Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6251

van François Bellot (MR) d.d. 15 mei 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

De hervorming van de roerende voorheffing

belasting op inkomsten uit kapitaal

Chronologie

15/5/2012Verzending vraag
19/8/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1799

Vraag nr. 5-6251 d.d. 15 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

In het kader van de begrotingsonderhandelingen heeft de regering beslist de roerende voorheffing te hervormen. De regering wenst de roerende voorheffing op intresten gelijk te schakelen met die op dividenden.

Bovendien komt er voor de spaarders met roerende inkomsten van meer dan 20.000 euro een bijkomende heffing. De fiscus zal weten of de grens van 20.000 euro is overschreden dankzij de inlichtingen die worden doorgegeven door de banken en de Belgische maatschappijen die dividenden uitkeren via een contactpunt dat daartoe werd opgericht binnen de Nationale Bank. Dit contactpunt heeft als opdracht na te gaan of de roerende inkomsten van een belastingplichtige het plafond van 20.000 euro overschrijden.

Als ik de nieuwe bepalingen goed heb begrepen, zijn de intresten op de Staatsbon die eind 2011 werd uitgegeven, de roerende inkomsten waarop 21% belasting wordt geheven en waarop de belastingplichtige de heffing van 4% betaalt, en de eerste schijf intresten op spaarrekeningen (1.830 euro) niet vervat in de berekening van de 20.000 euro intresten, waarop een bijkomende belasting van 4% wordt geheven..

Mijnheer de minister,

1. Kunt u meedelen of de eerste 1.830 euro intresten op spaarrekeningen door de banken aan het contactpunt moeten worden meegedeeld? Uw administratie bevestigt het tegendeel; hoe zit het nu precies? Zo ja, hoe rechtvaardigt u dat eenzelfde categorie van inkomsten al dan niet wordt meegedeeld aan de NBB, naargelang het bedrag al dan niet 1.830 euro bereikt? Als die gegevens niet worden meegedeeld, zullen de “cumulards”door de mazen van het net glippen. Hoe zult u dit probleem oplossen?

2. Wat de harmonisering van de roerende voorheffing betreft: als gevolg van de hervorming en rekening houdend met de verschillende mechanismen en uitzonderingen telt ons land zes verschillende tarieven van roerende voorheffing. Ik vind niet dat men nog van een harmonisering kan spreken. Hoeveel tarieven waren er voor december 2011? Waar bevindt ons land zich inzake de fiscale druk op de roerende inkomsten ten opzichte van de andere Europese landen? Kunnen we vanaf nu al de impact meten van de hervorming van de roerende voorheffing op de algemene fiscale druk?

3. Rekening houdend met de groeivooruitzichten, zullen bij de volgende begrotingsaanpassing nieuwe inspanningen moeten worden geleverd. Welke bijkomende besparingen zal uw departement opleggen? Als die besparingen niet volstaan, waar zal men dan nieuwe inkomsten halen?

Antwoord ontvangen op 19 augustus 2013 :

Naar aanleiding van de invoering van de programmawet van 27 december 2012 (Belgisch Staatsblad 31 december 2012) werd beslist om geen centraal aanspreekpunt op te richten en de tarieven voor de roerende voorheffing aan te passen. De vraag van het geachte lid is intussen dan ook zonder voorwerp.