Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7186

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 oktober 2012

aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Nieuwe wetgevingsinitiatieven - Internetconsultatie - Burgers en middenveld

openbare raadpleging
civiele samenleving
internet
openbaarheid van het bestuur
initiatief tot een wet
sociale dialoog

Chronologie

23/10/2012Verzending vraag
26/11/2012Antwoord

Vraag nr. 5-7186 d.d. 23 oktober 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Europese Commissie doet het al jaren, maar ook onze noorderburen begonnen in 2009 met het consulteren van burgers en middenveld via een open oproep op het internet.

Een internetconsultatie heeft meerdere voordelen. Door internetconsultatie krijgen meer mensen, bedrijven en instellingen informatie over wetgeving die in voorbereiding is en kunnen zij suggesties doen om de kwaliteit en uitvoerbaarheid van deze voorstellen te verbeteren. Internetconsultatie vergroot de transparantie van het proces, de mogelijkheden voor publieke participatie en levert een bijdrage aan de kwaliteit van de wetgeving.

In Nederland werd het initiatief alvast positief geëvalueerd en de overheid heeft er zich voorgenomen om dit instrument vaker in te zetten bij het introduceren van nieuwe regelgeving.

Hierover volgende vragen:

1) Op welke wijze gebeurt een consultatie doorgaans en wie wordt daarbij allemaal betrokken? Beaamt de staatssecretaris mijn opvatting dat vandaag het regelgevingsproces weinig transparant en weinig participatief is?

2) Kent de staatssecretaris het concept van internetconsultaties? Hoe beoordeelt hij dit instrument? Gaat hij akkoord dat er vooral veel voordelen uit te halen zijn?

3) Beaamt hij mijn opvatting dat men dit op zijn minst moet bekijken/onderzoeken? Is hij bereid om hierover contact op te nemen met de bevoegde Nederlandse autoriteiten en hieromtrent proefprojecten op te zetten? Zo neen, hoe beargumenteert hij deze negatieve keuze?

Antwoord ontvangen op 26 november 2012 :

In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen:

1) In de materies die tot de bevoegdheid van de wetgever behoren, hebben zowel het parlement als de regering initiatiefrecht. Inzake regelgeving heeft elk lid van de regering initiatiefrecht inzake alle materies die tot zijn respectieve bevoegdheden behoren. U weet ook dat er talrijke consultatievormen zijn op verschillende niveaus. De Nationale Arbeidsraad speelt bijvoorbeeld een grote rol als het om arbeidsrecht gaat. Zo zou ik nog veel voorbeelden kunnen noemen, want ons overlegsysteem kent veel adviesorganen.

Wat het openbaar ambt betreft, gebeurt de detectie van de behoeften en het onderzoek van de ontwerpen eerst bij de actoren op het terrein, experts of managers. Vaak via enerzijds netwerken, zoals het college van de voorzitters van een directiecomité, het college van administrateurs-generaal van de Openbare instellingen van sociale zekerheid, het college van administrateurs-generaal voor de instellingen van openbaar nut, het netwerk van de directeurs van de stafdiensten P&O, en anderzijds enquêtes. Het sociaal overleg is dan weer een verplichting. Dat overleg vindt plaats in de verschillende syndicale onderhandelingscomités.

2) Tot nu toe zijn we nog niet overgegaan tot loutere internetconsultaties. Die zouden de consultaties van de representatieve instanties zeker niet kunnen vervangen, maar ze zouden ze kunnen aanvullen.

3) Het lijkt inderdaad interessant om meer informatie in te winnen over de praktijken van onze collega’s op dat vlak, en de manier waarop een dergelijke consultatie wordt georganiseerd, uitgevoerd en geëvalueerd.