Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6648

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 3 juli 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

De houding van België ten opzichte van Oekraïne en de consequenties daarvan voor vergelijkbare regimes

Oekraïne
politieke oppositie
rechten van de mens

Chronologie

3/7/2012Verzending vraag
23/10/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2335

Vraag nr. 5-6648 d.d. 3 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Terecht reageren heel wat democratische regimes, waaronder ook België en de Europese Unie, tegen de wijze waarop het Oekraïense regime oppositieleidster en oud-premier Joelia Timosjenko behandelt. De wijze waarop dat land met fundamentele democratische waarden omgaat, verdient strenge en afwijzende reacties. Natuurlijk staan de opsluiting en mishandeling van een politica vooral symbool voor een veel ruimere teloorgang van de rechten van de mens.

Die duidelijke, expliciete afwijzing van het Oekraïense bewind had ook concrete gevolgen, onder andere de afwezigheid op plechtigheden naar aanleiding van het nakende Europese Voetbalkampioenschap. Want wie hier A zegt, moet het consequente B uitvoeren.

Daarbij rijst inderdaad een ruimere vraag naar de gevolgen, want Oekraïne kan moeilijk worden veroordeeld als het enige regime dat de mensenrechten miskent. Het behoort zelfs niet tot de slechtste leerlingen van de mensenrechtenklas.

Bevestigt de minister de harde en expliciete afwijzing van Oekraïne door België en de EU, wegens de verguizing en de teloorgang van het respect voor de mensenrechten aldaar?

Zal ons land vanaf nu die rigoureuze, maar heldere en verdedigbare houding ook aannemen tegenover andere regimes die wereldwijd, door staten en door de internationale gemeenschap, als schenders van de mensenrechten worden bestempeld?

Zal ons land vanaf nu op dezelfde heldere en doortastende wijze optreden tegen bijvoorbeeld Saoedi-Arabië, Israël, China en veel andere?

Zal België vanaf dit moment in al zijn internationale contacten het respect voor de mensenrechten laten prevaleren op andere, meer economische of geopolitieke afwegingen? Mag ik daarvoor de minister bij voorbaat geluk en ook sterkte toewensen?

Antwoord ontvangen op 23 oktober 2012 :

Ik deel uw bezorgdheid over de mensenrechtensituatie in Oekraïne.  

Ik wil wel opmerken dat ons beleid ten opzichte van Oekraïne hier niet gaat om een expliciete afwijzingspolitiek van Oekraïne door de Europese Unie (EU) en België.

Contacten met Oekraïne worden op regelmatige basis onderhouden opdat precies concrete boodschappen aan het regime en aan de civiele maatschappij kunnen doorgegeven worden. 

Zoals u zeer goed weet, is de bevordering en bescherming van de mensenrechten een prioriteit voor zowel ons land als voor de EU. Ik vestig nogmaals uw aandacht op mijn persbericht van 10 december 2011 naar aanleiding van de Internationale Dag van de Rechten van de Mens. Het betreft één van mijn eerste persberichten na mijn aanstelling als minister van Buitenlandse Zaken, waarin ik bevestig dat de bescherming en de bevordering van de mensenrechten een prioriteit zijn voor mij in het Belgisch buitenlands beleid. Daarnaast breng ik ook mijn toespraak voor de Verenigde Naties (VN) Mensenrechtenraad op 28 februari 2012 in herinnering, waarin ik het Belgische engagement op vlak van mensenrechten heb bevestigd. Ik kan u verzekeren dat mensenrechten steevast deel uitmaken van mijn agenda op zowel bilateraal als multilateraal vlak. 

Hoewel we geprivilegieerde banden onderhouden met bepaalde landen, hoewel geopolitieke situaties nooit identiek zijn en onze actie efficiëntie moet beogen zowel voor het resultaat als voor de bevestiging van de principes, er zijn geen twee maten en gewichten in de materie van de mensenrechten. Onze boodschap moet duidelijk en constant zijn. In China, Saoedi-Arabië en Israël – om de door u geciteerde landen te hernemen – is onze bilaterale of Europese dialoog de gelegenheid om inbreuken op de mensenrechten ter sprake te brengen bij de autoriteiten, elke keer wanneer nodig. Op de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, in het kader van de Europese Unie en bij de Mensenrechtenraad dringen we er ook op aan dat de schendingen van de mensenrechten ophouden waar ze ook plaatsvinden.