Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7401

van Louis Ide (N-VA) d.d. 27 november 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Rijksdienst voor ziekte- en invaliditeitsverzekering - Geneesheren-ambtenaren - Toelage ter compensatie van het verbod op enige andere medische praktijk - Taalgroepen - Stijging

Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
ziekteverzekering
taalgroep
dokter

Chronologie

27/11/2012Verzending vraag
5/3/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7401 d.d. 27 november 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In antwoord op schriftelijke vraag 5-5677 over de toelage ter compensatie van het verbod op enige andere medische praktijk verschafte de geachte minister mij het totaalbedrag dat hiervoor voor de jaren 2007 tot en met 2011 werd uitbetaald.

Is het echter mogelijk om die bedragen onder te verdelen volgens taalgroep? Met andere woorden, hoeveel werd uitbetaald aan Franstalige ambtenaren en hoeveel aan Nederlandstalige ambtenaren en dat voor de jaren 2007 tot en met 2011?

Heeft de geachte minister een verklaring voor de sterke stijging van het totaalbedrag dat effectief werd uitbetaald? Tussen 2007 en 2011 steeg dat bedrag met niet minder dan 1 194 181 euro.

Antwoord ontvangen op 5 maart 2013 :

In tabel hieronder vindt u de toelage ter compensatie van het verbod op enige andere medische praktijk uitgesplitst per taalgroep.

Totaal bedrag dat effectief werd uitbetaald per taalgroep voor de jaren 2007 tot en met 2011

 

2007

2008

2009

2010

2011

Franstalig

815 038

1 041 491

1 044 252

1 054 728

1 440 078

Nederlandstalig

1 111 896

1 284 791

1 318 209

1 309 966

1 681 037

TOTAAL

1 926 934

2 326 282

2 362 461

2 364 694

3 121 115

De sterke stijging van het totaalbedrag dat effectief werd uitbetaald kan verklaard worden door de verhoging met 2 % die een gevolg is van de aanpassing van artikel 5, paragraaf 1 van het koninklijk besluit nr. 35 houdende het statuut en het barema van de adviserend geneesheren (gewijzigd door het koninklijk besluit van 11 juni 2011 – in werking getreden op 1 januari 2010).

Aangezien de toelage het verschil is tussen de bedragen van het koninklijk besluit nr. 35 en de bedragen van het koninklijk besluit van 19 november 1999 houdende toekenning van een toelage aan de geneesheren-ambtenaren van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV), is er een verhoging vanaf 2011 (die de regularisatie inhoudt voor 2010 + 2011).

Vermits de toelage een verschil is, bedraagt deze meer dan 2 % per jaar. (In feite is het de totale verloning die verhoogt met 2 % en deze wordt volledig gedragen door de toelage).