Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6120

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 24 april 2012

aan de minister van Landsverdediging

Afghanistan - NAVO-bondgenoten - Hitpercentages - Geheimhouding

gevechtsvliegtuig
Afghanistan
Libië
militaire luchtvloot
strijdkrachten in het buitenland
NAVO

Chronologie

24/4/2012Verzending vraag
29/5/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6120 d.d. 24 april 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In zijn antwoord op mijn schriftelijke vraag (5-5791) stelt de geachte minister dat er geen hitpercentages werden vrijgegeven door NAVO-bondgenoten in Libië of Afghanistan.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe verklaart de geachte minister de uitspraak van commandant Van de Voorde in de pers dat het hitpercentage van de Belgische F-16 het hoogste was van alle coalitietroepen, als deze cijfers niet werden vrijgegeven? Behoort dit tot het militair geheim? Moet ik hieruit afleiden dat de hitpercentages van sommige participerende landen beschamend laag liggen?

2) Worden deze cijfers intern wel vrijgeven? Is de geachte minister zelf op de hoogte van de hitpercentages van de andere landen? Indien niet, waarom worden deze cijfers niet uitgewisseld? Gaat hij dan niet akkoord dat dit een belangrijke indicatie kan vormen voor de performantie en effectiviteit van onze eigen luchtmachtcomponent? Gaat hij akkoord dat de prestatie van onze bondgenoten ook invloed heeft op het functioneren van onze troepen en ook op het nut van onze aanwezigheid aldaar? Zal hij ervoor ijveren om gedurende operaties systematisch tot een uitwisseling van deze cijfers te komen?

Antwoord ontvangen op 29 mei 2012 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. Ik verwijs het geachte lid naar mijn antwoord op de schriftelijke vragen nr 5-4921 en 5-5791 waar ik vermeldde dat de “hit percentages” niet bekendgemaakt of gedeeld worden tussen de lidstaten van de NAVO, gezien het geclassificeerde karakter van deze informatie. De NAVO heeft verklaard dat België tijdens de operaties in Libië het hoogste “hit percentage” had, zonder daarbij de exacte cijfers van elke lidstaat mee te delen. Het is deze verklaring die Generaal-majoor vlieger Van de Voorde, Commandant van de Luchtcomponent gebruikt heeft.

2. België heeft geen toegang tot de vertrouwelijke gegevensbank van andere landen, noch de autoriteit om van hen een vrijgave van de exacte “hit percentages” te vragen. Het “hit percentage” is één van de vele indicatoren van de performantie en effectiviteit van de Belgische Luchtcomponent in Afghanistan.