Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7216

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 29 oktober 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Hersentumoren - Gsm-gebruik - Causaal verband - Italiaanse rechtbank

elektromagnetische schadelijke invloed
kanker
mobiele telefoon
bewustmaking van de burgers
blootstelling aan straling
mobiele communicatie

Chronologie

29/10/2012Verzending vraag
16/4/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7216 d.d. 29 oktober 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent oordeelde een Italiaanse rechtbank dat het veelvuldig en regelmatig gebruik van een gsm oorzakelijk kan verbonden worden met het ontstaan van hersentumoren. Deze uitspraak - in beroep - gaf een patiënt met een hersentumor gelijk toen hij het ontstaan van deze tumor koppelde aan zijn intensief gsm-gebruik. De rechtbank steunde hierbij op een Zweeds onderzoek uit 2007. Daarmee ging dit onderzoek in tegen de meer geruststellende adviezen van o.a. het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek en de Word Health Organisation (WHO). Het is voor burgers steeds moeilijker om uit de veelheid en vooral de grote tegenstrijdigheid van wetenschappelijk onderzoek de waarheid af te leiden.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe apprecieert en evalueert de minister het oordeel van een Italiaanse rechtbank die, gebaseerd op een Zweeds studie, het causale verband tussen een hersentumor en intensief gsm-gebruik aanvaardde? Is zij op de hoogte van het Zweedse onderzoek waaraan wordt gerefereerd, en welke waarde hecht zij daaraan?

2) Kan zij de bevolking waarborgen dat intensief gsm-gebruik geen causaal verband houdt met het ontstaan van tumoren, inzonderheid hersentumoren, ongeacht de intensiteit van dit gebruik?

3) Is zij van plan om de bevolking, geconfronteerd met verwarrende en zelfs tegenstrijdige informatie - steeds wetenschappelijk verpakt -, hierover de grootst mogelijke duidelijkheid te verstrekken of houdt zij hieromtrent liever enige slag om de arm en ageert zij in dezen terughoudend en voorzichtig?

Antwoord ontvangen op 16 april 2013 :

  1. In de mate dat we mogen voortgaan op mediaberichtgeving kunnen we stellen dat een Italiaanse rechtbank inderdaad is ingegaan op de eisen van een Italiaanse ondernemer die stelde dat de oorzaak van zijn tumor aan zijn overdadig gsm-gebruik te wijten was en dat er daarom een schadevergoeding betaald moet worden. Het was niet de bedoeling van deze rechtszaak om alle wetenschappelijke onderzoeken dienaangaande onder de loep te nemen en daaruit dan zelf wetenschappelijke conclusies te trekken. Daarom kan de beslissing van de rechtbank de conclusies van het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek (IAKO) niet in vraag stellen.

    De rechtbank is ervan uitgegaan dat het oorzakelijk verband bewezen is, terwijl het IAKO, een gerenommeerde wetenschappelijke instantie, heeft beslist dat dit verband slechts als mogelijk kan erkend worden (categorie 2B). De rechtbank zou zich hierbij voornamelijk gesteund hebben op de studies van een Zweedse groep onder de leiding van Lennart Hardell.

    Op uw vraag of we op de hoogte zijn van de Zweedse studies kan ik u een bevestigend antwoord geven. Onze administratie volgt het onderzoek op vlak van gsm en kanker nauwlettend op en is op de hoogte van de studies van Hardell. Het is zijn onderzoek, naast de resultaten van het internationaal grootschalig onderzoeksproject Interphone, die beslissend zijn geweest voor de conclusies van het IAKO. Het Zweeds onderzoek gaat dus niet in tegen het standpunt van het IAKO, maar vormt één van de hoekstenen daarvan. Het IAKO heeft beoordeeld dat zowel het Zweeds onderzoek als het Interphone-project vatbaar zijn.

  2. Wij vertrouwen op de conclusies van het IAKO en de Wereld Gezondheidsorganisatie (WGO) stellend dat het intensief gsm-gebruik als “mogelijk kankerverwekkend” beschouwd moet worden. Elke studie dient in zijn context geplaatst en beoordeeld te worden in het licht van het geheel onderzoek en volgens de regels van de kunst, zoals het IAKO dit deed. Bijgevolg kunnen we de bevolking niet waarborgen dat intensief gsm-gebruik geen oorzakelijk verband houdt met het ontstaan van hersentumoren. Dit risico kan niet uitgesloten worden volgens de huidige wetenschappelijke kennis.

  3. Ik ben niet enkel “van plan”, ik ben volop bezig met de grootst mogelijke duidelijkheid te verstrekken aan de bevolking. Al in 2008, nog vóór het IAKO met zijn boodschap naar voren kwam, had mijn administratie haar brochure “Elektromagnetische velden en gezondheid” gepubliceerd, met daarin een advies voor een voorzichtig gsm-gebruik. Vandaag de dag is deze brochure voor de vierde keer gedrukt en er is nog een andere brochure gemaakt die specifiek op mobiele telefoons gericht is en die ook gratis te verkrijgen is. De brochures worden actief verspreid via telecom-winkels, bibliotheken, beurzen en zijn beschikbaar op de web-portaal van mijn administratie. Met deze brochures wil ik de bevolking attent maken op de mogelijke risico’s verbonden aan intensief gsm-gebruik. De mededeling van het IAKO bevestigt ons in deze strategie.Ik wil ook vermijden dat de verantwoordelijkheid uitsluitend bij de consument gelegd wordt. Het is immers niet eenvoudig om aan maatschappelijke trends, aan de consumptiedruk te weerstaan. Vandaar betreft ons ontwerp van een koninklijk besluit het verbod op reclame van gsm-gebruik gericht op kinderen, de SAR (Specific Absorption Rate)-affichage op de verkoopplaats en het verbod op het op de markt brengen van een mobiele telefoon speciaal ontworpen voor kinderen. Het ontwerp-kb zal binnenkort voorgelegd worden aan de ministerraad.