Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-625

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 18 december 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

België - Internationale vertegenwoordiging - Samenwerkingsverbanden tussen vertegenwoordiging van de gewesten en de Belgische ambassades

diplomatieke vertegenwoordiging
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)
gewesten en gemeenschappen van België
Interministeriële Conferentie
personeel in diplomatieke dienst
permanente vertegenwoordiging bij de EU
verhouding land-regio

Chronologie

18/12/2010Verzending vraag
24/2/2011Antwoord

Vraag nr. 5-625 d.d. 18 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het Mexicaanse Cancún vond in december 2010 de zestiende klimaatconferentie van de Verenigde Naties (VN) plaats. Zowel Vlaams minister van Leefmilieu en Natuur Joke Schauvliege als federaal minister van Klimaat Paul Magnette meenden de federale delegatie te mogen leiden. Pas na een in de media uitgevochten spelletje werd beslist dat federaal minister van Klimaat Paul Magnette de Belgische delegatie zou leiden. Vlaams minister Schauvliege liet weten dat federaal minister Magnette dat zou doen: "Dat zal minister Magnette zijn, die dat samen met mezelf als Europese voorzitter zal doen".

Het conflict dat hierover is opgedoken, is tekenend voor de onafgewerkte verdeling van de bevoegdheden tussen de federale staat en de deelstaten en de onduidelijkheid van het besluitvormingsproces tussen de gewesten en de federale overheid.

Zowel de federale overheid als de regionale overheden hebben in het buitenland vertegenwoordigingen opgericht om hun binnenlandse bevoegdheden in het buitenland te kunnen promoten.

Vlaamse bevoegdheden die in het buitenland vertegenwoordigd worden, zijn handel, toerisme, landbouw, visserij en cultuur. Daarnaast heeft Vlaanderen ook nog een Permanente Vertegenwoordiger bij de Europese Unie. Er zijn elf diplomatieke vertegenwoordigers van de Vlaamse regering die de algemeen politieke belangen verdedigen.

België bezit honderdendrie ambassades in het buitenland. Dat betekent dat in bepaalde landen vertegenwoordigingen van beide niveaus aanwezig zijn.

In 2008 werd er een nieuw samenwerkingsakkoord gesloten tussen Vlaanderen en de federale overheid. Dit akkoord moest de basis vormen voor een verbetering van het overleg, de informatiedoorstroming en meer loyauteit in de samenwerking tussen federale posthoofden en de deelstaatvertegenwoordigers.

De Interministeriële Conferentie voor Buitenlands Beleid (ICBB) bereikte een akkoord over de titulatuur van de deelstaatvertegenwoordigers, die op hetzelfde protocollaire niveau behandeld zullen worden als de eerste federale diplomatieke medewerker van het posthoofd. Sindsdien kunnen Vlaamse Vertegenwoordigers zich " Raad " noemen met vermelding van de specifieke bevoegdheden die zij uitoefenen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Bestaat er een soort intern reglement in de Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie (EU) die de verhouding regelt tussen de vertegenwoordiging van de gewesten en die van de federale overheid?

a) Zo ja, welke verhoudingen tussen de gewesten en federale vertegenwoordiging worden voorgeschreven? Wat gebeurt er in geval van een conflict tussen de actoren? Hoe en door wie werd dit reglement opgesteld?

b) Zo neen, welke regels zijn van toepassing? Hoe wordt de besluitvorming van België op Europees vlak bepaald in geval van conflict tussen de actoren?

2) Bestaat er een soort intern reglement die de verhouding regelt tussen de vertegenwoordiging van de gewesten en die van de federale overheid die van toepassing is op de landen waar de gewesten een vertegenwoordiging hebben?

3) Wanneer werken de vertegenwoordigingen van de gewesten en van België in het buitenland samen en over welke onderwerpen?

4) Is er sprake van samenwerking tussen buitenlandse vertegenwoordigingen van Vlaanderen en Wallonië en over welke onderwerpen?

5) Wat is de precieze regeling voor de titulatuur van de buitenlandse vertegenwoordigingen van de gewesten? Wat is het huidige diplomatieke statuut van de Vlaamse vertegenwoordigers in het buitenland, zoals beslist door de ICBB?

6) Heeft de minister weet van conflicten tussen Vlaamse en federale vertegenwoordigers? Zo ja, welke? Hoe werden die conflicten opgelost?

Antwoord ontvangen op 24 februari 2011 :

1-2. De samenwerking met de vertegenwoordigers van de gefedereerde entiteiten in de diplomatieke en consulaire posten wordt vastgelegd in het samenwerkingsakkoord van 17 juni 1994 tussen de federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de gewestelijke economische en handelsattachés en de modaliteiten op het vlak van de handelspromotie en het samenwerkingsakkoord van 18 mei 1995 tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende het statuut van de vertegenwoordigers van de Gemeenschappen in de diplomatieke en consulaire posten. Wat specifiek de standpuntbepaling in Europese dossiers betreft, zijn de bepalingen van het samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994 tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten met betrekking tot de vertegenwoordiging van het Koninkrijk België in de ministerraad van de Europese Unie, van kracht. Binnen de Permanente Vertegenwoordiging werden voor de duur van het EU-Voorzitterschap richtlijnen toegepast voor een transparante en optimale samenwerking tussen de ambtenaren van de federale overheid en de gefedereerde entiteiten. Het succes van het Voorzitterschap heeft het nut van deze regeling aangetoond, zodanig zelfs dat zij mijns inziens ook na het Voorzitterschap van toepassing hoort te blijven. Dit doet evenwel niets af aan de wenselijkheid om bovenvermelde samenwerkingsakkoorden te herzien en te actualiseren.

3. De modaliteiten van samenwerking worden vastgelegd in de bovenvermelde opgesomde samenwerkingsakkoorden.

4. Ja, dit gebeurt doch dit punt valt onder de bevoegdheid van de betrokken gefedereerde entiteiten.

5. De titulatuur van de vertegenwoordigers van de Gemeenschappen en de Gewesten wordt vastgelegd in de bovenvermelde samenwerkingsakkoorden die onverminderd. Deze samenwerkingsakkoorden regelen ook het statuut van deze vertegenwoordigers.

6. Ik heb geen weet van mogelijke conflicten tussen Vlaamse en federale vertegenwoordigers. Het spreekt vanzelf dat eventuele conflicten zullen worden uitgeklaard in onderling overleg en met respect van de geldende samenwerkingsakkoorden.