Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6644

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 3 juli 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Het democratische verval in Hongarije

Hongarije
scheiding der machten
inbreukprocedure (EU)
centrale bank

Chronologie

3/7/2012Verzending vraag
26/11/2012Herkwalificatie
21/1/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2302
Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-2731

Vraag nr. 5-6644 d.d. 3 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik ondervroeg de minister over dit thema (5-1717) eerder, op woensdag 18 januari 2012. Het antwoord van de minister bevatte vooral de boodschap dat de Europese Commissie hiermee bezig was.

Dit bleek ook zo, want de Commissie startte in januari jl. drie inbreukprocedures tegen Hongarije. Het ging daarbij over (1) het probleem van de onafhankelijkheid van de Hongaarse centrale bank, (2) de rechterlijke macht en (3) de toezichthouder op de bescherming van data. Naar mijn mening ging de Europese Commissie daarbij lang niet ver genoeg. Veel van de twijfelachtige hervormingen (zoals de mediawet, de kieswet, de veiligheidsdiensten) bleven in die reactie helemaal buiten schot.

De Hongaarse regering ging ondertussen ook nauwelijks in op de inbreukprocedures. Alleen met betrekking tot de onafhankelijkheid van de Centrale Bank deed ze enkele toegevingen, wellicht vooral omdat daarvan de broodnodige steun van het IMF afhing. Voor de rest lijkt ze totaal niet onder de indruk van het offensief van de Commissie. Zelfs niet nu de Commissie besloot om Hongarije voor het Europees Hof van Justitie te dagen. Dat gebrek aan respect klinkt verklaarbaar, want het gaat hier over procedures die maanden, misschien zelf jaren kunnen aanslepen. Intussen blijven de wetgeving en het systeem van kracht en creëert men voldongen feiten, waarbij de Fidesz-staat een realiteit werd. Dit alles vraagt dringend een sterk (politiek) signaal en een strenge opvolging.

Nu de mediastorm is gaan liggen, lijkt het euvel helemaal van de politieke agenda verdwenen. Ten onrechte, want het gaat om een etterende wonde. De Europese gedachte speelde de afgelopen generaties de rol van een sterke motor ten voordele van de democratie en de vrede. We mogen en kunnen niet toestaan dat in het hart van Europa een staat zich steeds meer verwijdert van het democratische model. Dat is verschrikkelijk, en verschrikkelijk belangrijk.

Wat is de stand van zaken inzake de procedures en maatregelen die de Commissie ondernam tegen Hongarije? Acht de minister dit voldoende? Deelt de minister daarbij nog steeds mijn bezorgdheid met betrekking tot de twijfelachtige toekomst van de democratie en de rechtsstaat in Hongarije? Is de minister van mening dat zich enkel problemen voordoen met de onafhankelijkheid van de Hongaarse centrale bank, de rechterlijke macht en de toezichthouder op de bescherming of deelt hij mijn opvatting dat zich op vele andere terreinen ook cruciale problemen stellen? Zal ons land iets ondernemen om dit alsnog aan te kaarten? Hoe staat de minister tegenover het voorstel om de nieuwe Hongaarse grondwet en de (toekomstige) voornaamste wetten aan een diepgaand onderzoek te onderwerpen en na te gaan of alle hervormingen die de Hongaarse regering wenst door te voeren in overeenstemming zijn met het acquis communautaire? Beaamt de minister dat dit ook een zeer politiek gegeven is en dat men dit niet kan berusten in wat louter een administratieve afhandeling door de Commissie lijkt?

