Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-703

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 27 december 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Israël en Palestina - Vredesonderhandelingen - Opschorting van de bouwstop - Eventuele sanctie

Israël
Palestijnse kwestie
Palestina
beslechting van geschillen

Chronologie

27/12/2010Verzending vraag
23/2/2011Herkwalificatie

Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-577

Vraag nr. 5-703 d.d. 27 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Decennialang vormt het conflict tussen de Israëlische staat en de Palestijnen een van de belangrijkste brandhaarden in de wereld. Meer dan vermoedelijk speelt het uitblijven van een oplossing hiervoor een doorslaggevende rol voor andere aanhoudende internationale spanningen en vormt het een rijke voedingsbodem voor terrorisme. Een menselijke, menswaardige en mensgerichte oplossing kan enkel indien de rechten van zowel Palestijnse als Joodse gemeenschappen ten volle en goedmenend worden gerespecteerd.

De Obama-administratie ondernam recent enkele nieuwe stappen om Israëli en Palestijnen dichter bij elkaar te brengen. Recente signalen wijzen op weinig vooruitgang en bestempelen deze onderhandelingen als comateus. Sinds Israël opnieuw de bouwstop in de Palestijnse gebieden heeft opgeheven, nemen de spanningen zienderogen toe. De rechtstreekse gesprekken tussen Israël en Palestijnen zijn opgeschort. Bovendien gaven de Amerikanen gaven hun eis op om een nieuwe bouwstop te bekomen. In Israël werd dit door velen onthaald als een overwinning van de harde lijn en een aanmoediging om deze weg verder te bewandelen.

Daarom kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen

1. Hoe staat deze regering ten opzichte van de Israëlische nederzettingenpolitiek op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem? Gaat de minister akkoord dat deze expansionistische nederzettingenpolitiek een groot obstakel vormt voor het vredesproces?

2. Heeft hij namens onze regering zijn ongerustheid over de opschorting van de bouwstop kenbaar gemaakt bij de Israëlische autoriteiten? Op welke wijze, bij welke gelegenheden en op welke tijdstippen heeft hij dat gedaan? Indien dit niet het geval zou zijn, plant hij initiatieven om dit alsnog te doen?

3. Heeft hij namens onze regering zijn ongerustheid kenbaar gemaakt bij de Amerikaanse autoriteiten? Van welke argumenten bedienden deze laatste zich om deze overgave te verantwoorden? Washington spreekt zelf van een verandering van strategie. Kan hij mij informeren over de inhoud van deze nieuwe strategie? Acht hij dit een goede aanpak?

4. Wat ondernam België tijdens het voorzitterschap van de Europese Unie (EU) om in dit conflict enige vooruitgang te boeken? Heeft de EU, al dan niet onder Belgisch voorzitterschap, al overwogen om sancties tegen Israël uit te vaardigen? Welke instrumenten (wortel en/of stok) gebruiken de EU en België om druk uit te oefenen op zowel Israël als Palestina?

5. Wat heeft de huidige regering de laatste drie jaar ondernomen om enig schot te krijgen in dit menselijk drama? Hoe schat de minister de huidige situatie in?

6. Kan België druk uitoefenen om Israël te laten stoppen met het bouwen van nederzettingen in Palestijns gebied? Is er geen overleg mogelijk met de Joodse gemeenschap in België om zo druk uit te oefenen op Israël? Is hij het met mij eens dat enkel een duurzame oplossing van het probleem voor vrede en stabiliteit kan zorgen in de (gehele) regi