Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6284

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 22 mei 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

De aanslag op de moskee in Anderlecht

terrorisme
islam
religieus conservatisme
moslim

Chronologie

22/5/2012Verzending vraag
25/7/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2110

Vraag nr. 5-6284 d.d. 22 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent vond er een aanslag plaats op de Rida-moskee in Anderlecht, met verschrikkelijke gevolgen. De imam trachtte het vuur te blussen, maar bekocht die poging met zijn leven. De dader werd snel opgepakt. Hij beweert niet de intentie te hebben gehad om de imam te doden. Hij wilde de Sjiitische gemeenschap enkel schrik aanjagen. Volgens de man zijn de Sjiieten verantwoordelijk voor de hachelijke toestand in Syrië.

Meteen rijst de vraag of deze actie zich beperkt tot een wanhoopsdaad van een enkeling dan wel of er een bredere stroom van gevaarlijke agressie achter schuilt, die zich voedt aan de groeiende spanning tussen de Sjiitische en Soennitische gemeenschappen in ons land.

Isabelle Praile, enig Sjiitisch lid van de Belgische Moslimexecutieve, nuanceert de spanningen tussen de beide geloofsgemeenschappen. Anderzijds verwees ze wel naar de verantwoordelijkheid van de buitenlandse imams, die intolerante propaganda tegen andere geloofsgemeenschappen prediken. Verschillende commentatoren wijzen ook op de groeiende invloed van de salafistische, dus fundamentalistische strekking in België.

Mevrouw Praile roept de Executieve en de overheid op om de Sjiitische gemeenschap gerust te stellen. Er heerst een hoog onveiligheidsgevoel bij deze gemeenschap en bovendien kan de aanslag een trigger vormen voor andere incidenten.

Bevestigt de minister een groeiende spanning tussen verschillende islamitische geloofsgemeenschappen? Waar liggen er oorzaken en hoe denkt zij er tegen op te treden? Hoe hoog schat de minister de bedreiging in vanwege (salafistische) extremisten? Beschikken onze veiligheidsdiensten in dat verband over voldoende contacten, voeling en kennis zodat ze die bedreigingen juist kunnen evalueren? Zijn zij bij machte om slagkrachtig en preventief op te treden, uiteraard met respect voor alle mensenrechten? Kan de minister de moskeeën voldoende bescherming waarborgen? Zal zij (tijdelijk) in extra veiligheidsmaatregelen voorzien voor het geval dit incident als trigger werkt voor nieuwe gewelddaden?

Gaat de minister ermee akkoord dat dit incident de dringende noodzaak van een degelijk functionerende Moslimexecutieve aantoont? Een sterke Moslimexecutieve zou immers temperend en verzoenend kunnen optreden en zou dit soort incidenten in de toekomst misschien zelf kunnen voorkomen (door dialoog en samenwerking tussen de gemeenschappen)? Is de minister bereid om in de regering het voortouw te nemen voor een sterke en goed functionerende Moslimexecutieve?

Antwoord ontvangen op 25 juli 2012 :

Er bestaat een zekere spanning tussen de sjiieten en de soennieten in ons land, voornamelijk in Brussel.

De oorzaken zijn historisch en dateren sinds het schisma tussen die twee stromingen. Ze is opnieuw opgelaaid sinds de conflicten in Irak en Syrie. In Syrië regeert een minderheid van de alaouieten (een tak van het sjiisme) over een meerderheid van soennieten. In België is het vooral een kleine kern van salafisten (wahhabistische stroming, de strengste binnen de Islam), die zich tot de sjiieten rekenen.

Sinds de brand in de Reda moskee op 12 maart 2012 jongstleden, zijn de spanningen terug op het normale niveau gekomen en hebben we geen incidenten meer vastgesteld. Het feit dat het om een geïsoleerde dader ging, die geen enkele link had met een radicale groepering, heeft geleid tot deze kalmering.

De diensten van de lokale en federale politie, als de inlichtingendiensten beschikken over voldoende betrouwbare bronnen binnen de gemeenschappen, om een precies beeld te krijgen van de situatie.

Ten aanzien van de moskeeën die voorwerp konden uitmaken van represailles na het overlijden van imam Dahdouh, zijn veiligheidsmaatregelen, aangepast aan de evaluatie, voorzien.

Wat de Moslimexecutieve betreft, zou ik u willen verwijzen naar mijn collega, de minister van Justitie, mevrouw Turtelboom. De Moslimexecutieve valt immers onder de bevoegdheid van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie.