Spionageactiviteiten - Opvolgvraag
staatsveiligheid
spionage
tuchtprocedure
gerechtelijke vervolging
geheime dienst
21/8/2012 | Verzending vraag |
10/10/2012 | Antwoord |
Gelijkaardige vraag ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6877
In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 5-5613 over spionageactiviteiten van buitenlandse inlichtingendiensten in België is er sprake van een incident waar bij één ambtenaar een vermoeden van spionage werd vastgesteld.
U maakt er evenzeer melding van dat deze persoon werd teruggeroepen naar het Hoofdbestuur en momenteel geschorst is.
Voor zover dit mogelijk zou zijn, zou ik graag te weten komen :
- wat het perspectief is van een mogelijke gerechtelijke vervolging;
- welke feiten de ambtenaar ten laste worden gelegd;
- of ons land schade heeft geleden door deze feiten;
- wat het tuchtonderzoek heeft opgeleverd;
- of de federale overheid zich burgerlijke partij heeft gesteld;
- wanneer een strafrechtelijke uitspraak kan worden verwacht.
Ik wens er op te wijzen dat de hieronder meegedeelde antwoorden worden meegedeeld vanuit mijn standpunt als minister van Buitenlandse zaken. Uiteraard kan ik geen afbreuk doen aan de bevoegdheden van de minister van Justitie en onthoud ik mij dan ook van antwoorden die deze bevoegdheidsverdeling zouden kunnen schenden. Teneinde over een volledig antwoord te beschikken dient onderstaand antwoord dan ook te worden samengelezen met het antwoord van de collega bevoegd voor Justitie.
Het perspectief van een mogelijke gerechtelijke vervolging komt enkel toe aan de beoordeling door de rechterlijke macht. De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de minister van Buitenlandse Zaken, kan dan ook geen uitspraken doen over of, en zo ja, wanneer een strafrechtelijke uitspraak kan worden verwacht.
Omwille van het geheim van het onderzoek kan ik niet ingaan op de vraag naar de ten laste gelegde feiten.
De federale overheid heeft onmiddellijk na het horen van de ambtenaar in kwestie een klacht met burgerlijke partijstelling neergelegd naar aanleiding van de ontdekte feiten. Hierdoor wordt de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de minister van Buitenlandse Zaken, op de hoogte gehouden van het onderzoek en creëert de Belgische Staat de mogelijkheid om, indien schade door de Belgische Staat zou zijn geleden, vergoed te worden voor de geleden schade.
De betrokken ambtenaar is voor de duur van het gerechtelijk onderzoek geschorst in het belang van de dienst. De tuchtprocedure is opgeschort voor de duur van het gerechtelijk onderzoek. Na afloop van de gerechtelijke procedure kan (onafhankelijk van het resultaat van die gerechtelijke procedure) de tuchtprocedure worden hernomen.