Asielzoekers - Inplanting van opvanginitiatieven - Reacties omwonenden - Gevolgen - Analyse
politiek asiel
illegale migratie
sociale voorzieningen
asielzoeker
22/6/2012 | Verzending vraag |
24/7/2012 | Antwoord |
Telkens ergens een nieuw opvanginitiatief voor asielzoekers wordt gevestigd, lokt dat een NIMBY-reflex – not in my backyard – uit bij de omwonenden. Zo ook recent in Borlo, deelgemeente van Gingelom. Buurtbewoners voerden acties tegen de vestiging en er werden zelfs een aantal ruiten van het toegewezen gebouw ingegooid.
De redenen voor die tegenacties zijn angst en afkeer. Angst voor voorspelde criminaliteit en zeker ook voor een waardevermindering van de woningen en handelszaken in de onmiddellijke omgeving. Afkeer – vaak racisme – omdat nieuwe, onbekende mensen in bestaande gemeenschappen terechtkomen.
Hierover de volgende vragen:
1) Wat hadden eerdere vestigingen van opvanginitiatieven voor asielzoekers tot gevolg? Kan men die correleren aan verhoogde criminaliteit, zoals diefstallen, geweld en andere negatieve daden?
2) Zijn er bewijzen voor een waardevermindering van het onroerend goed in de onmiddellijke omgeving van die opvanginitiatieven?
3) Hoe evolueren de relaties tussen de omwonenden en de asielzoekers, eens die centra operationeel zijn? Kunnen hieruit algemene conclusies worden getrokken?
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
Fedasil had reeds zes Federale Opvanginitiatieven (FOI)en met Borlo werd een zevende operationeel. Voor zover ik kan vaststellen leidden deze FOI’s nergens tot verhoogde criminaliteit, diefstallen of geweld. Er werden ook geen klachten ingediend met betrekking tot het functioneren van de FOI’s. In Arendonk was er één melding van een huisvuilzak dat niet correct werd aangeboden voor huisvuilophaling. De bewoners van een FOI hebben voordien reeds in een opvangcentrum gewoond en gaven blijk van voldoende zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.
Een studie hierover is bij mij onbekend, maar net als bij de opening van een opvangcentrum is er aanvankelijk de vrees voor waardevermindering van huizen in de buurt, Deze vrees zal echter wegebben als daar geen indicaties voor blijken te zijn. Zo kwam er bijvoorbeeld naast het opvangcentrum in Kapellen een nieuwe verkaveling en werden bijgevolg nieuwe woningen gebouwd naast het centrum.
De relaties met omwonenden evolueren doorgaans goed. Aanvankelijk is er de vrees voor het onbekende. Door vragen te beantwoorden, bereikbaar te zijn voor omwonenden en af en toe activiteiten te organiseren waarop de buurt wordt uitgenodigd, wordt het samen leven in de buurt niet langer als problematisch beschouwd.