Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6103

van Jurgen Ceder (Onafhankelijke) d.d. 20 april 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Drugsgerelateerde criminaliteit - Nationaal Veiligheidsplan 2008-2011 - Draaiboek - Registratie - Bestrijding

drugverslaving
criminaliteit
actieprogramma
misdaadbestrijding

Chronologie

20/4/2012Verzending vraag
16/7/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6103 d.d. 20 april 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit een onderzoek van criminoloog Brice De Ruyver bleek midden vorig jaar dat veel criminaliteit plaatsgrijpt onder invloed van drugs of om drugsgebruik te financieren. Hij trok diezelfde conclusie al in een rapport over drugsgerelateerde criminaliteit, waaraan hij als veiligheidsadviseur in opdracht van de federale overheid in 2006 begon. In dat rapport, dat twee jaar later werd afgerond, stond de dringende aanbeveling om drugsgerelateerde misdrijven nauwkeurig te registreren.

In het Nationaal Veiligheidsplan 2008-2011 stond bovendien dat de bestrijding van misdrijven onder invloed van drugs een prioriteit moest worden:

1) Vorig jaar werkte Brice De Ruyver samen met de politie aan een draaiboek om het aspect drugs als parameter in de politiesystemen op te nemen. Wat is de stand van zaken in dit dossier?

2) Worden de drugsgerelateerde feiten ondertussen systematisch geregistreerd?

3) Welke andere specifieke maatregelen werden de voorbije vier jaar genomen inzake de bestrijding van drugsgerelateerde misdrijven?

Antwoord ontvangen op 16 juli 2012 :

Binnen het DRUGCRIM-onderzoek van Professor Dr. Brice De Ruyver (2008) werd een draaiboek uitgewerkt, een praktische handleiding voor overheden en instanties die druggerelateerde criminaliteit wensen te meten in een bepaalde regio. Dit draaiboek is tot stand gekomen in samenwerking met verschillende politiediensten. Zo heeft een strategische analist van de Lokale Politie zijn medewerking aan het draaiboek verleend en werd het tevens afgetoetst bij de Federale Gerechtelijke Politie. De voorgestelde methode is dus implementeerbaar. Er werd binnen de valorisatie van het DRUGCRIM-onderzoek een werkvergadering rond het draaiboek georganiseerd waarop verschillende actoren uit politie, justitie en hulpverlening op de hoogte gebracht werden.

Na de publicatie toonden verschillende politiediensten hun interesse, waarna het draaiboek en de manieren van het meten aan hen werden toegelicht. Binnen één van de politiezones heeft een criminologiestudent, in het kader van een stageopdracht, rond dit thema gewerkt. Een andere politiezone heeft tijdens een proefperiode van 6 maanden een bijkomende variabele toegevoegd binnen Integrated System for the Local Police (ISLP). Tot heden is er echter geen definitieve toevoeging van de voorgestelde variabelen in ISLP gebeurd.

Met betrekking tot vraag 3 wens ik het geachte lid het volgende mee te delen:

Het politieoptreden, in het licht van een criminele context die zich voornamelijk op lokaal niveau situeert, heeft hoofdzakelijk gestalte gekregen door de uitvoering van de zonale veiligheidsplannen en dus in het dagelijkse optreden van de lokale politiediensten (specifiek via de bestrijding van het lokale drugsverkeer of via de bestrijding van andere criminaliteitsvormen (diefstallen, vernielingen, overlast, enz.)).

De Federale Politie heeft haar ondersteunings-, expertise- en coördinatieopdrachten ter zake alsook haar gespecialiseerde opdrachten van gerechtelijke politie uitgevoerd, daar waar deze inzet, in overleg met de gerechtelijke overheden, vereist was.

Gelet op de afwezigheid van instrumenten die de precieze registratie mogelijk maken van de gegevens die gerelateerd zijn aan deze criminaliteit, die zoals u weet, verscheiden is en uiterst moeilijk te bestrijden is in de dagelijkse realiteit, kan ik momenteel onmogelijk de evolutie ervan weergeven en dus ook het gevoerde politieoptreden. Slechts een aspect van deze criminaliteit kan via het politieoptreden worden gemeten, namelijk de inbreuken op de drugswetgeving.

Ik herinner het geachte Lid ook aan de recente invoering van de speekseltesten om rijden onder invloed van drugs te bestrijden.

Tenslotte wil ik hierbij benadrukken dat de aanpak van druggerelateerde misdrijven onderdeel uitmaakt van een lokaal en supra-lokaal integraal en geïntegreerd drugbeleid, dat erin bestaat dat op de verschillende niveaus, de verschillende actoren door middel van overleg en samenwerking, de drugproblematiek in zijn geheel aanpakken. De Algemene Cel Drugsbeleid, die voorziet in een verticale en horizontale beleidsafstemming, speelt een belangrijke rol om tot een afgestemd, gecoördineerd integraal en geïntegreerd beleid ter zake te komen. In dit kader werd dan ook op de Interministeriële Conferentie Drugs van 25 januari 2010 de Gemeenschappelijke verklaring “Een globaal en geïntegreerd drugsbeleid voor België” uitgewerkt. Dit beleidsdocument heeft zowel betrekking op tabak, alcohol en psychoactieve medicatie als op illegale drugs.