Asielzoekers - Opvang - Studie Jan Hertogen - Wachtregister - Openbaarheid van bestuur
politiek asiel
illegale migratie
geografische spreiding
bevolkingsregister
regionale verschillen
openbaarheid van het bestuur
officiële statistiek
personeel in diplomatieke dienst
NAVO
asielzoeker
12/7/2012 | Verzending vraag |
7/9/2012 | Antwoord |
Volgens de cijfers die socioloog en publicist Jan Hertogen verzamelde, tellen Vlaanderen en Wallonië per 1 000 inwoners respectievelijk 4 en 5 asielzoekers. Met 12 asielzoekers per 1 000 inwoners vangt het Brussels Gewest drie keer meer asielzoekers op dan Vlaanderen. Hertogen ziet ook een duidelijk verband tussen de rijkdom van een gemeente en de kans om asielzoekers te herbergen. Hoe rijker de gemeente, hoe kleiner de kans dat ze asielzoekers opvangt.
Hertogen verzamelde deze cijfers via een omweg, want ze worden niet vrijgegeven door de overheid. Hij maakte het verschil tussen het totaal van de vijf bevolkingsregisters en het 1ste en 2de register (het bevolkings - en vreemdelingenregister). De beperkte omvang van het 3de en het 4de register (diplomaten en Navo-personeel) maakt een goede schatting mogelijk van het 5de register, namelijk het wachtregister.
Hertogen laakt het feit dat deze informatie niet ter beschikking wordt gesteld. Het gaat hier nochtans over elementaire informatie voor een asielbeleid en vooral voor de discussie daaromtrent.
Ik deed eveneens een poging om het aantal personen in de wachtregisters, (vraag 5-3917) op te vragen, maar door een onhandigheid werd het woord "wachtregister" wellicht vervangen door "strafregister" en liet de staatssecretaris mij weten dat het strafregister niet tot haar bevoegdheid behoorde. Uit de inleiding en de eerdere vraagstellingen kon men echter duidelijk afleiden dat het ging om het wachtregister. Ik durf dit antwoord interpreteren als bewuste onwil om mijn nochtans duidelijke vraag te beantwoorden. Bij de vertaling van deze vraag naar het Frans stond er overigens - helemaal correct - "registre d'attente".
1) Hoeveel personen waren er op 31 december 2010 opgenomen in het wachtregister? Hoeveel bedroeg dit aantal in de volgende kwartalen?
2) Hoeveel personen waren er op 31 december 2010 opgenomen in het 3de en het 4de register (diplomaten en Navo-personeel)? Hoeveel bedroeg dit aantal in de volgende kwartalen?
3) Waarom is deze informatie van het aantal personen opgenomen in het wachtregister niet voorhanden voor diegenen die ze opvragen? Zijn er beperkingen omtrent wie het register mag inkijken, zo ja welke ? Kan deze informatie in het kader van actieve openbaarheid van bestuur op regelmatige basis en geactualiseerd worden gepubliceerd (op bijvoorbeeld via een website)? Zal de staatssecretaris hieromtrent een initiatief nemen?
4) Bevestigt de staatssecretaris de algemene vaststelling van Jan Hertogen dat rijkere gemeenten doorgaans minder asielzoekers opvangen?
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.
Deze vraag dient gesteld te worden aan de minister van Binnenlandse zaken die bevoegd is voor het Rijksregister en de verschillende bevolkingsregisters.
Het “ derde en vierde register ” (diplomaten en Navo –personeel) behoort tot de bevoegdheid van de minister van Buitenlandse Zaken. Vragen over statistieken met betrekking tot deze registers dienen dus ook aan hem gesteld te worden.
Globaal genomen, geeft artikel 4 van de wet van 24 mei 1994 tot oprichting van een wachtregister voor vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend, aan op welke manier de statistieken van het wachtregister dienen gebruikt te worden :Een artikel 2bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde wet [de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen] ingevoegd:
" Art. 2bis. De vreemdelingen die zijn ingeschreven in het in artikel 1, eerste lid, 2°, bedoelde wachtregister worden niet meegeteld, noch voor het bepalen van het jaarlijkse bevolkingscijfer van de gemeente, noch voor het vaststellen van de resultaten van de tienjaarlijkse volkstelling bedoeld in artikel 9 van de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek, noch voor elke andere vastlegging van het bevolkingscijfer krachtens een wet uitgevaardigd ter uitvoering van artikel 63, § 3 (vroeger artikel 49, § 3) van de Grondwet."
Er bestaan echter geen beperkingen aan het meedelen van statistieken op basis van het wachtregister. Ik ben niet van plan initiatieven te nemen met betrekking tot de regelmatige publicatie van het aantal asielzoekers die ingeschreven zijn in het wachtregister. De controle van het beheer van dit register gebeurt immers door de diensten van mijn collega, de minister van Binnenlandse zaken.
Volgens de gegevens van de heer Hertogen zelf, heeft het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest veruit het hoogste aantal asielzoekers per inwoner. Ook binnen het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, zijn de gemeenten met de meeste asielzoekers, ook de gemeenten met het grootste aantal vreemdelingen. Op vlak van de andere gewesten, zijn het de gemeenten met de meeste asielzoekers in de eerste plaats de gemeenten waar een opvangcentrum voor asielzoekers is gevestigd. De aanwezigheid van een opvangcentrum heeft inderdaad een onmiddellijke impact op het aantal ingeschrevenen in het wachtregister.