Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7422

van Louis Ide (N-VA) d.d. 27 november 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Hospitalisatieverzekeringen - Chronische ziektes - Beperkingen - Ziekenfondsen - Assuralia - Stand van zaken

particuliere verzekering
kosten voor ziekenhuisopname
chronische ziekte
geografische spreiding
officiële statistiek
leeftijdsverdeling
gehandicapte

Chronologie

27/11/2012Verzending vraag
30/1/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7422 d.d. 27 november 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Hospitalisatieverzekeringen zijn een belangrijk onderdeel van onze gezondheidszorg. Een opname in het ziekenhuis kan immers handenvol geld kosten, en dan is een hospitalisatieverzekering absoluut geen overbodige luxe. Sinds het najaar van 2007 zijn mutualiteiten ook verplicht in hun hospitalisatieverzekering personen met een chronische ziekte of met een beperking te dekken.

Daarom had ik graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) Hoeveel mensen hadden in 2008, 2009, 2010 en 2011 een hospitalisatieverzekering in België?

a) Kan de geachte minister de gegevens ook opsplitsen per gewest, Vlaanderen, Wallonië en Brussel?

b) Kunnen de gewestelijke cijfers ook opgesplitst worden per verzekeraar, de ziekenfondsen en de private maatschappijen die onder de koepel van Assuralia ressorteren?

c) Kunnen de gewestelijke cijfers ook opgesplitst worden per leeftijdscategorie?

d) Kunnen de cijfers ook opgesplitst worden naargelang het gaat om mensen met een gewone tegemoetkoming en een verhoogde tegemoetkoming?

2) Hoeveel mensen met een chronische ziekte hadden in 2008, 2009, 2010 en 2011 een hospitalisatieverzekering in België?

a) Kan de geachte minister deze gegevens ook opsplitsen per gewest, Vlaanderen, Wallonië en Brussel?

b) Kunnen de gewestelijke cijfers ook opgesplitst worden per verzekeraar, de ziekenfondsen en de private maatschappijen die onder de koepel van Assuralia ressorteren?

c) Kunnen de gewestelijke cijfers ook opgesplitst worden per leeftijdscategorie?

3) Hoeveel personen met een beperking hadden in 2008, 2009, 2010 en 2011 een hospitalisatieverzekering in België?

a) Kan de geachte minister deze gegevens ook opsplitsen per gewest, Vlaanderen, Wallonië en Brussel?

b) Kunnen de gewestelijke cijfers ook opgesplitst worden per verzekeraar de ziekenfondsen en de private maatschappijen die onder de koepel van Assuralia ressorteren ?

c) Kunnen de gewestelijke cijfers ook opgesplitst worden per leeftijdscategorie?

Antwoord ontvangen op 30 januari 2013 :

Het antwoord op uw vragen in verband met de door privéverzekeraars aangeboden hospitalisatieverzekeringen valt onder de bevoegdheid van mijn collega, Johan Vande Lanotte, de vice-eerste minister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee.

Wat de door de ziekenfondsen aangeboden hospitalisatieverzekeringen betreft, kan ik u de volgende inlichtingen, afkomstig van de Controledienst voor de ziekenfondsen, meedelen.

1. Bijlage 1 bevat de tabellen die op 31 december van de jaren 2008, 2009, 2010 en 2011 het aantal personen weergeven die bij een door een mutualistische entiteit aangeboden hospitalisatiedienst waren aangesloten, en dit opgesplitst in landsbonden, ziekenfondsen, maatschappijen van onderlinge bijstand die samenwerken met ziekenfondsen en onafhankelijke maatschappijen van onderlinge bijstand. Maatschappijen van onderlinge bijstand die samenwerken met ziekenfondsen zijn entiteiten die hetzij opgericht zijn door meerdere ziekenfondsen van eenzelfde landsbond, hetzij uitsluitend leden aanvaarden die aangesloten zijn bij één van de in de statuten opgesomde ziekenfondsen. “Onafhankelijke” maatschappijen hebben daarentegen geen enkele band met de ziekenfondsen of de landsbonden.

