Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7407

van Louis Ide (N-VA) d.d. 27 november 2012

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Parkeerkaarten - Tijdelijke situaties van beperkte mobiliteit - Voorrangskaart

parkeerterrein
faciliteiten voor gehandicapten
lichamelijk gehandicapte

Chronologie

27/11/2012Verzending vraag
19/6/2013Herkwalificatie
20/1/2014Antwoord

Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-3752

Vraag nr. 5-7407 d.d. 27 november 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Om gebruik te kunnen maken van een parkeerkaart, dient een persoon officieel erkend te zijn als invalide of als persoon met een handicap.

Concreet heeft recht op de parkeerkaart wie officieel erkend wordt als invalide of persoon met een handicap om één van de volgende redenen:

a) Hij heeft een blijvende invaliditeit van 50 % of meer (invaliditeit van de benen);

b) Hij heeft een blijvende invaliditeit van 80 % of meer (andere invaliditeit);

c) Hij is burgerlijk of militair oorlogsinvalide met een invaliditeit van 50% of meer;

d) Hij is volledig verlamd aan de armen of beide armen werden geamputeerd;

e) De gezondheidstoestand vermindert de zelfredzaamheid of heeft een negatieve invloed op de mobiliteit als u ouder bent dan 21 jaar: 12 punten of meer (zelfredzaamheid) of minstens 2 punten (mobiliteit);

f) De gezondheidstoestand vermindert de zelfredzaamheid of heeft een negatieve invloed op de mobiliteit als u jonger bent dan 21 jaar: 2 punten in de categorie "verplaatsing" of "mobiliteit en verplaatsing".

Er zijn echter ook heel wat mensen die, hoewel niet gehandicapt of invalide, voor een korte periode minder mobiel of zelfs immobiel zijn. Hierbij denk ik bijvoorbeeld als mensen die een sectio hebben ondergaan, een heupprothese hebben gekregen, die lijden aan CVA of TIA, enzovoorts. Die mensen zijn niet gehandicapt of invalide en hebben dus niet het recht kortbij te parkeren, maar hebben het wel gedurende een bepaalde periode nodig.

1) Is het daarom niet mogelijk om de behandelend arts, huisarts of specialist, een tijdelijke parkeer / gehandicaptenkaart te laten uitschrijven?

2) Zoals u misschien weet kunnen personen die kunnen aantonen dat ze moeilijkheden hebben om lang te blijven rechtstaan, een "voorrangskaart voor een zitplaats in de trein" bekomen. Is het volgens hetzelfde principe dan niet mogelijk om een "voorrangskaart voor parkeren" toe te kennen aan personen die wegens ziekte tijdelijk minder mobiel zijn?

3) Heeft de geachte staatssecretaris andere voorstellen om tegemoet te komen aan de mobiliteitsproblemen van deze "tijdelijk gehandicapte" personen?

Antwoord ontvangen op 20 januari 2014 :

De parkeerkaart is bedoeld om mensen die een stabiele situatie van verplaatsingsmoeilijkheden hebben toe te laten om zich verder in het maatschappelijke leven te ontplooien.

Een korte periode van minder mobiel zijn of immobiel zijn, is dan ook van een andere aard.

Ik heb geen weet dat de specifieke verplaatsingsbehoeftes die die mensen gedurende die korte periode alsnog zouden hebben, niet op een afdoende en pragmatische wijze zouden worden opgevangen.