Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6699

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 9 juli 2012

aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

Brussel - Jubelpark - Paviljoen van "De menselijke driften" - Jef Lambeaux - Victor Horta - Restauratie en onderhoud - Toegankelijkheid

Regie der Gebouwen
bescherming van het erfgoed
beeldhouwwerk
architecturaal erfgoed
cultureel erfgoed

Chronologie

9/7/2012Verzending vraag
27/7/2012Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6700

Vraag nr. 5-6699 d.d. 9 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Lambeaux-Horta-paviljoen in het Jubelpark in Brussel herbergt de grootste realisatie van de Antwerpse beeldhouwer Jef Lambeaux (1852-1908): het reliëf "De Menselijke Driften". Het enorme witmarmeren werk werd geconcipieerd op het thema van het geluk en de zonden van de mensheid, gedomineerd door de dood. Ondanks de polemiek rond het kunstwerk vol wulpse taferelen besliste de Belgische Staat het werk aan te kopen en in het Jubelpark op te stellen . Jammer genoeg staat het monument sindsdien te verkommeren.

Het Lambeaux-Horta-paviljoen is in een onwaarschijnlijk Belgisch kluwen beland. Het is sinds 1976 een beschermd monument, maar "eigendom van de staat”. De uitbating van het reliëf valt onder het bestuur van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, de Regie der Gebouwen staat in voor het gebouw en het onderhoud, de Grote Moskee heeft tot 2068 vruchtgebruik van het terrein en de bebouwing via de erfpacht, het Brussels Instituut voor Milieubeheer beheert het park".

Het eindresultaat is dat een de meest unieke gebouwen met art-nouveaukenmerken met daarin het meest representatieve werk van de Belgische kunstenaar met wereldfaam, Jef Lambeaux, niet toegankelijk is voor het publiek en dat het staat te verkommeren… Dit gebouw en het prachtige in wit Carraramarmer uitgehouwen beeldhouwwerk verdienen veel beter. In andere landen zou dit een toeristische trekpleister zijn.

Ik had dan ook volgende bijkomende vragen voor de minister/staatssecretaris:

1) Zijn de dringende herstelwerkzaamheden aan zowel het paviljoen, waar planten op groeien, als aan het beeldhouwwerk zelf eindelijk daadwerkelijk voorzien? Zo ja, hoeveel bedraagt het budget, wat wordt er hersteld en wanneer starten en eindigen de werken?

2) Meent de minister dat de Belgische overheid zich als een goed huisvader heeft gedragen ten opzichte van dit culturele erfgoed? Zo ja, kan hij toelichten? Zo neen, waarom niet?

3) Is de minister er voorstander van om dit werk publiekelijk toegankelijk te maken? Zo ja, wanneer gaat dit meesterwerk eindelijk eens definitief en op systematische basis toegankelijk zijn voor het publiek? Zo neen, waarom niet en kan de minister zeer concreet aangeven wat hij hieraan gaat doen?

4) Kan de minister gedetailleerd meegeven welke overheden welk concreet bedrag uittrekken voor de restauratie van het gebouw én van het beeldhouwwerk?

Antwoord ontvangen op 27 juli 2012 :

De vragen van het geachte lid vallen onder de bevoegdheden van de Staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen.