

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 4 december 2012

aan de minister van Justitie

Gevangenissen - Welbevinden van gevangenen - Perceptie - Complementair aanbod

strafgevangenis
gedetineerde
strafstelsel

Chronologie

4/12/2012Verzending vraag
24/7/2013Rappel
26/7/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7473 d.d. 4 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ongeacht de mate van comfort, een gevangenisstraf blijft een uiterst zware last om te dragen. Dit is een voor de hand liggend en uiterst voorspelbaar resultaat van een studie van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC). Er blijkt trouwens geen causaal verband te bestaan tussen het type gevangenis en het regime dat er heerst, en recidive.

Daarnaast zijn de meest moderne gevangenissen niet zo populair op het algemeen vlak van het welbevinden, althans volgens de gedetineerden. Blijkbaar laten moderne, recente gevangenissen niet toe dat er lossere regels worden gehanteerd, onder andere in het zich vrijelijk bewegen binnen de gevangenis. Het onderzoek wijst er tevens op dat er tussen de verschillende gevangenissen te weinig bewust opgebouwde diversiteit qua veiligheidsregimes bestaat.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe komt het dat moderne gevangenissen (zoals Ittre en Hasselt) bij de gedetineerden een slechtere score behalen qua comfort en levenskwaliteit dan sommige oudere gevangenissen? Is het inderdaad zo dat moderne gevangenissen minder mogelijkheden laten tot bijvoorbeeld bewegingsvrijheid binnen de gevangenismuren, een mogelijkheid die (zoals bijvoorbeeld in Leuven Centraal) de perceptie van gevangenen blijkbaar sterk positief bepaalt? Hoe komt het dat bij het ontwerpen van de nieuwe gevangenissen deze mogelijkheden niet of te weinig worden onderkend? Wordt momenteel bij de conceptie van nieuwe gevangenissen daarmee rekening gehouden?

2) Hoe weerlegt de geachte minister de kritiek dat de Belgische gevangenissen niet complementair worden gepland, zonder dat er diverse types van beveiliging, die daardoor ook beter aansluiten bij types van gedetineerden, in een soort aanvullende systematiek worden voorzien? Houdt de planning van nieuwbouw en vernieuwbouw hiermee nu wel rekening? Zo ja, in welk systeem en in welke complementaire meerlagigheid wordt voorzien? Zo niet, waarom houdt de planning daarmee geen rekening?

Antwoord ontvangen op 26 juli 2013 :

De laatst gebouwde gevangenissen, die werden geopend eind jaren 1990, begin jaren 2000 waren vooral bestemd als hoge veiligheidsinrichtingen. Het is dan ook normaal dat die gevangenissen veel minder bewegingsvrijheid toelaten. Dit is een keuze die toen werd gemaakt, en waarvan bijgevolg enkel akte kan worden genomen. 

In de drie nieuwe gevangenissen die momenteel in aanbouw zijn, namelijk Marche, Leuze en Beveren, is er wel aandacht besteed aan het complementair aspect en aan de menselijke relaties. Ondanks het feit dat deze inrichtingen gebaseerd zijn op een klassiek stervormig model, is er plaats voor bewegingen, gemeenschappelijke activiteiten, meer open regimes, enz. Zo zullen er bijvoorbeeld weinig tralies aanwezig zijn.  

Bij de uitwerking van het concept van de gevangenis te Haren heeft de penitentiaire administratie ook rekening gehouden met de bevindingen in het verslag van de Koning Boudewijnstichting “Werken en leven in de gevangenis: de gebruikers aan het woord”. De gevangenis als dusdanig is ook opgebouwd rond kleine eenheden die de leefbaarheid en de werkomstandigheden moeten garanderen. 

Het penitentiair landschap is op dit ogenblik onvoldoende gediversifieerd. In het verleden is teveel de nadruk gelegd op de bouw van hoog beveiligde gevangenissen die te weinig mogelijkheden geven om de regimes te differentiëren. Er is nood aan een waaier aan verschillende types van gevangenissen, gaande van zeer zwaar beveiligde inrichtingen tot open gevangenissen.