De behandeling van mevrouw Annie Chebeya door de Belgische diplomatie (Weduwe van een vermoorde mensenrechtenactivist in de DRC)
Democratische Republiek Congo
rechten van de mens
toelating van vreemdelingen
personeel in diplomatieke dienst
diplomatieke betrekking
3/7/2012 | Verzending vraag |
23/10/2012 | Antwoord |
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2096
Het weekblad Knack publiceerde een artikel van onderzoeksjournalist Chris De Stoop, met daarin een interview met mevrouw Annie Chebeya, de weduwe van de in 2010 vermoorde mensenrechtenactivist Floribert Chebeya. In dat interview laat mevrouw Chebeya zich bijzonder kritisch uit over de wijze waarop de Belgische diplomatie haar behandelde. Zij verwijst daarbij expliciet naar het optreden van de Belgische ambassadeur die haar zegde - ik citeer uit het interview: "Als u naar Canada kunt vertrekken, moet u voor uw kinderen zorgen, uw mond houden en niet langer protesteren". Daarbij stelt mevrouw Chebeya dat de Belgische diplomatie haar onder druk zette om haar activiteiten en getuigenissen te stoppen. Op de vraag van de journalist waarom zij onderduikt in Canada en niet in België, antwoordt mevrouw Chebeya - ik citeer opnieuw uit het interview: "Natuurlijk was ik het liefst naar Brussel getrokken, waar een Congolese gemeenschap woont. Maar dat werd door de Belgische overheid geweigerd. Waarom? Om de diplomatieke relaties met Kinshasa niet te verstoren. We kregen geen visum, zelfs geen transitvisum.".
Dat interview illustreert hoe de Belgische diplomatie op een weinig subtiele en ethisch onaanvaardbare wijze druk uitoefende op de weduwe van een vermoorde mensenrechtenactivist, ingegeven door angst om relaties met een dictatoriaal regime te verstoren. Als dit verhaal waar is, dan schetst het een ontluisterend, maar ook onaanvaardbaar beeld van onze diplomatie.
Hoe evalueert de minister de uitspraken van mevrouw Annie Chebeya in haar interview met journalist Chris De Stoop? Ontkent of beaamt de minister haar aantijgingen, waarbij de Belgische diplomatie wordt verweten op onethische en onaanvaardbare wijze druk te hebben uitgeoefend, onder meer door visa te weigeren? Indien de minister de beschuldigingen niet aanvaardt, hoe weerlegt hij ze en zal hij de journalist in kwestie over zijn tegenargumenten informeren? Plant de minister hierover een onderhoud, persoonlijk of via zijn medewerkers, met mevrouw Chebeya?
Ik wens een aantal punten te verduidelijken met betrekking tot de uitlatingen die mevrouw Chebeya deed in het interview met het weekblad Knack, waarnaar u verwijst. Wij hebben mevrouw Chebeya in de eerste plaats geen visum geweigerd. Het is zo dat mevrouw Chebeya van de Canadese autoriteiten de status van politiek vluchteling alsmede een visum voor haar en haar familie heeft verkregen, nog voor een procedure in België werd ingezet.
Als alles volgens planning was verlopen, had mevrouw Chebeya Congo verlaten met een vlucht Brussels Airlines die in Brussel een tussenlanding zou maken en had ze probleemloos een doorreisvisum kunnen verkrijgen. Maar mevrouw Chebeya nam uiteindelijk een vlucht Air France die Parijs aandeed. België ontving dus geen aanvraag voor een doorreisvisum of voor politiek asiel.
Mijn diensten hebben de gelegenheid gehad om een ontmoeting te hebben met mevrouw Chebeya, toen ze in de maand maart een bezoek bracht aan België.
Ik wens er trouwens aan te herinneren dat we de vereniging La Voix des Sans Voix waarvan Floribert Chebeya voorzitter was, nog steeds financieel steunen. Net zoals onze EU-partners willen we dat het beroep in het proces van de moordenaars van Floribert Chebeya op transparante, rechtvaardige wijze en volgens de regels wordt behandeld, opdat deze misdaad niet ongestraft zou blijven.