Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7164

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 15 oktober 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Chinese telecombedrijven - Rapport van de Veiligheidscommissie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden - Spionagerisico - Belgische telecombedrijven - Onderzoek

gegevensbescherming
telefoon- en briefgeheim
Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse
China
spionage
industriële spionage
telecommunicatie-industrie
computercriminaliteit
geheime dienst
staatsveiligheid

Chronologie

15/10/2012Verzending vraag
5/12/2012Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7165

Vraag nr. 5-7164 d.d. 15 oktober 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een rapport van de Veiligheidscommissie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden vormen de Chinese telecombedrijven Huawei en ZTE een gevaar voor de veiligheid en de communicatiesystemen van de Verenigde Staten.

Aan het rapport ging een onderzoek vooraf dat bijna een jaar in beslag nam. Bestuursleden van de Chinese telecomfabrikanten ZTE en Huawei werden door het Amerikaanse Congres opgeroepen om te getuigen over de werking en praktijken van hun respectieve bedrijven. De aanleiding waren ernstige vragen over de mogelijke staatssteun die de Chinese bedrijven ontvangen, waardoor de firma's de westerse bedrijven gewoon uit de markt prijzen. Men verdenkt de bedrijven er ook van banden te hebben met het Chinese staatsapparaat en met het leger.

Het rapport stelt zelfs onomwonden dat beide Chinese telecombedrijven geweerd zouden moeten worden van de Amerikaanse markt en ook uitgesloten moeten worden van overnames of fusies. De Verenigde Staten vrezen nu dat China de bedrijven zou kunnen gebruiken voor economische of militaire spionage, of om via hun technologie cyberaanvallen uit te voeren.

Ook binnen Europa wordt de positie van Chinese telecombedrijven alsmaar vaker kritisch onder de loep genomen. Dat is niet het geval in België, waar ondertussen alle grote telecombedrijven bijna volledig op apparatuur draaien van ofwel Huawei, ofwel ZTE. Huawei is de belangrijkste leverancier geworden van zowel Mobistar als Belgacom. Bij Base is ZTE de grote bouwer van het netwerk. De Belgische specialist in draadloze communicatie Option heeft onder het motto "if you can't fight them, join them" al enkele jaren een samenwerking lopen met Huawei. De Belgische bedrijven en overheid maken zich duidelijk weinig zorgen over spionage, nationale veiligheid of welke potentiële "killswitch" dan ook.

Hierover de volgende vragen:

1) Is de minister op de hoogte van het rapport van de Veiligheidscommissie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden met betrekking tot de telecombedrijven Huawei en ZTE? Hoe beoordeelt zij dit rapport? Is zij bereid om contact op te nemen met de Amerikaanse autoriteiten om nadere informatie te bekomen over de zaken die tot de conclusie hebben geleid dat deze bedrijven een bedreiging zouden vormen voor de veiligheid?

2) Is er in de Europese Unie al een onderzoek geweest naar de banden van deze bedrijven met de Chinese overheid? Worden de activiteiten van deze bedrijven nauwlettend gevolgd? Zo neen, is zij bereid om dit aan te kaarten bij haar Europese collega's?

3) Is zij van mening dat de Belgische overheid en de Belgische bedrijven voldoende omzichtig omspringen met het aangaan van overeenkomsten met deze Chinese bedrijven? Hoe verklaart zij dat deze bedrijven al helemaal zijn doorgedrongen in de Belgische telecomsector? Kan zij mij verzekeren dat hier geen potentiële gevaren in schuilen? Is zij bereid om dit te onderzoeken?

4) Heeft de Belgische overheid contracten en samenwerkingsverbanden lopen met deze bedrijven?

Antwoord ontvangen op 5 december 2012 :

Dit rapport werd besproken tijdens de vergadering van november 2012 van het overlegplatform informatieveiligheid (BELNIS) waarop leden van mijn administratie aanwezig waren.

Momenteel is de meerderheid van de experts het eens dat het rapport in kwestie geen bewijzen levert van de spionage van deze twee Chinese telecombedrijven.

Indien de Belgische inlichtingendiensten in de toekomst echter over elementen zouden beschikken die een bedreiging of een risico op bedreiging ten opzichte van Belgische bedrijven aan het licht brengen die afkomstig zijn van buitenlandse telecombedrijven, dan spreekt het voor zich dat deze inlichtingendiensten de ministers waaronder ze ressorteren (mijn collega’s van Justitie en van Defensie) daarover zullen informeren. Deze ministers zijn op hun beurt belast met het doorgeven van deze informatie aan de betrokken ministers, zoals de minister bevoegd voor Elektronische Communicatie of de Staatssecretaris die bevoegd is voor de Federale Overheidsdienst (FOD) Informatie- en Communicatietechnologie (Fedict).

Naast deze laatsten, verwijs ik voor het overige naar mijn collega’s van Defensie en Justitie (inzake de aspecten betreffende de inlichtingen, rekening houdend met de artikelen 7 en 11 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst die aan deze diensten de opdracht toevertrouwen om inlichtingen in te winnen, te analyseren en te verwerken die betrekking hebben op elke activiteit die de inwendige veiligheid van de Staat en het wetenschappelijk of economisch potentieel van het land bedreigt of zou kunnen bedreigen).

Tot slot vestig ik uw aandacht op het feit dat een vraag over hetzelfde onderwerp (vraag van 10 oktober 2012 nummer 5-7148) beantwoord werd door mijn collega die bevoegd is voor Elektronische Communicatie en waarnaar ik eveneens verwijs.