De hospitalisatiediensten waren in voornoemde periode verder ingedeeld door gebruik te maken van de volgende codering:

Met een forfaitaire uitkering wordt een vast bedrag per hospitalisatiedag bedoeld, terwijl een variabele uitkering wijst op een uitkering in functie van de werkelijke hospitalisatiekosten. Een verplichte aansluiting houdt in dat de aansluiting van het lid bij de hospitalisatiedienst een geheel vormde met de aansluiting voor alle (of een pakket van) diensten van de aanvullende verzekering, terwijl in geval van facultatieve aansluiting het lid optioneel koos voor de aansluiting bij de hospitalisatiedienst bovenop de aanvullende verzekering.

Wat het aantal leden betreft, merk ik op dat het in voornoemde periode vaak voorkwam dat eenzelfde lid bij twee hospitalisatiediensten was aangesloten. Meestal ging het om tegelijk een aansluiting bij een dienst met verplichte aansluiting die in een forfaitaire uitkering voorzag en een aansluiting bij een facultatieve dienst die (een deel van) de werkelijke kosten terugbetaalde. Om die reden kunnen de ledentallen niet zomaar worden samengeteld om het totaal aantal verzekerden te kennen.

Ik herinner u eraan dat door de inwerkingtreding van de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I) vanaf 1 januari 2012 de hospitalisatiediensten waarvoor de aansluiting facultatief is, worden ingericht door verzekeringsmaatschappijen van onderlinge bijstand die onderworpen zijn aan de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen en de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst.

In antwoord op de subvraag a) dient vooreerst opgemerkt dat de territoriale actieradius van de mutualistische entiteiten die een hospitalisatiedienst aanbieden zich in veel gevallen niet tot één bepaald gewest beperkt. Aangezien de Controledienst voor de ziekenfondsen maar enkel over globale ledentallen per mutualistische entiteit beschikt, zijn bijgevolg geen cijfers per gewest beschikbaar. Volledigheidshalve wordt in de bijlage 2 een overzicht gegeven van alle mutualistische entiteiten die in 2011 één of meerdere hospitalisatiediensten inrichtten, telkens met aanduiding van de vestigingsplaats van de maatschappelijke zetel.

Wat de subvraag b) aangaat, dient gemeld dat bovenvermelde gegevens uiteraard enkel de mutualistische sector betreffen.

Voor de subvragen c) en d) beschikt de Controledienst voor de ziekenfondsen niet over de gevraagde gegevens.

Hetzelfde geldt voor de vragen 2 en 3.

Bijlage 1

Ledentallen van de diensten hospitalisatie

Verklaring classificatiecodes :

200 : Hospitalisatie : Forfaitaire uitkering - facultatieve aansluiting

201 : Hospitalisatie : Variabele uitkering - facultatieve aansluiting

210 : Hospitalisatie : Forfaitaire uitkering - verplichte aansluiting

211 : Hospitalisatie : Variabele uitkering - verplichte aansluiting

 

Ledentallen per 31.12.2008

Aard van de entiteiten

  200

  201

  210

  211

Gerechtig-den

Personen ten laste

Rechtheb-benden

Gerechtig-den

Personen ten laste

Rechtheb-benden

Gerechtig-den

Personen ten laste

Rechtheb-benden

Gerechtig-den

Personen ten laste

Rechthebbenden

 

(a)

(b)

(a + b)

(a)

(b)

(a + b)

(a)

(b)

(a + b)

(a)

(b)

(a + b)

Landsbonden

 78 294

 21 026

 99 320

 96 122

 43 001

 139 123

 

 

 

 

 

 

Maatschappijen van onderlinge bijstand die samenwerken met ziekenfondsen

 275 564

 3 504

 279 068

1 553 504

 347 236

1 900 740

 

 

 

 598 719

 497 563

1 096 282

Ziekenfondsen

 287 506

 78 263

 365 769

 139 352

 77 800

 217 152

2 461 236

1 579 084

4 040 320

 940 700

 506 050

1 446 750

Onafhankelijke maatschappijen van onderlinge bijstand

 

