Staatsveiligheid - Verbindingsofficieren - Overzicht
staatsveiligheid
geheime dienst
11/4/2012 | Verzending vraag |
22/8/2012 | Antwoord |
Naar aanleiding van het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken op mijn schriftelijke vraag nr. 5-5615, waarin ze mij verwijst naar u als minister van Justitie, hieronder de desbetreffende schriftelijke vraag.
Volgens de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, de heer Alain Winants, mag het belang van "menselijke bronnen" voor inlichtingen niet verwaarloosd worden (cf. De Standaard, 4 februari 2012). Hierbij wordt gewezen op de verbindingsofficieren in diverse landen.
Het hoofd van de Belgische Staatsveiligheid meent dan ook dat moet worden overwogen de verbindingsofficieren te plaatsen in landen die van strategisch belang zijn voor de bescherming van ons land, waarbij wordt gedacht aan Marokko, Turkije en de Democratische Republiek Congo. Het is van belang te weten wat in deze landen mogelijk broeit, aldus de heer Winants.
Mijn vragen aan de minister zijn dan ook de volgende :
1) Kan u een overzicht bezorgen van het aantal Belgische verbindingsofficieren die in het buitenland actief zijn ?
2) Welke criteria of voorwaarden zijn van toepassing om in bepaalde landen wel en in andere landen geen verbindingsofficieren te plaatsen ?
3) Welk gevolg zal gegeven worden aan de suggestie van de administrateur-generaal om verbindingsofficieren te plaatsen in landen die van strategisch belang zijn voor de bescherming van ons land ?
Op heden beschikt de Veiligheid van de Staat enkel over een verbindingsofficier bij Europol in Den Haag.
Het voornaamste criterium om te bepalen in welk land een verbindingsofficier zou moeten geplaatst worden, is de toegevoegde waarde die deze functie kan betekenen voor de uitoefening van de opdrachten van de Veiligheid van de Staat. In de praktijk zal dit in grote mate samenhangen met het relatieve belang van de diaspora van het betrokken land in België (bijvoorbeeld Marokko en Turkije) en/of mogelijke historische redenen (bijvoorbeeld de Democratische Republiek Congo).
De Veiligheid van de Staat laat het antwoord op deze vraag over aan de appreciatie van mevrouw de minister.