Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6596

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 29 juni 2012

aan de minister van Justitie

Het ontslag van de voorzitter van de Centrale Toezichtsraad voor het gevangeniswezen

strafgevangenis
gedetineerde
Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen

Chronologie

29/6/2012Verzending vraag
12/7/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2339

Vraag nr. 5-6596 d.d. 29 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Onlangs nam de voorzitter van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen (CTRG) ontslag. Over de redenen voor dit ontslag was de voorzitter erg expliciet, zonder veel terughoudendheid uitte hij duidelijke beschuldigingen. Zo zou de minister geen rekening houden met de aanbevelingen van de CTRG. De ontslagnemende voorzitter bestempelt de situatie van de Belgische gevangenissen als een absoluut dieptepunt. De politici weten al heel lang dat de toestand onhoudbaar was, is en blijft maar doen er niets aan omdat het hier om een electoraal bijzonder oninteressant item gaat.

Deze kritiek komt van een uitermate bevoorrechte getuige, iemand die niet alleen als psychiater erg vertrouwd is met de praktijk en de dagelijkse gang van zaken, maar ook als beleidsadviseur inzichten verwierf in achterliggende structurele fouten en euvels. Het ligt voor de hand dat deze stem bijzonder ernstig moet worden genomen.

Hoe interpreteert en apprecieert de minister het ontslag van de voorzitter van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen, waarbij deze bevoorrechte getuige snoeiharde kritiek uitte aan het adres van de politiek verantwoordelijken voor het gevangeniswezen? Hoe verdedigt de minister zich tegen de ondubbelzinnige beschuldiging dat het de politiek, dus de regering is, die hier de schuld draagt? Men is te weinig bekommerd en het is geen prioriteit omdat het om electoraal oninteressante betrokkenen gaat.

Of deelt de minister deze kritische analyse, die ook al zo vele keren door anderen werd gemaakt, niet in het minst in de Senaat? Zal de minister de komende jaren, tijdens deze legislatuur het tij structureel kunnen keren? Kan zij daarbij rekenen op de medewerking en de positieve betrokkenheid van haar collegae in de regering?

Antwoord ontvangen op 12 juli 2012 :

De voormalig voorzitter van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen, uitte bij zijn ontslag kritiek op het beleid ten aanzien van het gevangeniswezen. Hij was van mening dat er te weinig rekening werd gehouden met de aanbevelingen van de Centrale Toezichtsraad en dat het orgaan op onvoldoende logistieke steun kon rekenen van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie.

Ik ben het daar niet mee eens. Ten eerste biedt de FOD Justitie wel degelijk de nodige steun aan de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen. Dat gebeurt zowel op budgettair als op logistiek vlak.

Budgettair beschikt de Centrale Toezichtsraad sinds 2011 over een eigen budget van 100 000 euro. Dit budget werd vorig jaar en ook dit jaar opgenomen in het algemeen budget voor justitie. Die middelen zijn dus al voorzien. De Centrale Raad is zelf verantwoordelijk voor het gebruik van deze financiële middelen. Ze betalen hiermee in de eerste plaats de vervoersonkosten van de leden van de lokale commissies van toezicht. Daarnaast kunnen ze met dit geld colloquia organiseren, budgetten toekennen aan de lokale commissies voor aankopen van boeken, het volgen van studiedagen en dergelijke meer.

De Centrale Toezichtsraad maakt bovendien al jaren gebruik van de logistieke ondersteuning van de FOD Justitie: ze beschikken over een bureau met PC en printer en ze gebruiken maandelijks een vergaderzaal. De door de Centrale Toezichtsraad georganiseerde studiedag werd trouwens georganiseerd in de gebouwen van de FOD Justitie. Sinds begin mei 2012 beschikt de Centrale Toezichtsraad over een voltijdse secretaris en eerstdaags wordt er bovendien een selectie georganiseerd om een vervangend secretaris aan te stellen. Het is vandaag dus niet correct om te spreken van een gebrek aan logistieke of budgettaire ondersteuning. De Centrale Toezichtsraad beschikt dan ook over alle noodzakelijke middelen om hun taak te kunnen uitvoeren.

Ten tweede wat de aanbevelingen van de Centrale Toezichtsraad betreft. De Centrale Toezichtsraad vat haar aanbevelingen en opmerkingen jaarlijks samen in een jaarverslag. Dat document wordt verspreid naar alle parlementariërs en de beleidscel van de minister. De minister of haar vertegenwoordiger kunnen de vergaderingen van de Centrale Toezichtsraad bijwonen. Zoals duidelijk blijkt uit mijn globaal plan vind ik de Belgische gevangenissen en de toestand in de gevangenissen absoluut prioritair. De aanbevelingen van de Centrale Toezichtsraad worden dan ook steeds met de nodige aandacht onderzocht en waar mogelijk toegepast.

Tenslotte wat de samenstelling van de Centrale Toezichtsraad betreft, deze bestaat uit maximaal twaalf personen (zes Nederlandstaligen en zes Franstaligen). Onder hen worden een voorzitter en vice-voorzitter aangesteld, elk van een verschillende taalrol. De leden zijn aangesteld voor vijf jaar. Kandidaat-leden worden geselecteerd op basis van hun motivatie en ervaring. Zij vertegenwoordigen geen specifieke organisaties maar bij hun samenstelling wordt erop gelet telkens de volgende beroepsgroepen te vertegenwoordigen: een advocaat, een criminoloog, een magistraat en een arts.