 

 

 4 840

 4 671

 9 511

 

 

 

 3 887

 4 701

 8 588



 

Ledentallen per 31.12.2009

Aard van de entiteiten

  200

  201

  210

  211

Gerechtig-den

Personen ten laste

Rechtheb-benden

Gerechtig-den

Personen ten laste

Rechtheb-benden

Gerechtig-den

Personen ten laste

Rechtheb-benden

Gerechtig-den

Personen ten laste

Rechthebbenden

 

(a)

(b)

(a + b)

(a)

(b)

(a + b)

(a)

(b)

(a + b)

(a)

(b)

(a + b)

Landsbonden

 73 927

 19 502

 93 429

 105 958

 47 494

 153 452

 

 

 

 

 

 

Maatschappijen van onderlinge bijstand die samenwerken met ziekenfondsen

 177 992

 3 184

 181 176

1 775 640

 368 716

2 144 356

 

 

 

 608 134

 504 265

1 112 399

Ziekenfondsen

 258 634

 50 974

 309 608

 146 803

 80 978

 227 781

2 265 322

1 424 541

3 689 863

 946 273

 501 641

1 447 914

Onafhankelijke maatschappijen van onderlinge bijstand

 

 

 

 2 742

 6 381

 9 123

 

 

 

 3 970

 4 764

 8 734



 

Ledentallen per 31.12.2010

Aard van de entiteiten

  200

  201

  210

  211

Gerechtig-den

Personen ten laste

Rechtheb-benden

Gerechtig-den

Personen ten laste

Rechtheb-benden

Gerechtig-den

Personen ten laste

Rechtheb-benden

Gerechtig-den

Personen ten laste

Rechthebbenden

 

(a)

(b)

(a + b)

(a)

(b)

(a + b)

(a)

(b)

(a + b)

(a)

(b)

(a + b)

Landsbonden

 70 507

 18 160

 88 667

 114 553

 51 204

 165 757

 

 

 

 

 

 

Maatschappijen van onderlinge bijstand die samenwerken met ziekenfondsen

 371 270

 2 861

 374 131

1 889 189

 385 378

2 274 567

 

 

 

 608 344

 504 966

1 113 310

Ziekenfondsen

 109 830

 45 711

 155 541

 139 240

 69 783

 209 023

2 207 836

1 408 761

3 616 597

1 095 299

 561 152

1 656 451

Onafhankelijke maatschappijen van onderlinge bijstand

 

 

 

 2 196

 6 115

 8 311

 

 

 

 3 926

 4 802

 8 728



 

Ledentallen per 31.12.2011

Aard van de entiteiten

  200

  201

  210

  211

Gerechtig-den

Personen ten laste

Rechtheb-benden

Gerechtig-den

Personen ten laste

Rechtheb-benden

Gerechtig-den

Personen ten laste

Rechtheb-benden

Gerechtig-den

Personen ten laste

Rechthebbenden

 

(a)

(b)

(a + b)

(a)

(b)

(a + b)

(a)

(b)

(a + b)

(a)

(b)

(a + b)

Landsbonden

 11 198

 2 607

 13 805

 121 745

 53 157

 174 902

 

 

 

 

 

 

Maatschappijen van onderlinge bijstand die samenwerken met ziekenfondsen

 466 327

 16 800

 483 127

1 977 930

 401 170

2 379 100

 

 

 

 614 030

 506 019

1 120 049

Ziekenfondsen

 54 410

 20 938

 75 348

 136 372

 62 218

 198 590

2 230 888

1 416 983

3 647 871

1 134 202

 582 559

1 716 761

Onafhankelijke maatschappijen van onderlinge bijstand

 

 

 

 2 509

 6 552

 9 061

 

 

 

 3 922

 4 795

 8 717

Bijlage 2 : Overzicht van de entiteiten die in 2011 één of meerdere hospitalisatiediensten inrichtten

Verklaring classificatiecodes :

200 : Hospitalisatie : Forfaitaire uitkering - facultatieve aansluiting

201 : Hospitalisatie : Variabele uitkering - facultatieve aansluiting

210 : Hospitalisatie : Forfaitaire uitkering - verplichte aansluiting

211 : Hospitalisatie : Variabele uitkering - verplichte aansluiting

Entiteit

Classificatiecode

Nr.

