Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6281

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 22 mei 2012

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

De problemen bij een uitwijzing

verwijdering
remigratie
illegale migratie
politiek asiel
afgevaardigde
asielzoeker

Chronologie

22/5/2012Verzending vraag
4/6/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2207

Vraag nr. 5-6281 d.d. 22 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent maakten de media, vooral de Vlaamse, en een aantal politieke tenoren grote heisa rond de stopzetting van een uitwijzing van een illegale criminele man. Een collega-senator zou zich onheus hebben bemoeid met deze uitwijzing en er zelfs de oorzaak van zijn dat ze werd stopgezet. De berichtgeving over deze zaak vertoont veel onduidelijkheden en lijkt wel gesausd met insinuaties, interpretaties enzovoort. De versies van de betrokken begeleidende ambtenaren en die van de collega-senator klinken ook helemaal anders dan de verhalen die onder andere in de Kamer met veel passie werd gedebiteerd.

Het is belangrijk om, nu het stof omtrent deze zaak wat is gaan liggen, te polsen naar een objectief relaas van de feiten.

Was het optreden van onze collega bepalend voor de mislukking van de uitwijzing van de illegale criminele man via een vlucht naar Marokko? Zo ja, op welke feiten en stukken baseert de staatssecretaris haar analyse? Waarom komt ze tot die conclusie en op basis van welke geverbaliseerde feiten? Zo neen, waarom heeft de staatssecretaris niet duidelijk gecommuniceerd over het feit dat onze collega geen enkel verwijt kan worden gemaakt? Waarom maakte de staatssecretaris niet meteen glashelder duidelijk dat onze collega niets verkeerds deed?

Antwoord ontvangen op 4 juni 2012 :

Uit de verslagen die ik ontvangen heb, blijkt dat zodra betrokkene aan boord was, hij zich verzette en hij in bedwang gehouden moest worden. Verschillende passagiers waren niet opgezet met het gebeuren en een groot aantal onder hen weigerde plaats te nemen. Tijdens deze verwijderingspoging heeft uw geachte collega-senator zichzelf geïdentificeerd en vragen gesteld bij de verwijdering. Rekening houdend met al deze elementen heeft de boordcommandant beslist dat de repatriëring niet kon doorgaan. Die beslissing werd volledig autonoom door de boordcommandant genomen, hetgeen ook tot zijn bevoegdheden behoort. De bevoegde administratie, Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), heeft nooit de schuld van het afbreken van de verwijdering bij uw collega gelegd.