Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6877

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 21 augustus 2012

aan de minister van Justitie

Spionageactiviteiten - Opvolgvraag

staatsveiligheid
spionage
geheime dienst
gerechtelijke vervolging
tuchtprocedure

Chronologie

21/8/2012Verzending vraag
13/11/2012Antwoord

Gelijkaardige vraag ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6878

Vraag nr. 5-6877 d.d. 21 augustus 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken op mijn schriftelijke vraag nr. 5-5613 over spionageactiviteiten van buitenlandse inlichtingendiensten in België is er sprake van een incident waar bij één ambtenaar een vermoeden van spionage werd vastgesteld.

De FOD Buitenlandse Zaken maakt er evenzeer melding van dat deze persoon werd teruggeroepen naar het Hoofdbestuur en momenteel geschorst is.

Voor zover dit mogelijk zou zijn, zou ik graag te weten komen :

- wat het perspectief is van een mogelijke gerechtelijke vervolging;

- welke feiten de ambtenaar ten laste worden gelegd;

- of ons land schade heeft geleden door deze feiten;

- wat het tuchtonderzoek heeft opgeleverd;

- of de federale overheid zich burgerlijke partij heeft gesteld;

- wanneer een strafrechtelijke uitspraak kan worden verwacht.

Antwoord ontvangen op 13 november 2012 :

Het federaal parket heeft mij de volgende inlichtingen medegedeeld :  

De feiten waarnaar verwezen wordt in het antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken op de schriftelijke vraag nr 5-5613 van het geachte lid, maken inderdaad het voorwerp uit van een federaal dossier in gerechtelijk onderzoek bij onderzoeksrechter C. Pottiez te Brugge. 

Aan de basis van dit onderzoek ligt informatie afkomstig van de Veiligheid van de Staat, dewelke aan het federaal parket door de zogenaamde Commissie BIM (bestuurlijke Commissie belast met de controle op de specifieke en uitzonderlijke methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen-en veiligheidsdiensten), middels een niet-geclassificeerd proces-verbaal (artikel 19/1 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen-en veiligheidsdienst), werd overgemaakt. 

De onderzoeksrechter is gevat voor feiten van spionage, passieve omkoping en schending beroepsgeheim. 

Een klacht met burgerlijke partijstelling die door het ministerie van Buitenlandse Zaken werd neergelegd in handen van een Brusselse onderzoeksrechter wegens spionage, valse getuigenis, passieve omkoping en schending beroepsgeheim, werd eveneens bij dit gerechtelijk onderzoek in Brugge gevoegd. 

Het onderzoek is volop bezig. 

Het principe van de scheiding van de machten en het geheim van het onderzoek laten niet toe een meer gedetailleerd antwoord te verschaffen op de gestelde vragen.