Afsluiten van gas- en elektriciteitsvoorziening - Wanbetaling - Stand van zaken - Voorwaarden
armoede
sociaal achtergestelde groep
energiedistributie
watervoorziening
betaling
15/5/2012 | Verzending vraag |
7/6/2012 | Antwoord |
In mijn schriftelijke vraag 5-5552 vroeg ik aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding hoeveel gezinnen jaarlijks worden geconfronteerd met het afsluiten van hun gas- en elektriciteitsvoorziening wegens wanbetaling. Ze kon mij hier niet op antwoorden en verwees me door naar de minister van Economie. Ik beschouw deze gegevens als een belangrijke parameter bij het diagnosticeren en dus ook het bestrijden van de armoede.
Hierover de volgende vragen:
1) Hoeveel gezinnen werden in de periode 2006-2011 jaarlijks geconfronteerd met het afsluiten van hun gas- en elektriciteitsvoorziening wegens wanbetaling? Hoe evalueert en interpreteert de minister deze cijfers en de ontwikkelingen?
2) Bestaan er maatregelen om de gewaarborgde minima voor elektriciteit en gas bij buitengewone weersomstandigheden tijdelijk aan te passen en te verhogen? Of meent de minister dat de huidige minimumwaarborgen volstaan om de gezinnen in armoede ook in extreme weersomstandigheden een comfortabele verwarming te bieden?
3) In welke mate beschouwt hij zijn bevoegdheden ter zake als significant in de strijd tegen de stijgende armoede? In het bijzonder de onrustwekkende toename van de armoede bij gezinnen met kinderen is in deze zaak hypergevoelig. Heeft de minister plannen om binnen zijn bevoegdheden ter zake maatregelen te nemen die de toenemende armoede kunnen counteren?
De vragen van het geachte lid hebben mijn volle aandacht genoten.
1) Ik herinner het geachte lid eraan dat de distributie van elektriciteit en aardgas een gewestelijke bevoegdheid is. De nadere regels voor het afsluiten van energie in geval van wanbetaling en de garanties voor kwetsbare verbruikers om niet afgesneden te worden van de energietoevoer volgens bepaalde voorwaarden zijn dus bepaald door de gewestelijke wetgevingen. Als federaal minister beschik ik niet over gewestelijke statistieken in verband met het afsluiten van de energietoevoer in de betrokken periode (2006-2011). Ik stel het geachte lid voor zich te wenden tot mijn gewestelijke collega’s of de website te raadplegen van de gewestelijke regulatoren (meer bepaald hun jaarverslagen).
2) Idem – gewestelijke bevoegdheden
3) Zoals hoger gezegd heb ik geen bevoegdheid op het vlak van distributie van elektriciteit en aardgas. Alle maatregelen die dit jaar in verband met de energieprijzen op federaal vlak genomen zijn (prijsbevriezing, enz.) en die in de komende weken en maanden zullen genomen worden (stopzetting van de vergoeding bij het verbreken van een lopend contract, bevriezing of daling van sommige prijscomponenten en van de federale bijdrage – in dit verband werd de opdracht aan de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW) uitgebreid met het geven van ondersteuning aan hun klanten bij het zoeken naar het goedkoopste tarief, de campagne van mijn diensten van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie om de verbruikers aan te sporen om van leverancier te veranderen, nieuwe aanvaardbaarheidscriteria voor de formules voor indexering door de leveranciers, …) hebben allemaal hetzelfde doel, namelijk de toegang tot de energie tegen een aanvaardbare prijs garanderen. Dit alles moet vermijden dat deze doelgroep gedropt wordt. In het geval dit toch gebeurt, is het van belang dat deze zo vlug mogelijk terug toegang hebben tot de commerciële markt. Ik bekijk hier momenteel de mogelijkheden in het kader van de herziening van het consumentenakkoord met de leveranciers.