Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6389

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 31 mei 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Het stopzetten van de retroactiviteit wanneer Medex de ziekte van een ambtenaar niet meer erkent als ernstig en langdurig

ziekteverlof
rechten van de ambtenaar

Chronologie

31/5/2012Verzending vraag
19/7/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2263

Vraag nr. 5-6389 d.d. 31 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Als een zieke ambtenaar al het ziekteverlof waarop hij recht heeft, heeft uitgeput, wordt hij in disponitiliteit gesteld. Op vraag van zijn administratie wordt hij onderzocht door de pensioencommissie van Medex, het Bestuur Medische Expertise van de FOD Volksgezondheid.

De ambtenaar die wegens ziekte in disponibiliteit wordt gesteld, ontvangt een maandelijks wachtgeld dat 60% van zijn laatste activiteitswedde bedraagt. Als de ziekte door de pensioencommissie wordt erkend als ernstig en langdurig, heeft hij recht op een wachtgeld dat gelijk is aan het integrale bedrag van zijn laatste activiteitswedde.

De beslissing van de pensioencommissie kan dus een zware weerslag hebben op de financiële situatie van de ambtenaar.

Tijdens het eerste medische onderzoek moet de pensioencommissie beslissen vanaf welke datum ze het ernstig en langdurig karakter van de ziekte erkent.

Krachtens de reglementering kan die beslissing teruggaan tot de eerste dag van de disponibiliteit. Dat retroactief effect is enkel mogelijk voor de beslissing betreffende de opening van het recht op integraal wachtgeld.

Bij latere onderzoeken die ertoe strekken de evolutie van de gezondheidstoestand te beoordelen, is er geen enkele bepaling die erin voorziet dat de pensioencommissie haar beslissing met enig retroactief effect vergezeld kan doen gaan, in het bijzonder als ze vaststelt dat de ziekte niet meer ernstig en langdurig van aard is.

De retroactiviteit van de medische beslissing waarmee wordt vastgesteld dat er een einde komt aan de ernstige en langdurige aard van de ziekte is een bron van rechtsonzekerheid, zowel voor de ambtenaar die een deel van zijn wachtgeld zou moeten terugbetalen als voor de administratie die de dekking moet voortzetten.

Het blijkt evenwel dat in de praktijk sommige ambtenaren de wedde die ze onrechtmatig hebben ontvangen als gevolg van een wijziging van de beslissing van de erkenning door Medex zouden moeten terugbetalen.

Naar aanleiding van een tussenkomst van de federale ombudsman heeft Medex geantwoord dat ze instemt met het principe van de niet-retroactiviteit van haar beslissing die een einde stelt aan de erkenning van ernstige en langdurige ziekte.

Mijnheer de minister,

Is Medex inderdaad gestopt met de retroactiviteit in het geval van het einde van de erkenning van een ernstige en langdurige ziekte van ambtenaren? Werden de terugvorderingsdossiers die nog lopend zijn geschorst?

Antwoord ontvangen op 19 juli 2012 :

Ik kan u bevestigen dat, ingevolge overleg met de federale ombudsman, Medex het principe van non-retroactiviteit aanvaardde voor beslissingen die een einde stellen aan de erkenning van de ernstige en langdurige aard van een ziekte gedurende een periode van disponibiliteit.

Sinds het akkoord met de federale ombudsman hebben de superviserende artsen, belast met de validatie van de beslissingen van de pensioencommissies in de medische centra van Medex, erover gewaakt dat in de nieuwe beslissingen de non-retroactiviteit werd gerespecteerd.

Het principe werd trouwens op 24 februari 2012 geformaliseerd in een medische richtlijn van het hoofd van de dienst “Medische kwaliteit”, die aan alle artsen van Medex werd bezorgd.

Merk op dat wat de lopende terugvorderingsprocedures betreft, Medex over geen enkele informatie of macht beschikt om die op te schorten. Die procedures betreffen immers enkel de werkgevers en hun ambtenaren.

Het zal dus mogelijk zijn om in individuele gevallen een beslissing te herzien, maar alleen op het uitdrukkelijke verzoek van de werkgever.