Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6586

van Bart Laeremans (Vlaams Belang) d.d. 29 juni 2012

aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der gebouwen, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

De toekomst van de vice-gouverneur van Brussel in het kader van de zesde staatshervorming

Hoofdstedelijk Gewest Brussels
provincie
regeringscommissaris
institutionele hervorming
personeelsbenoeming

Chronologie

29/6/2012Verzending vraag
7/8/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2107

Vraag nr. 5-6586 d.d. 29 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De herbenoeming van de vice-gouverneur van Brussel heeft al heel wat voeten in de aarde gehad. Nu is men er op Brussels niveau eindelijk toe gekomen opnieuw een vice-gouverneur aan te stellen, maar dan wel als dienstdoend vice-gouverneur. In het Belgisch Staatsblad wordt een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 februari 2012 in die zin gepubliceerd.

De achterliggende gedachte om in het kader van de zesde staatshervorming, slechts een dienstdoend vice-gouverneur aan te stellen, is naar verluidt, de naam te wijzigen in regeringscommissaris. De vraag die wij ons daarbij stellen is of dit ook gepaard zal gaan met een statuutwijziging van deze functie betreffende de afhankelijkheid van de federale en de Brusselse regering. Momenteel betreft het nog altijd een federale ambtenaar, die evenwel onder het gezag en het toezicht van de Brusselse regering staat. Communautair is dit een zeer belangrijk punt. Het is immers wel bekend dat de vice-gouverneur zijn controletaak niet helemaal naar behoren vervult omdat hij onderhorig is aan de Brusselse regering, die zoals bekend de taalwetgeving zoveel mogelijk saboteert. Wanneer de functie van vice-gouverneur, onder welke benaming dan ook, helemaal ondergeschikt zou worden gemaakt aan de Brusselse instanties, dan doet dit het ergste vermoeden voor de toekomst van dit nu al mank lopende controlebeleid .

Merkwaardig aan het besluit van 16 februari 2012 is ook dat er in de overwegingen nergens wordt verwezen naar een eensluidend advies van de ministerraad over deze aanstelling. Dit wordt nochtans bepaald in artikel 6, VIII, §1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980.

Tenslotte moet wat dit aspect betreft ook verwezen worden naar het parallellisme tussen enerzijds de vice-gouverneur en anderzijds de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant. Raken aan de functie van de vice-gouverneur impliceert normaliter ook raken aan de functie van de adjunct van de gouverneur.

Mijn vragen zijn de volgende:

1. Heeft de ministerraad een eensluidend advies gegeven over de benoeming van de dienstdoende vice-gouverneur?

2. Om welke reden kan er niet onmiddellijk een vice-gouverneur worden aangeduid en houdt men het op een dienstdoend vice-gouverneur? Voor hoelang is deze persoon dienstdoend als vice-gouverneur?

3. Stemt de federale regering ermee in dat de vice-gouverneur van Brussel, in het kader van de staatshervorming, volledig aan haar bevoegdheid wordt onttrokken of kan er niet geraakt worden aan de huidige regeling? Is er inderdaad sprake van een naamswijziging voor deze functie?

4. Wordt er gemorreld aan de bevoegdheden van de vice-gouverneur en zo ja in welke zin?

5. Hoe zit het met het parallellisme met de functie van adjunct van de gouverneur van Vlaams-Brabant, als er wijzigingen komen met betrekking tot de functie van vice-gouverneur?

Antwoord ontvangen op 7 augustus 2012 :

1. De aanstelling van een dienstdoende vice-gouverneur werd niet voor eensluidend advies voorgelegd aan de federale ministerraad. De Brusselse regering heeft de federale regering hiervan wel op de hoogte gebracht.

2. De vraagsteller peilt naar de achterliggende redenering van een beslissing van de Brusselse regering. De federale regering kan daarop bezwaarlijk een antwoord geven. Wat de duurtijd van de dienstdoende aanstelling betreft, wordt erop gewezen dat het besluit van de Brusselse regering van 16 februari 2012 geen einddatum bepaalt. De duurtijd zal bijgevolg afhangen van een nieuwe beslissing van de Brusselse regering.

3. en 4 Het Institutioneel Akkoord voor de Zesde Staatshervorming voorziet niets met betrekking tot de wijziging van het statuut, de taak of de bevoegdheden van de vice-gouverneur van Brussel, noch over wie hem of haar aanduidt. Het Akkoord bepaalt enkel dat een intra-Brusselse ad hoc werkgroep zal nagaan hoe de opdrachten van de huidige vice-gouverneur het best kunnen worden gehandhaafd. De specifieke taak en bevoegdheden van de vice-gouverneur van Brussel zijn trouwens vastgelegd in de Bestuurstaalwet, net zoals dat het geval is voor de adjunct van de gouverneur van Vlaams-Brabant.

5. Gelet op het antwoord op vragen 3. en 4. is dit zonder voorwerp.