Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7441

van Fatiha Saïdi (PS) d.d. 28 november 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

De loondiscriminatie op grond van seksuele geaardheid

discriminatie op grond van seksuele geaardheid
gelijke behandeling
gelijkheid van beloning
seksuele minderheid

Chronologie

28/11/2012Verzending vraag
25/4/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2390

Vraag nr. 5-7441 d.d. 28 november 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Loondiscriminatie ten aanzien van vrouwen, personen met een handicap, etnische groepen, komen vaak voor en zijn bekend bij gezagdragers in de politiek en het middenveld. Ondanks verschillende antidiscriminatiewetten en wetten tot bevordering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen op het werk, blijven vrouwen nog vaak het slachtoffer van feitelijke ongelijkheid en onrechtstreekse discriminatie die hun mogelijkheden bezwaren inzake toegang tot de arbeidsmarkt en evolutie van hun loopbaan.

Minder bekend en minder in de media besproken is de discriminatie ten aanzien van homoseksuelen.

In de eerste Franse studie van twee universiteitsprofessoren over dit onderwerp, die op 30 mei werd voorgesteld op een colloquium van de OESO te Parijs, werd een zorgwekkende vaststelling gedaan.

Bij vergelijkbare kenmerken (qua leeftijd, diploma, woonplaats, enz.) worden homoseksuele mannen minder betaald dan heteroseksuelen, maar dat geldt niet voor homoseksuele vrouwen. Het loonverschil voor homoseksuele mannen bedraagt -6,2% in de privésector en -5,5% in de overheidssector. Voor lesbiennes is er een positief loonverschil van +2% in de privésector en is er geen verschil in de overheidssector.

Volgens de studie worden homoseksuele mannen door werkgevers als minder productief beschouwd dan heteroseksuelen, met name wegens mogelijke gezondheidsproblemen die verband houden met aids.

Homoseksuele vrouwen daarentegen worden als agressiever en dynamischer, meer beschikbaar en productiever aangezien. Werkgevers denken in feite dat ze meer mannelijke kenmerken belichamen.

Beschikt de minister over een vergelijkbare studie met betrekking tot ons land en denkt ze dat, gelet op die zorgwekkende vaststelling, een specifiek beleid nodig is om loondiscriminatie op basis van seksuele geaardheid tegen te gaan?

Antwoord ontvangen op 25 april 2013 :

Het is inderdaad zo dat loondiscriminatie omwille van de seksuele geaardheid van een persoon minder bekend is, voornamelijk omdat hier nog geen nationaal onderzoek naar gevoerd is zoals in Frankrijk. We kunnen dus niet met zekerheid zeggen dat een dergelijke discriminatie ook in België bestaat.

Het is tevens niet evident om gegevens over loonverschillen ten aanzien van homo's, lesbiennes en biseksuelen te verzamelen. De administratie beschikt immers niet over gegevens met betrekking tot seksuele voorkeur, omdat dit wordt beschouwd als een privéaangelegenheid. Daarentegen kan de loonkloof tussen vrouwen en mannen relatief eenvoudig worden berekend op basis van officiële statistieken. Daarom moeten we, in dit geval, ons richten op meer specifieke onderzoeken.

In België zijn er reeds enkele studies verricht over de situatie van homo's, lesbiennes en biseksuelen op de werkplek: in 2010 verrichte de Katholieke Universiteit van Leuven een studie over "de arbeidssituatie van holebi’s die handenarbeid of een technische functie uitoefenen" ; het Centrum nam in 2008 het initiatief voor een studie over “discriminatie van holebi’s op de werkvloer”. Deze studies geven een bredere kijk op discriminatie op het werk op grond van seksuele geaardheid.

Beide studies bevatten een aantal elementen die verschillen in termen van salaris en promotie laten zien, maar die ook rekening houden met de variabele leeftijd van de respondenten, waardoor het niet duidelijk is of de discriminatie gerelateerd is aan de seksuele geaardheid of de leeftijd van het doelpubliek.

De resultaten van de Franse studie liggen echter in lijn met wat we zouden kunnen verwachten. De vastgestelde discriminatie is een duidelijk gevolg van gender: stereotypen van vrouwen en mannen zijn grotendeels gerelateerd aan stereotypen van vrouwelijkheid en mannelijkheid. Stereotypen over homo's, lesbiennes en biseksuelen breken dit continuüm, in de zin dat lesbiennes vaak worden geassocieerd met mannelijkheid en homoseksuele mannen met vrouwelijkheid. Zo zouden op de arbeidsmarkt homo’s minder voordeel ‘genieten’ door man te zijn en lesbische vrouwen zouden dan weer minder nadeel ondervinden door vrouw te zijn. Dit verschijnsel wordt indirect bevestigd in studies over transgenders. Transvrouwen krijgen aanzienlijk minder kansen op de arbeidsmarkt aan het eind van hun transformatie dan voordien, terwijl transmannen juist meer mogelijkheden krijgen.

We moeten deze resultaten echter met enige voorzichtigheid benaderen. Verder onderzoek is nog steeds nodig.

Maar dit hoeft ons er niet van te weerhouden een beleid te voeren tegen discriminatie op grond van seksuele geaardheid in het algemeen, want de loonkloof is uiteindelijk een indicator om de ongelijkheid op de arbeidsmarkt te meten. Zelfs zonder de nodige cijfers over een loonkloof tussen homoseksuelen, lesbiennes en biseksuelen in België, is het onaanvaardbaar dat ze zouden worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt of daarbuiten. We moeten er dus voor zorgen een open en tolerant klimaat te creëren en een proactieve aanpak te ontwikkelen tegen discriminatie op basis van seksuele geaardheid.

Om die reden, werk ik, onder andere met mijn collega, de minister van Werk Monica De Coninck, aan de ontwikkeling van een interfederaal anti-discriminatieplan voor holebi’s en transgenders. Dit plan zal een reeks maatregelen omvatten tegen discriminatie op het werk op grond van seksuele geaardheid.