Naam

Locatie

200

201

210

211

101

Christelijke Mutualiteit van het Arr. Antwerpen 

ANTWERPEN

 

 

 

x

104

Christelijke Mutualiteit van het Arr. Mechelen

MECHELEN

 

 

 

x

105

Christelijke Mutualiteit van het Arr. Turnhout

TURNHOUT

 

 

 

x

108

Christelijk Ziekenfonds - Sint-Pietersbond

KESSEL-LO

 

 

 

x

111

Christelijke Mutualiteit Zuid-West-Vlaanderen

KORTRIJK

 

 

x

 

113

Christelijke Mutualiteit Roeselare-Tielt

ROESELARE

 

 

x

 

131

Christelijke Mutualiteit Limburg

HASSELT

 

 

x

 

180/01 (*)

CM Vlaanderen

BRUSSEL

x

x

 

 

180/02 (*)

Solimut

BRUSSEL

 

x

 

x

206

Vrij Verbond der Neutrale Mutualiteiten

BRUSSEL

 

 

x

 

216

Mutualité neutre du Hainaut

CHARLEROI

x

 

x

 

226

Mutualité neutre de la santé

LIEGE

 

 

x

 

228

Mutualia - Mutualité neutre

VERVIERS

 

 

x

 

280/01 (*)

Objectief Gezondheid Vlaanderen

AALST

x

x

 

 

280/02 (*)

Neutra

LIEGE

 

x

 

 

300

Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten

BRUSSEL

x

x

 

 

305

Mutualité socialiste du Brabant wallon

TUBIZE

 

 

x

 

306

Federatie van Socialistische Mutualiteiten van Brabant

BRUSSEL

x

x

x

 

314

Mutualité socialiste du Hainaut occidental

ATH

 

 

x

 

315

Mutualité socialiste de Mons Borinage

FRAMERIES

 

 

x

 

319

Mutualité Solidaris - mutualité socialiste et syndicale de la province de Liège

LIEGE

 

x

 

 

322

De Voorzorg - Mutualiteitsverbond van Limburg

HASSELT

x

x

x

 

323

Mutualité socialiste du Luxembourg

SAINT-HUBERT

 

x

x

 

380/03 (*)

M.O.B. Solidariteit

BRUSSEL

x

x

 

 

403

Liberale Mutualiteit van Brabant

BRUSSEL

 

 

x

 

409

Mutualité libérale Hainaut - Namur

LA LOUVIERE

 

 

 

x

414

Mutualité libérale Liège

LIEGE

 

 

x

 

418

Mutualité libérale du Luxembourg

ARLON

 

 

 

x

480/01 (*)

Hospitaal-Plus

BRUSSEL

 

x

 

 

509

Euromut - Onafhankelijk Ziekenfonds

BRUSSEL

 

 

x

 

515

Freie Krankenkasse

BULLINGEN

 

 

 

x

516

Ziekenfonds Securex

BRUSSEL

x

 

 

 

527

Partena - Mutualité libre

BRUSSEL

 

 

x

 

700/03 (**)

Unilever Belgium Voorzorgsfonds MOB

BRUSSEL

 

x

 

 

700/09 (**)

ExxonMobil Voorzorgsfonds

MACHELEN

 

 

 

x

700/14 (**)

Danzas - SBT Voorzorgsfonds

GRIMBERGEN

 

x

 

 

700/16 (**)

Medical services

LIEGE

 

x

 

 

780/01 (*)

Ziekenfonds voor Hospitalisatiekosten

BRUSSEL

x

x

 

 



Aantal diensten :

9

15

17

9

(*) Betreft een maatschappij van onderlinge bijstand die samenwerkt met ziekenfondsen.

(**) Betreft een onafhankelijke maatschappij van onderlinge bijstand.