De onbeheersbare werklast van het gerecht
gerechtelijke achterstand
tekort aan arbeidskrachten
judiciële hervorming
rechtsstelsel
22/11/2012 | Verzending vraag |
19/12/2012 | Antwoord |
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2492
De media gaven recent erg alarmerende cijfers over de toenemende en onhoudbare werklast waarmee het Belgische gerecht wordt geconfronteerd. Die cijfers vallen niet uit de lucht, ze zijn zeker niet nieuw of verrassend… maar dat maakt het verhaal nog schrijnender.
De Brusselse Procureur-generaal stelt letterlijk: "We zijn al die tijd blijven doorwerken zonder te klagen: een beetje langer blijven 's avonds, in het weekend wat vaker doordoen. Tot nu. We kunnen niet nog meer doen met steeds minder personeel". Hij bewijst deze evolutie met de volgende vaststellingen voor het Brussels rechtsgebied: financiële zaken +25 %, milieuzaken +28 %, zaken bij de Kamer van Inbeschuldigingstelling +37 %, burgerlijke zaken bij het Hof van Beroep +60 % en zaken over informaticacriminaliteit een stijging van 137 % over de voorbije vier jaren! De Procureur-generaal kent de gevolgen van deze evolutie: minder zorgvuldige behandeling van zaken en dus meer verjaringen en andere ongewenste effecten. Een test in het rechtsgebied van Gent toont soortgelijke ontwikkelingen aan: onder meer een toename van het aantal correctionele zaken met 33 %, en toch ook een lichtpuntje:de achterstand bij het Hof van Beroep liep terug.
Hoe evalueert de minister die berichten en de ronduit wanhopige getuigenis van een topmagistraat? Bevestigt zij de ontwikkelingen en de vaststelling dat Justitie - hoeksteen van de rechtsstaat en democratie - steeds meer met onbeheersbaarheid wordt geconfronteerd? Moet de minister ondertussen toegeven dat Justitie niet de gevraagde, gehoopte en noodzakelijke ommekeer realiseerde om zichzelf terug als een standvastige, betrouwbare en kwaliteitsvolle derde macht te kunnen en mogen uitvinden in plaats van verder te desintegreren? Hoe schat zij de gevolgen van dit debacle in? Gaat zij akkoord met de analyse van de topmagistraten, dat door deze onbeheersbaarheid en de onbillijke verhouding tussen werklast en draagvermogen, Justitie systematisch kwaliteit verliest, de zaken minder grondig worden aangepakt… met alle ongewenste en zelfs gevaarlijke gevolgen die daarbij horen, zoals verjaringen?
Welke argumenten, plannen, concrete verwezenlijkingen, wetsvoorstellen enzovoort kan de minister ondertussen voorleggen om te bewijzen dat de desastreuze berichtgeving op een beleidsmatige, en dus systematische, effectieve, efficiënte en duurzame wijze wordt gecounterd?
Ik dank u voor uw vraag. En ik ben ook procureur-generaal Nouwynck erkentelijk voor de analyse die hij tijdens de openingszitting van het gerechtelijk jaar heeft gemaakt.
Wij staan immers voor een erfenis van dertig jaar uitgestelde hervorming van justitie. Ik wil het daarbij niet hebben over de verantwoordelijkheden. Dat is het verleden. Ik wil het hebben over de toekomst. En daar is elke analyse van wat er fout loopt behulpzaam.
Inmiddels ben ik met de hervorming van Justitie gestart. Dat zal een werk van een generatie zijn. In de beperkte legislatuur die dit kabinet gegeven is, willen wij werk maken van de eerste fase, de fundamenten. In de komende maanden zal u mede mijn voorstellen daarover bespreken, die ik in eerste grote lijnen al heb bekendgemaakt naar aanleiding van het overleg in het kernkabinet begin april. Op dit ogenblik zijn de wetteksten zo goed als klaar en vindt het overleg plaats binnen de regering en met de adviesorganen van de magistratuur.
Ik merk dat er vandaag binnen de magistratuur heel veel vraag is naar dat hervormingsproces. Ik ga ervan uit dat elkeen die de voorbije maanden en jaren de pijnpunten geanalyseerd heeft, ook aan mijn zijde zal staan om dat proces doorgang te doen vinden, ook al hoeft dat niet kritiekloos te zijn.
Ik kan daar wat het rechtsgebied Brussel betreft nog aan toevoegen dat in de voorbije jaren vanuit de magistratuur diverse voorstellen zijn geformuleerd die de door de procureur-generaal aangehaalde problemen zouden kunnen verhelpen :
de invulling van de gemeenschappelijke steundienst van het Openbaar Ministerie, zoals al voorzien in artikel 143ter van het Gerechtelijk Wetboek ;
het afsluiten van een samenwerkingsakkoord tussen het Openbaar ministerie en de Dienst voor Strafrechtelijk Beleid ; of
de invoering van de functie van scharniermagistraat ter invulling van de interne kwaliteitsbewaking.
Dat laatste vergt bijkomende aanwervingen die ik zeker wil overwegen, maar waarover ik nu geen concrete beloftes wil doen, op het ogenblik dat de regering op zoek is naar saneringen ten belope van 8 miljard euro voor de komende twee jaar. Alleszins zal het ook aan het management van de nieuwe gerechtelijke arrondissementen toekomen, zodra die opgericht zijn, om op dit terrein verdere beleidskeuzes te maken.