Antwoord ontvangen op 21 januari 2013 :

1. Hierbij de stand van zaken met betrekking tot de 3 inbreukprocedures (conform artikel 258-260 VWEU – verdrag) die de Europese Commissie in januari 2012 opstartte tegen Hongarije betreffende een aantal bepalingen in de nieuwe grondwet :. 

a. Wat betreft de onafhankelijkheid van de Nationale Bank keurde het Hongaarse parlement op 6 juli 2012 een aangepaste wetgeving goed die rekening houdt met de aanbevelingen van de Europese Commissie. Zodoende besliste de Commissie op 19 juli 2012 de inbreukprocedure te sluiten. Aldus kon Hongarije de onderhandelingen met de Commissie en het Internationaal Muntfonds (IMF) betreffende een overbruggingskrediet opnieuw opstarten.  

b. Naar aanleiding van de opmerkingen van de Europese Commissie amendeerde Hongarije op 3 april 2012 de wetgeving betreffende de onafhankelijkheid van het agentschap voor de bescherming van gegevens. Niettemin besliste de Commissie de kwestie voor te leggen aan het Hof van Justitie van de Euopese Unie omdat de Hongaarse regering het mandaat van de Commissaris voor databescherming voortijdig beëindigd had. Het Hof deed nog geen uitspraak in deze zaak.  

c. Aangaande de verlaging van de pensioenleeftijd van rechters van 70 tot 62 jaar (wat de pensionering van 236 rechters inhield) meende de Commissie dat Hongarije deze maatregel onvoldoende motiveerde. Zodoende besliste de Commissie de zaak voor te leggen aan het Hof van Justitie van de Euopese Unie. Het Hof behandelt deze zaak op vraag van de Commissie in een versnelde procedure. Zodoende wordt in principe tegen het einde van dit jaar een vonnis verwacht. Al in juli 2012 verklaarde het Hongaarse Grondwettelijk Hof de basiswet betreffende de verlaging van de pensioenleeftijd ongrondwettelijk omdat ze indruiste tegen de gerechtelijke onafhankelijkheid. Een wetsvoorstel van de Hongaarse regering om de pensioenleeftijd voor rechters op 65 jaar te brengen werd recent ingetrokken.  

d. Ook de kwestie van de onafhankelijkheid van het gerecht kan tot een inbreukprocedure tegen Hongarije leiden. De Commissie formuleerde een aantal bemerkingen betreffende de wetgeving over de bevoegdheden van de voorzitter van het “National Judicial Office” om a) aan rechtbanken bepaalde zaken toe te vertrouwen en b) rechters over te plaatsen. Ter zake vond overleg plaats tussen Hongarije en de Venetië Commissie van de Raad van Europa.  

Tijdens de herfstzitting van de Raad van Europa zal de Venetië Commissie een rapport voorstellen betreffende het gevolg dat Hongarije aan haar aanbevelingen gaf. Het is dan aan de Europese Commissie om haar eventuele conclusies te trekken  

2. U vraagt om een evaluatie van dit dossier op een moment dat bovengenoemde procedures nog niet of niet helemaal afgerond zijn. Ik stel voor dat we de Europese Commissie en het Europees Gerechtshof hun werk laten doen. Enkele voorlopige vaststellingen zijn evenwel mogelijk.  

Dit dossier toont aan dat het voor alle Euopese Unie-Lidstaten essentieel is dat ze hun diverse engagementen (op het vlak van de rechtsstaat, budgettair, economisch, enz.)  respecteren.   

Daarnaast werd nog eens duidelijk hoe belangrijk de rol van de Commissie is als onafhankelijke hoedster van de Euopese Unie-verdragen. Het instrumentarium van de Commissie is relevant en overstijgt het administratieve.  

Een geïsoleerde actie van een Lidstaat maakt weinig kans om de situatie te beïnvloeden. Een initiatief van de Commissie op basis van de prerogatieven die haar zijn toegewezen door de Europese verdragen kan echter leiden tot een veroordeling door het Hof van Justitie waaraan de Lidstaat zich moet houden. 

We mogen overigens niet vergeten dat de burgers van de Euopese Unie-lidstaten ook de mogelijkheid hebben, een beroep te doen op nationale en internationale gerechtelijke instanties indien ze problemen vaststellen op het vlak van de rechtstaat in hun land. 

België blijft natuurlijk waakzaam over de ontwikkeling van dit dossier. Zoals u weet, heeft de Benelux op mijn initiatief gevraagd om dit punt op te nemen op de agenda van de Raad Algemene Zaken van januari 2012.