Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7147

van André du Bus de Warnaffe (cdH) d.d. 9 oktober 2012

aan de minister van Justitie

Bedelen met kinderen - Parketten - Huidig beleid - VN-Comité voor de Rechten van het Kind - Aanbeveling - Werkgroep bedelende kinderen - Werkzaamheden

rechten van het kind
bedelarij
gespecialiseerde instelling van de VN
gerechtelijke vervolging

Chronologie

9/10/2012Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-7147 d.d. 9 oktober 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Krachtens de wet van 10 augustus 2005 tot verruiming van de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen verbieden de artikelen 433ter en volgende van het Strafwetboek de exploitatie van mensen via bedelarij, en is de exploitatie van minderjarigen een verzwarende omstandigheid.

De Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie en andere overheidsinstanties hebben rondzendbrieven en richtlijnen verspreid teneinde de coördinatie van het opsporings- en vervolgingsbeleid op dit vlak coherenter te maken.

Als gevolg van het arrest van het hof van beroep te Brussel (14de kamer) van 26 mei 2010 (zie J. dr. jeun., 2010, n° 298, p.44 en http://www.jdj.be (9 november 2010), nota Clesse, C.; Rev. dr. étr., 2010 (inhoudsopgave), n° 159, p. 408; Rev. dr. Ulg, 2011, liv. 3-4, p. 531, nota Jacques, E.), waarbij een moeder die met haar kind bedelde werd vrijgesproken omdat een ouder die met zijn eigen kinderen bedelt, geen strafbaar feit pleegt, wordt bedelen met kinderen blijkbaar niet meer vervolgd.

Wel werd een werkgroep over bedelende kinderen opgericht om het fenomeen te onderzoeken en oplossingen voor te stellen.

Het Comité voor de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties (VN) heeft ons land gevraagd het bedelen met kinderen te verbieden, ongeacht of de betrokken volwassenen de ouders zijn.

Ik heb ook vernomen dat de politie instructies heeft gekregen die tegengesteld zijn aan die in de rondzendbrieven en niet mag optreden wanneer ouders hun eigen kind gebruiken om te bedelen.

Ik heb daarover op 22 juni 2012 een vraag gesteld in de politieraad van de zone Montgomery.

In zijn antwoord stelt de voorzitter van het College het parket verantwoordelijk voor die instructies.

1. Toestand: vóór het arrest van het hof van beroep van 2010, werd overgegaan tot controle en werd het parket ingeschakeld wanneer gebedeld werd met kinderen. Sedert het voornoemde arrest vervolgt het parket die gevallen niet meer;

2. Houding van de politie: het spreekt vanzelf dat, als het parket geen aandacht meer schenkt aan een dergelijke situatie, er voor de politie geen enkele reden bestaat om systematisch personen te controleren die bedelen in het gezelschap van kinderen. In het kader van de maatregelen die in de politiezone worden toegepast, kan contact worden opgenomen met de gemeentelijke sociale diensten met het oog op de herintegratie in de maatschappij, indien de betrokkenen dat wensen. Indien het kind mogelijk gevaar loopt of als er sporen zijn van mishandeling (zichtbare verwondingen, onvoldoende kleding bij koud weer,...) wordt het jeugdparket op de hoogte gebracht in het kader van de procedure “minderjarige in gevaar” (zie p. 18-19 van het proces-verbaal van de Politieraad van de zone Montgomery van 22 juni 2012).

1) Kunt u bevestigen dat bedelen met jonge kinderen niet meer wordt vervolgd? Hoe wordt nagegaan of het wel degelijk om de eigen kinderen gaat van de persoon die bedelt?

2) Kunt u statistieken geven van aanhoudingen en/of vervolgingen van vóór het arrest van het hof van beroep van 26 mei 2010? Is er een verschil met de huidige cijfers?

3) Bent u van plan ter zake wetgevend op te treden zoals het VN-Comité voor de Rechten van het Kind vraagt? Wanneer en in welke zin?

4) Wanneer en hoe zult u de werkgroep weer aan het werk zetten opdat hij mogelijke oplossingen formuleert?